Besluit tot wijziging van de CAR-UWO

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

 

gelezen het voorstel van de werkgeverscommissie;

 

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel 107e van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de navolgende wijzigingen van de CAR-UWO:

I wijziging van de CAR-UWO in verband met de wijziging van de verplaatsingskostenregeling verhuisplichtige ambtenaren conform de LOGA-circulaire d.d. 10 maart 2017, ECWGO/U2017001,17/016 CvA/LOGA 17/05

 

  • A.

    Artikel 18:1:5 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    • 1.

      De tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit:

      • a.

        een bedrag voor de kosten van transport van de bagage en van de inboedel van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in-en uitpakken van breekbare zaken;

      • b.

        een bedrag voor dubbel woonkosten, gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maximum van € 312,49 per maand met dien verstande dat de tegemoetkoming ten hoogste voor vier maanden wordt verleend;

      • c.

        een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, met een maximum van € 6.249,44.

  • B.

    Artikel 18:1:7 leden 2, 3 en 4 worden gewijzigd en komen te luiden:

     

    • 2.

      De vergoeding die plaatsvindt op basis van het eerste lid is, voor dat deel dat gebruik wordt gemaakt van de trein, gemaximeerd op het bedrag van € 3.996 per jaar.

    • 3.

      De betrokkene die met de trein reist en van de woning of het pension met het ander (aansluitend) openbaar vervoer naar het eerst mogelijke station kan reizen maar van dit openbaar vervoer geen gebruik maakt en in de plaats daarvan met eigen vervoer naar dat station reist, ontvangt een tegemoetkoming van € 104,44 op jaarbasis.

    • 4.

      De tegemoetkoming in reiskosten bedoeld in artikel 18:1:6, eerste en vierde lid, is, indien het college de plaats van tewerkstelling van een betrokkene heeft aangewezen als een plaats van tewerkstelling die niet door openbaar vervoer is te bereiken, of indien de betrokkene behoort tot een aangewezen groep voor wie de plaats van tewerkstelling vanwege de opgedragen werktijden niet per openbaar vervoer is te bereiken, € 0,17 per kilometer met een maximum van 20 kilometer enkele reis.

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2017.

II wijziging van de CAR-UWO in verband met de invoering van het Individueel Keuze Budget conform de LOGA-circulaire met kenmerk ECWGO/U201700031, Lbr. 17/004

 

  • A.

    Aan artikel 1:2:1 wordt lid 5 toegevoegd en deze komt te luiden:

     

    • 5.

      De ambtenaar, bedoeld in de leden 2, 3 of 4 van dit artikel, heeft recht op:

      • a.

        8% vakantietoelage, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 146,65 bij een volledig dienstverband, en

      • b.

        1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 33,33 bij een volledig dienstverband, en

      • c.

        0,8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris.

  • De toelichting op artikel 1:2:1 lid 5 komt te luiden:

     

    De ambtenaren die vallen onder de leden 2, 3 en 4 van dit artikel zijn de enige medewerkers waarvoor nog een vakantietoelage geldt. Deze 8% is pensioengevend.

    De 1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, was tot 1 januari 2017 de levensloopregeling geregeld in artikel 6a:7 lid 1. Deze 1,5% is pensioengevend.

    De 0,8% van het in de maand van opbouw geldende salaris, was tot 1 januari 2017 het bovenwettelijk verlof van 14,4 uren geregeld in artikel 6:2 lid 1. Deze 0,8% is niet pensioengevend.

    Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald dan worden de in de percentages in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en de uitbetaalde salaristoelage(n).

     

    Indien in een maand het salaris en de toegekende salaristoelage(n) gedeeltelijk zijn uitbetaald op grond van artikel 7:3 lid 2 tot en met 4 dan worden, in afwijking van voorgaande volzin, de percentages in die maand berekend op basis van het volledige salaris en toegekende salaristoelage(n).

    Uitbetaling vindt plaats bij de maandelijkse salarisbetaling.

     

  • B.

