Gemeenteblad van Haaksbergen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haaksbergen | Gemeenteblad 2018, 39675 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haaksbergen | Gemeenteblad 2018, 39675 | Verordeningen |
APV regeling Haaksbergen(7.2b)
Deze APV regeling bevat nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten op grond van de Algemene plaatselijke verordening.
Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;
bepalingen van de Algemene plaatselijke verordening (artikelen 1:4, 1:8, 2:10, 2:25 en 2:25a, 3:4, 4:6, 4:11a, 4:11b, 4:11c , 5:8, 5:18) en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder APV: de Algemene plaatselijke verordening.
Artikel 1.2 Aanwijzing vergunningen met aanvraagtermijn van tien, veertien of achttien weken (artikel 1:8, derde lid, APV)
In dit artikel wordt verstaan onder:
A-evenement: een evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken;
B-evenement: een evenement, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
C-evenement: een evenement waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegde gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
Hoofdstuk 2 Regelingen op grond van hoofdstuk 2 van de APV
Uitstallingen mogen zonder ontheffing worden geplaatst mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
de uitstallingen en/of reclameborden dienen uit eigen initiatief te worden ontruimd indien dit noodzakelijk is in verband met de uitvoering van werken van openbaar nut, in het belang van de openbare orde of (verkeers-)veiligheid; dan wel ter realisering van gemeentelijke plannen. Bij deze ontruiming bestaat geen aanspraak op schadevergoeding;
Artikel 2.2 Beleidsregel circusvoorstellingen (artikel 2:25 APV)
De burgemeester verleent uitsluitend een vergunning voor een evenement dat bestaat uit circusvoorstellingen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Artikel 2.3 Handreiking van toepassing bij evenementenvergunning (artikel 2:25 APV)
Bij het toetsen van een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 2:25 van de APV maakt het bevoegd gezag gebruik van de laatste door het bevoegd gezag en de burgemeester vastgestelde Handreiking van de Veiligheidsregio Twente, die ziet op de regionale werkwijze ten aanzien van evenementenadvisering. Dit geldt ook voor de Regionale werkwijze evenementenveiligheid van de Veiligheidsregio Twente of andere door de Veiligheidsregio Twente vastgestelde documenten die betrekking hebben op de werkwijze evenementenveiligheid.
Hoofdstuk 3 Regelingen op grond van hoofdstuk 3 van de APV (nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven artikel 3:3 APV)
Paragraaf 2 Geschiktheidsverklaring seksinrichting
Artikel 3.5 Weigering geschiktheidsverklaring
Een geschiktheidsverklaring wordt geweigerd indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet:
Paragraaf 3 Inrichtingseisen seksinrichtingen
Artikel 3.10 Sanitaire voorzieningen
afhankelijk van de bezettingsgraad en de gebruiksoppervlakte van de inrichting, het aantal toiletruimten of toiletgelegenheden in overeenstemming met afdeling 4.2 van het Bouwbesluit 2012, met een minimum van twee (afsluitbare) toiletruimten met elk een vloeroppervlakte van ten minste 0,9 m x 1,2 m en een hoogte van 2,1 m;
Paragraaf 5. Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering
Artikel 3.15 Toegang ambtenaren van politie
De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:
Artikel 3.16 Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee
De exploitant en de beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht de in het bedrijf werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich regelmatig te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen overeenkomstig de landelijke richtlijnen van de stichting SOA-bestrijding.
De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot het prostitutiebedrijf om controle uit te voeren in het kader van het protocol Technische Hygiënezorg Seksinrichtingen en om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees.
De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico's en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.
Hoofdstuk 4 Regelingen op grond van hoofdstuk 4 van de APV
Artikel 4.2 Uitzonderingen eindtijden geluid bij een evenement (artikelen 1:4 en 4:6 APV)
Het college kan in de ontheffing als bedoeld in artikel 4:6, tweede lid van de APV voor evenementen die plaatsvinden in het Park Groot Scholtenhagen maximaal tien keer per jaar afwijken van het gestelde in lid 4 van dit artikel, waarbij bestaande evenementen voorrang krijgen bij het verlenen van de evenementenvergunning. Bij nieuwe evenementen geldt dat bedrijven en organisaties, gevestigd op het Park Groot Scholtenhagen voorrang krijgen. Daarnaast wordt gekeken naar de volgorde van binnenkomst.