    Artikel 2:5:4 lid 2 wordt geschrapt, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

     

    De toelichting op artikel 2:5:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Met de oproepcontractant wordt een contract aangegaan voor minimaal 15 uur per maand. Voor die uren bestaat er dan ook een loonbetalingsverplichting, ook als de oproepcontractant ziek is. Aangezien hoofdstuk 7 per definitie van toepassing is (de CAR/UWO is namelijk van toepassing), hoeft deze loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte niet meer expliciet te worden opgenomen. De berekeningsbasis van de ziekte-uitkering wordt gevormd door het inkomen dat de oproepkracht gedurende het laatste kwartaal genoot.

    De oproepcontractant heeft een IKB conform de regeling in paragraaf 5 van hoofdstuk 3.

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2017.

III wijziging van de CAR-UWO in verband met wijzigingen in gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling als gevolg van de LOGA-circulaire van 7 juni 2017 (kenmerk U201700464) per 1 januari 2017 respectievelijk 1 oktober 2017

A. Wijziging per 1 januari 2017

 

  • D.

    Artikel 2:7a lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    • 1.

      - de verruiming van de arbeidsduur plaatsvindt gedurende een vooraf te bepalen periode;

    • 2.

      - het salaris evenredig wordt verhoogd;

    • 3.

      - de vakantieduur evenredig wordt verhoogd;

    • 4.

      - de pensioenopbouw evenredig wordt verhoogd

    • 5.

      - het minimale IKB, bedoeld in artikel 3:28 lid 2, sub a evenredig wordt verhoogd;

    • 6.

      - het minimale IKB, bedoeld in artikel 3:28 lid 2, sub b evenredig wordt verhoogd;

    • 7.

      - instemming van de ambtenaar is vereist;

    • 8.

      - de koop van vakantieuren op grond van artikel 3:29 lid 1, sub a voor de duur van de verruiming niet is toegestaan.

  • De toelichting op artikel 2:7a lid 2 wordt geschrapt.

B. Wijzigingen per 1 oktober 2017

 

  • A.

    In artikel 1:1 lid 1, sub rr wordt de laatste volzin geschrapt.

     

  • B.

    In artikel 1:2 lid 1, sub c worden de haakjes geschrapt.

     

  • C.

    In artikel 2:7 lid 1 worden de woorden “volledige betrekking” vervangen door: “volledig dienstverband”.

     

  • E.

    In artikel 3:3 lid 1 worden tussen de woorden “zijn functieschaal” en “, op grond van” de woorden “zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa” toegevoegd.

     

  • F.

    In artikel 3:25 lid 1, 2 en 3 wordt het woord “ziektekosten” vervangen door: “kosten van de zorgverzekering”.

     

  • G.

    In artikel 3:26 lid 1, 2 en 3 wordt het woord “ziektekosten” vervangen door: “kosten van de zorgverzekering”.

     

    In de toelichting op artikel 3:26 wordt het woord “ziektekosten” twee maal vervangen door: “kosten van de zorgverzekering”.

     

  • H.

    In de toelichting op artikel 3:37 punt 3 wordt de afkorting “ORT” vervangen door: “toelage onregelmatige dienst”.

    In de toelichting op artikel 3:37 punt 4 wordt de afkorting “ORT” vervangen door: “toelage onregelmatige dienst”.

    In de toelichting op artikel 3:37 punt 5 wordt de afkorting “ORT” vervangen door: “toelage onregelmatige dienst”.

     

  • I.

    In artikel 4:4 lid 4, sub b wordt de afkorting “ORT” vervangen door: “toelage onregelmatige dienst”.

     

  • J.

    In artikel 6:2 lid 1 en 2 worden de woorden “volledige betrekking” vervangen door: “volledig dienstverband”.

     

  • K.

    In de toelichting op artikel 6:2:1 wordt het getal “158,4” op twee plaatsen gewijzigd in: ”144” en het getal “105,6” wordt gewijzigd in: “96”.

     

  • L.

    In artikel 6:4:2 lid 3 en 5 worden de woorden “volledige betrekking” vervangen door: “volledig dienstverband”.

     

  • M.

    Artikel 6:4:3 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    • 1.

      De ambtenaar met een volledig dienstverband kan voor maximaal 72 uur in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden aanspraak maken op het kortdurend zorgverlof op grond van de Wazo.

  • In artikel 6:4:3 lid 2 wordt het woord “betrekkingsomvang” vervangen door: “arbeidsduur”.

     

    De toelichting op artikel 6:4:3 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Lid 1

    Dit betekent dat ook de ambtenaar van wie de aanstelling verruimd is op grond van artikel 2:7a is in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden voor maximaal 72 uur aanspraak kan maken op het kortdurend zorgverlof.

     

  • N.

    In artikel 6:5:2 lid 2 worden de artikelen: “6:5:1, 6:5:3,” geschrapt.

    De laatste zin van de toelichting op artikel 6:5:2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Voor ouderschapsverlof van de overige kinderen zijn de bepalingen uit artikel 6:5:4 en 6:5:7 van overeenkomstige toepassing.

     

  • O.

    In artikel 6:10 lid 3 wordt het artikel “7:24a” gewijzigd in: “3:26”.

     

  • P.

    In artikel 6:11 lid 1 wordt het woord “betrekking” vervangen door: “dienstverband”.

     

  • Q.

    In artikel 6a:10 worden de woorden “9 en” geschrapt.

     

    In de toelichting op artikel 6a:10 wordt de eerste alinea gewijzigd en komt te luiden:

     

    Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de ambtenaren die vallen onder hoofdstuk 9b, met uitzondering van de ambtenaren die vallen onder paragraaf 5 van hoofdstuk 9b.

     

  • R.

    In artikel 7:1 lid 1, sub b wordt het woord “toonvormende” vervangen door: “loonvormende”.

     

  • S.

    In artikel 7:8:1 worden de woorden “toelage…..prestatiebeloning” vervangen door: “toegekende salaristoelage(n)”.

     

    In de toelichting op artikel 7:8:1 worden de woorden “toelage…..prestatiebeloning” vervangen door: “toegekende salaristoelage(n)”.

     

  • T.

    In artikel 7:20 worden de woorden “de dienstbetrekking” vervangen door: “het dienstverband”.

     

  • U.

    In artikel 7:21 lid 2 wordt het woord “dienstbetrekkingen” vervangen door: “dienstverbanden” en het woord “dienstbetrekking” wordt vervangen door: “dienstverband”.

     

  • V.

    De titel boven artikel 7:24 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    § 6. Tegemoetkoming kosten zorgverzekering

     

  • W.

    De toelichting op artikel 7:24a vervalt, inclusief titel en inclusief § 6. Ziektekosten

     

  • X.

    De toelichting op artikel 7:25b vervalt, inclusief titel.

     

  • Y.

    In artikel 7:27 lid 3 worden de woorden “de dienstbetrekking” vervangen door: “het dienstverband”.

     

  • Z.

    In artikel 8:2a lid 1 worden de woorden “, derde lid,” vervangen door: “lid 2”.

     

    In de toelichting op 8:2a lid 1 worden de woorden “, lid 3,” vervangen door: “lid 2”.

     

  • AA.

    In de toelichting op artikel 8:4 worden de woorden “artikel 30 SUWI” vervangen door: “artikel 32 SUWI”.

     

  • AB.

    De toelichting op artikel 8:5a komt te luiden:

     

    Lid 1

    Artikel 8:5a betekent dat een ambtenaar, die wegens ziekte ongeschikt is zijn functie te vervullen, ook binnen 24 maanden na de eerste ziektedag kan worden ontslagen, wanneer hij niet meewerkt aan zijn re-integratie. Concreet uitgewerkt gaat het erom dat zowel binnen als na 24 maanden ontslag gegeven kan worden, indien de ambtenaar:

     

    • zich zonder goede reden niet houdt aan redelijke voorschriften en maatregelen (zoals het verrichten van werkzaamheden in het kader van de re-integratie en het volgen van scholing in het kader van de re-integratie als bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, onderdeel b en c) die hem in het kader van zijn re-integratie worden opgedragen;

    • zonder goede reden passende arbeid bij de eigen werkgever dan wel een andere werkgever weigert te aanvaarden;

    • zonder goede reden niet meewerkt aan de opstelling, evaluatie en bijstelling van het plan van aanpak;

    • zonder goede reden geen aanvraag op grond van de WIA indient.