Artikel 4.3 Uitleg toetsingsgronden vergunning vellen houtopstand (artikel 4:11a APV)
Onder de toetsingsgronden in artikel 4:11a APV wordt het volgende verstaan:
de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon:
Veel bomen maken onderdeel uit van een laan- of wegbeplanting of dragen op een andere wijze bij aan een bepaalde structuur of zijn om een andere reden van waarde voor stads- en dorpsschoon of hebben een landschappelijke waarde. De kap van een of meerdere bomen betekent niet automatisch dat afbreuk wordt gedaan aan deze waarden. Bij bijvoorbeeld dunning van wegbeplanting, blijft in veel gevallen de structuur van de beplanting wel in tact. Er is in die gevallen geen reden om de vergunning te weigeren op basis van de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon of de landschappelijke waarde van de houtopstand;
de beeldbepalende waarde van de houtopstand:
De houtopstand moet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en moet bepalend zijn voor de sfeer en het karakter van de plek. Het zou als een gemis worden ervaren als de houtopstand zou verdwijnen. Bepalend hiervoor is of de houtopstand bijzonder, zeldzaam of karakteristiek is (hoogte, dikte, vorm, leeftijd, soort) of een bijzonder standplaats heeft;
de cultuurhistorische waarde van de houtopstand:
Hieronder worden ten eerste begrepen herdenkingsbomen en markeringsbomen. Sommige bomen komen voor in lokale verhalen en legenden of hebben een bijzonder gebruik. Andere bomen hebben een duidelijk verband met de geschiedenis van een plaats of belangrijk persoon of zijn geplant ter herdenking aan een bepaalde gebeurtenis of persoon;
Indien een houtopstand over een of meer van bovengenoemde waarden beschikt, wordt geen omgevingsvergunning voor het kappen verleend, tenzij de belangen van aanvrager zwaarder wegen dan de belangen die ten grondslag liggen aan de weigeringsgronden. Hiervan zal sprake zijn als er een zwaarwegend maatschappelijk of algemeen belang is bij de kap of er sprake is van andere dringende redenen. Een voorbeelden van een zwaarwegend maatschappelijk of algemeen belang is: de aanleg van een nieuwe woonwijk of een weg. Van andere dringende redenen is bijvoorbeeld sprake bij ernstige schadedreiging aan bebouwing, ondergrondse infrastructuur, verkeer etc.
Artikel 4.4 Uitwerking herplantplicht of herplantvergoeding (artikel 4:11b APV)
Als het bevoegd gezag een herplantplicht oplegt dan wordt standaard de maat 12-14 opgelegd. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag hiervan afwijken. Betreft het bijvoorbeeld de kap van een boom met beeldbepalende waarde dan kan een afwijkende maat worden opgelegd, afhankelijk van de situatie. Hetzelfde geldt voor een herplant die wordt opgelegd in het kader van een kap zonder vergunning, ook dan kan een afwijkende maat worden opgelegd.
Aan de herplantplicht wordt binnen een jaar na het onherroepelijk worden van de opgelegde herplantplicht voldaan. Bij het niet slagen van de opgelegde herplantplicht, legt het bevoegd gezag opnieuw een herplantplicht op. Van de termijn kan het bevoegd gezag afwijken indien de kap bijvoorbeeld samenhangt met een bouwplan. In dat geval kan de termijn voor herplant bijvoorbeeld ingaan op de dag van de gereedmelding van de bouw.
Hoofdstuk 5 Regelingen op grond van hoofdstuk 5 van de APV
Paragraaf 2. Beleidsregels standplaatsvergunningen (artikel 5:18 APV)
Artikel 5.2 Aanvrager standplaatsvergunning
De aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5:18, eerste lid, van de APV wordt ingediend door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die gebruik wenst te maken van de betreffende vergunning.
Artikel 5.3 Vereisten voor verlenen standplaatsvergunning
Het college kan een standplaatsvergunning verlenen indien tenminste aan de volgende vereisten wordt voldaan:
Voor het verlenen van standplaatsvergunningen geldt een maximumstelsel, dat inhoudt:
Uit oogpunt van een gevarieerd aanbod voor het publiek c.q. de consument, ter voorkoming van leegstand in het kernwinkelgebied en een verdeling van de schaarse plaatsen is een evenwichtige brancheverdeling nodig. Voor de hele gemeente geldt dat bij vaste standplaatsen:
er zijn geen terrassen toegestaan bij de standplaatsen. Wel mogen er maximaal twee statafels geplaatst worden als er etenswaren verkocht worden. Door de plaatsing van de twee statafels mag de maximale oppervlakte van 36 m2 per standplaats niet overschreden worden. De te plaatsen statafels mogen de vrije doorgang van hulpverleningsdiensten niet belemmeren of mogen niet tot verkeersonveilige situaties leiden.
Artikel 5.6 Dag en tijdstip waarop een standplaats mag worden ingenomen
Een standplaatsvergunning wordt verleend voor één of meerdere dagdelen . Een dagdeel is een aaneengesloten periode van 5 uren op een dag. Voor het gebruik van een standplaats wordt marktgeld in rekening gebracht . Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een marktdag ook aangemerkt als een hele marktdag. Indien gebruik gemaakt wordt van de door de gemeente aangebrachte elektriciteitsvoorziening wordt het marktgeld verhoogd met een bedrag per dagdeel. Bij inname van een standplaats voor meer dan 5 uren worden twee dagdelen (betreft inname standplaats voor 6 tot en met 10 uren) dan wel drie dagdelen (betreft inname standplaats voor 11 tot en met 15 uren) in rekening gebracht.
Artikel 5.7 Verdelingsprocedure van standplaatsvergunningen
Het college hanteert bij de verdeling van standplaatsvergunningen het verdelingssysteem op basis van het beginsel ‘van de volgorde van binnenkomst’.
Artikel 5.10 Vergunningvoorschriften
Aan de vergunning verbindt het college in elk geval de volgende voorschriften:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-39675.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.