  • Deze - ultieme - sanctie is gelijk aan de sanctie die sinds de inwerkingtreding van de Wet verbetering poortwachter in artikel 670b, boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen.

     

    Als de ambtenaar zonder goede reden geen aanvraag op grond van de WIA indient, kan de claimbeoordeling voor de WIA niet plaatsvinden en kan de werkgever het resultaat van deze claimbeoordeling niet bij het ontslagbesluit betrekken, terwijl dit verplicht is op grond van lid 2 van artikel 8:5. Als dit de reden is dat geen ontslag op grond van artikel 8:5 kan plaatsvinden, mag het college de ambtenaar ontslag verlenen op grond van artikel 8:5a.

     

    Lid 2

    Alvorens tot ontslag over te gaan, moet het UWV toetsen of van de situatie als hiervoor bedoeld sprake is.

     

  • AC.

    In artikel 8:7 moeten de subonderdelen worden aangeduid in letters.

     

    In de toelichting op artikel 8:7 moeten de subonderdelen worden aangeduid in sub a, sub b, sub c, sub d, sub e en sub f.

     

  • AD.

    In artikel 8:15:3 lid 1 wordt het woord “betrekking” vervangen door: “functie”.

     

  • AE.

    Artikel 17:3 vervalt.

     

    De toelichting op artikel 17:3 vervalt.

     

  • AF.

    In artikel 18:1:5 lid 3 wordt het woord “deeltijdbetrekking” op twee plaatsen vervangen door: “deeltijddienstverband” en wordt het woord “voltijdbetrekking vervangen door: “voltijddienstverband”.

     

  • AG.

    In de titel van hoofdstuk 20 worden de woorden “hoofdstuk 3” geschrapt.

     

  • AH.

    In artikel 20:1:2 wordt het woord “koningin” vervangen door: “koning”.

     

  • AI.

    In artikel 20:1:3 wordt het woord “koningin” vervangen door: “koning”.

     

  • AJ.

    Het artikelnummer 21:1 in hoofdstuk 20 wordt gewijzigd in: “20:2

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2017 (onderdeel A), respectievelijk 1 oktober 2017 (onderdeel B).

IV wijziging van de CAR-UWO in verband met de wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen en het IKB per 1 augustus 2017 en 1 januari 2018 d.d. 9 oktober 2017, TAZ/U201700653, Lbr. 17/057 CvA/LOGA 17/10

CAR-tekst met toelichting per 1 augustus 2017

  • A.

    Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld:

     

    Met ingang van 1 augustus 2017 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,0%.

     

  • B.

    Bijlage IIA, salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur, wordt de toelichting onder de salaristabel * vervangen door de volgende tekst:

     

    Als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, heeft de medewerker per 1 augustus 2017 recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 heeft de medewerker tenminste recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder. Voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 1:2c, eerste lid geldt een aparte schaal: schaal A. Het bedrag van de periodiek 0 is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het bedrag van de periodiek 11 is gelijk aan 120% van het wettelijk minimumloon. De salarisbedragen voor schaal A worden geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari vastgesteld door het LOGA en gepubliceerd op www.car-uwo.nl.

CAR-tekst met toelichting per 1 december 2017

  • A.

    In artikel 3:28, tweede lid, onder b wordt het percentage “6%” vervangen door: “6,5%”.

CAR-tekst met toelichting per 1 januari 2018

  • A.

    Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld:

     

    Met ingang van 1 januari 2018 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,5%.

CAR-tekst met toelichting per 1 juli 2018

  • A.

    In artikel 3:28, tweede lid, onder b wordt het percentage “6,5%” vervangen door: “6,75%”.

CAR: bijlage IIa

Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur

CAR: bijlage IIa

Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 januari 2018, nieuwe structuur

CAR: bijlage II

Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 augustus 2017

CAR: bijlage II

Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 januari 2018

Deze wijziging treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Voor dat deel van het besluit waar als ingangsdatum staat genoemd 1 augustus 2017 treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 augustus 2017.

V wijziging van de CAR-UWO in verband met de wijzigingen van de aanstellingen op grond van de banenafspraak, de verklaring omtrent gedrag en het zwaarwegend advies d.d. 9 oktober 2017, TAZ/U201700753, Lbr. 17/058 CvA/LOGA 17/11

 

  • A.

    Artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Artikel 1:2c Aanstellingen op grond van de banenafspraak

     

    • 1.

      In afwijking van artikel 3:1 kan het college voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt en onvoldoende arbeidsvermogen heeft om een reguliere functie te bekleden, een samenstel van taken vaststellen.

    • 2.

      Het college kan voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt en niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen, in afwijking van artikel 3:3, een salaris vaststellen met toepassing van salarisschaal A.

    • 3.

      Het college kan voor de ambtenaar die onder de Wajong doelgroep valt en voldoende arbeidsvermogen heeft om zelfstandig een reguliere functie te bekleden of niet in aanmerking komt voor loondispensatie, op grond van artikel 3:3 een salaris vaststellen aan de hand van zijn functieschaal zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa.

    • 4.

      Indien loondispensatie wordt toegekend, kan het college het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaar naar rato van de loonwaarde conform de loondispensatie verminderen. Het naar loonwaarde bepaalde salaris van de ambtenaar vermeerderd met de Wajong-aanvullingsuitkering is gelijk aan het wettelijk minimumloon.

    • 5.

      Indien loonkostensubsidie wordt toegekend, kan het college het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaar naar rato van de loonwaarde niet verminderen. Het salaris van de ambtenaar is gelijk aan het wettelijk minimumloon. De loonkostensubsidie vergoedt aan het college het verschil tussen het naar loonwaarde bepaalde salaris van de ambtenaar en het wettelijk minimumloon.

    • 6.

      Voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt, gelden niet de in artikel 3:28 lid 2, onderdelen a , b en c genoemde minimumbedragen.

    • 7.

      Voor de ambtenaar die onder de Wajong doelgroep valt en voldoende arbeidsvermogen heeft om zelfstandig een reguliere functie te bekleden, gelden als minimumbedragen de bedragen genoemd in artikel 3:28 lid 2, onderdelen a, b en c naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor.

  • De toelichting op artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Gemeenten kunnen ambtenaren aanstellen vanwege de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Om de instroom van deze doelgroepen te bevorderen, maakt de CAR-UWO het mogelijk om het salaris af te stemmen op de verdiencapaciteit of de loonwaarde. De doelgroepen van de Wet Banenafspraak zijn gedefinieerd in artikel 38b Wet financiering sociale verzekeringen.

     

    In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl.

    Lid 1

    De omschrijving van deze doelgroep staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 38b lid 1 sub a. In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl.

     

  • B.

    Artikel 2:2 wordt, inclusief titel, gewijzigd en komt te luiden:

    Onderzoek naar bekwaamheid en geschiktheid

    Artikel 2:2

     

    • 1.

      Voor aanstelling kan slechts in aanmerking komen hij van wie - na een daartoe door of vanwege het tot aanstelling bevoegd bestuursorgaan gehouden onderzoek - kan worden aangenomen, dat hij in voldoende mate beschikt over de hoedanigheden tot het verrichten van de hem op te dragen werkzaamheden.

    • 2.

      Het college treft maatregelen, waardoor de vertrouwelijkheid van de gegevens, ontvangen op grond van het in het eerste lid bedoelde onderzoek, te allen tijde wordt gegarandeerd.

    • 3.

      Voor aanstelling kan als vereiste worden gesteld dat betrokkene een recente verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens overlegt.

    • 4.

      Bij een functiewijziging, tewerkstelling of overplaatsing kan als vereiste worden gesteld dat de ambtenaar een recente verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in lid 3 overlegt.

    • 5.

      De vreemdeling, zoals omschreven in de Vreemdelingenwet 2000 kan slechts voor een aanstelling in aanmerking komen indien hij beschikt over een tewerkstellingsvergunning tenzij hij van deze verplichting is uitgesloten krachtens artikel 3 van de Wet arbeid vreemdelingen.

  • C.

    In artikel 10d:24 worden de leden 2 en 3 gewijzigd en komen te luiden:

     

    • 2.

      Zowel de ambtenaar als het college kan een geschil over de uitvoering van het Van werk naar werk-contract als bedoeld in artikel 10d:23 lid 5 voorleggen aan deze commissie.

    • 3.

      De commissie brengt een zwaarwegend advies uit over het geschil, bedoeld in lid 2.

  • Aan de toelichting op artikel 10d:24 wordt een toelichting op lid 3 toegevoegd:

     

    Lid 3

    Het college kan slechts afwijken van het advies als het op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen en/of het advies zodanig ernstig in gebreke is dat van het college in redelijkheid niet gevergd kan worden overeenkomstig het advies te besluiten.

     

    Na inwerkingtreding van de WNRA is het advies weer bindend van aard vanwege de toepasselijkheid van het Burgerlijk Wetboek.

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2018.

VI wijziging van de CAR-UWO per 1 januari 2018 zoals verwoord in de ledenbrieven d.d. 20 november 2017, TAZ/U201700829 Lbr. 17/070, CvA/LOGA 17/14 en TAZ/U201700897 Lbr. 17/071 CvA/LOGA 17/15

 

I

In artikel 17:5 wordt het woord “vijf” vervangen door: “drie”.

 

II

  • A.

    Na hoofdstuk 10a wordt hoofdstuk 10c met titel: ”Reparatie-uitkering bij werkloosheid” toegevoegd en dit hoofdstuk komt te luiden:

    Artikel 10c:1 Werkingssfeer reparatie-uitkering

    • 1.

      Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad.

    • 2.

      In afwijking van lid 1 van dit artikel, is artikel 10c:7 van toepassing op de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1, onderdeel a.

  • Artikel 10c:2 Begripsbepalingen

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      arbeidsverleden: arbeidsverleden als bedoeld in de Werkloosheidswet;

    • b.

      gemeentelijke sector: de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, die de CAR van toepassing hebben verklaard;

    • c.

      herleving: herleving overeenkomstig de Werkloosheidswet;

    • d.

      indexatie: de reparatie-uitkering wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector;

    • e.

      reparatie-uitkering: uitkering die de toegekende WW-uitkering in opbouw en duur aanvult naar het niveau op 31 december 2015;

    • f.

      sv-maandloon: sv-maandloon als bedoeld in de Werkloosheidswet met het maximum, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen.

    • g.

      werkloos: werkloos als bedoeld in de Werkloosheidswet;

    • h.

      werkloosheidsuitkering: WW-uitkering en reparatie-uitkering tezamen;

    • i.

      WW-uitkering: uitkering op grond van de Werkloosheidswet;

    • j.

      WW: Werkloosheidswet.

  • Artikel 10c:3 Recht reparatie-uitkering

    • 1.

      De ambtenaar heeft recht op een reparatie-uitkering indien:

      • a.

        de werkloosheid aansluitend op de WW-uitkering voortduurt; en

      • b.

        de WW-opbouw lager is bij een arbeidsverleden vanaf 10 jaar op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015; of

      • c.

        een WW-uitkering met een kortere duur is toegekend op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015.

    • 2.

      De ambtenaar legt de benodigde gegevens en informatie van het UWV aan de gemeente over die van invloed kunnen zijn op het recht, de hoogte en de duur van de reparatie-uitkering.

  • Artikel 10c:4 Opbouw en duur reparatie-uitkering

    • 1.

      De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 10 jaar arbeidsverleden, bedraagt een halve maand per dienstjaar.

    • 2.

      De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 24 jaar arbeidsverleden, bedraagt een maand per verstreken kalenderkwartaal.

    • 3.

      De duur van de reparatie-uitkering is gelijk aan het verschil tussen de duur van de WW-uitkering op 31 december 2015 en de duur van de WW-uitkering op of na 1 januari 2016 inclusief de opschuiving van de einddatum door herleving.

  • Artikel 10c:5 Hoogte reparatie-uitkering

    • 1.

      De reparatie-uitkering heeft dezelfde hoogte als de WW-uitkering als deze niet zou zijn geëindigd.

    • 2.

      De volledige reparatie-uitkering is gebaseerd op 36 uur per week werkloosheid. Als sprake is van minder dan 36 uur per week werkloosheid, wordt het bedrag van de reparatie-uitkering berekend naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is.

  • Artikel 10c:6 Sancties reparatie-uitkering

    • 1.

      Het college maakt een sanctieregeling op grond waarvan sancties kunnen worden toegepast op de uitbetaling van de reparatie-uitkering. Onderdeel van de sanctieregeling is de plicht die de ambtenaar heeft om het college te informeren over alles wat van invloed kan zijn op de duur en hoogte van de reparatie-uitkering.

  • Artikel 10c:7 Premie reparatie-uitkering

    • 1.

      Het college heft vanaf 1 januari 2018 maandelijks een werknemerspremie op het bruto salaris van de ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.

    • 2.

      De hoogte van de premie is vastgesteld 0,1% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n). De hoogte van de premie kan jaarlijks worden bijgesteld.

    • 3.

      De heffingsgrondslag is gemaximeerd tot het maximum-premieloon bedoeld in artikel 17 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

  • Artikel 10c:8 Einde reparatie-uitkering

    • 1.

      De reparatie-uitkering eindigt na het verstrijken van de uitkeringsduur.

    • 2.

      De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de werkloosheid eindigt.

    • 3.

      De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

    • 4.

      De reparatie-uitkering eindigt na een periode van 13 weken van voortdurende arbeidsongeschiktheid door ziekte.

  • Artikel 10c:9 Herleving reparatie-uitkering

    • 1.

      Als het recht op een reparatie-uitkering gedeeltelijk of geheel is geëindigd en vervolgens de (ex)ambtenaar na aanvaarding van een nieuw dienstverband wederom werkloos is geworden, herleeft op verzoek het recht op een reparatie-uitkering voor zover bij de beëindiging van het nieuwe dienstverband geen nieuw recht op een WW-uitkering op grond van de WW is ontstaan.

    • 2.

      De duur en de hoogte van de herleefde reparatie- uitkering zijn gelijk aan de duur en hoogte van de reparatie-uitkering waarop de (ex) ambtenaar nog recht zou hebben gehad indien hij onafgebroken werkloos zou zijn geweest.

    • 3.

      De reparatie-uitkering kan niet meer herleven als de maximale uitkeringsduur van de reparatie-uitkering is volgemaakt.

  • Artikel 10c:10 Afkoop reparatie-uitkering

    • 1.

      Het college kan eenmalig, aan het begin van de uitkeringsperiode, op verzoek van de ambtenaar, toestemming geven voor afkoop van de reparatie-uitkering.

    • 2.

      Het college bepaalt de hoogte van het afkoopbedrag en de voorwaarden waaronder de afkoop verstrekt wordt.

  • B.

    In artikel 10d:2 wordt sub g gewijzigd en sub h en sub i worden toegevoegd. Ze komen te luiden:

     

    • g.

      reparatie-uitkering: uitkering die de WW-uitkering in opbouw en duur aanvult naar het niveau op 31 december 2015;

    • h.

      werkloosheidsuitkering: WW-uitkering en reparatie-uitkering tezamen;

    • i.

      WW-uitkering: uitkering op grond van Werkloosheidswet.

  • C.

    In artikel 10d:25 lid 1 wordt sub c gewijzigd en komt te luiden:

     

    • c.

      recht heeft op een werkloosheidsuitkering en deze werkloosheidsuitkering ontvangt.

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2018.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 5 februari 2018.

De raad voornoemd,

de griffier

B.A. (Bart) Duursema

de voorzitter

A.G.J. (Ton) Strien

Naar boven