Gemeenteblad van Opmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Opmeer | Gemeenteblad 2018, 33712 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Opmeer | Gemeenteblad 2018, 33712 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent jeugdhulp Nadere regels Jeugdhulp gemeente Opmeer 2018
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer,
gelet op het besluit van de raad van 21 december 2017 tot vaststelling van de Verordening Jeugdhulp Opmeer 2018.
overwegende dat de bepalingen van de Verordening Jeugdhulp Opmeer 2018 nadere invulling behoeven door middel van Nadere regels;
besluit vast te stellen de Nadere regels Jeugdhulp 2018 gemeente Opmeer.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Alle definities die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en de Verordening jeugdhulp Opmeer 2018.
Artikel 2 Toegang tot jeugdhulp (niet via WIJkteam OpMEER)
Bij verwijzing via huisarts, medisch specialist en jeugdarts of toegang via gecertificeerde instelling, de kinderrechter, het openbaar ministerie of een justitiële instelling en de toegang via Veilig Thuis kan de jeugdige terecht bij het ondersteuningsaanbod van het WIJkteam OpMEER dan wel bij het aanbod van de jeugdhulpaanbieders die de gemeente heeft ingekocht.
Hoofdstuk 2 Procedure via WIJkteam OpMEER
Iedere jeugdige waarvan de gezaghebbende ouder zijn of haar woonplaats heeft in de gemeente Opmeer kan zich rechtstreeks met een jeugdhulpvraag richten tot het WIJkteam OpMEER via
Hoofdstuk 3 Het persoonsgeboden budget (PGB)
Artikel 9 kwaliteitseisen aan zorgaanbieders
Voor PGB zorgaanbieders gelden de volgende kwaliteitseisen:
Bijlage 1 Gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel bij verschillende leeftijden
Toelichting op de Nadere regels jeugdhulp Opmeer 2018
Op 21 december 2017 is de verordening jeugdhulp gemeente Opmeer 2018 vastgesteld door de raad. Deze verordening wordt voorgeschreven door de Jeugdwet en voorziet in een jeugdzorgstelsel dat jeugdigen en ouders waar nodig en tijdig, bij hun situatie passende hulp biedt, met als doel de eigen kracht van de jongere en het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin te versterken.
In de voorliggende nadere regels zijn de artikelen van de verordening, voor zover nodig, verder uitgewerkt. Daarnaast wordt een aangepaste procedure voor dyslexiezorg vastgelegd en een bepaling opgenomen met betrekking tot de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.
Dit artikel spreekt voor zich.
Jeugdhulp is toegankelijk via de gemeente maar ook rechtstreeks via de huisarts, de jeugdarts of medisch specialist. De betrokken jeugdhulpaanbieder moet zich in dat geval houden aan afspraken die gemaakt zijn met de gemeente in het kader van een inkoopcontract of subsidierelatie. Deze contractafspraken zijn onder meer bedoeld om te waarborgen dat de gemeente haar regierol kan uitvoeren, en een integrale benadering rond het kind (1 gezin - 1 plan - 1 contactpersoon) tot stand komt.
Toegang is ook mogelijk via Veilig Thuis, gecertificeerde instellingen (G.I.), de kinderrechter, het openbaar ministerie of een justitiële instelling. G.I.’s zijn verplicht om in het kader van een door de rechter opgelegde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering te overleggen met het wijkteam. Ook hier geldt dat de G.I. in beginsel gebonden is aan de jeugdhulp die de gemeente heeft ingekocht. Dit type toegang wordt in de Jeugdwet geregeld en wordt in de verordening Jeugdhulp en de nadere regels niet nader uitgewerkt.
Het college is bevoegd om de toegang tot jeugdhulp te verlenen op grond van de wet. In onze gemeente is de beslissing over het inzetten van jeugdhulp gemandateerd aan deskundigen in het WIJkteam OpMEER. Dat geldt ook voor spoedeisende gevallen als een passende tijdelijke maatregel moet worden getroffen of een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet moet worden aangevraagd (artikel 5 verordening Jeugdhulp Opmeer).
Er wordt onderscheid gemaakt tussen individuele en overige voorzieningen. De jeugdige of zijn ouders die een beroep willen doen op een overige voorziening kunnen hier direct naartoe zonder meldingsprocedure. Onder de overige voorzieningen valt bijvoorbeeld de opvoedondersteuning.
Artikel 4 Vooronderzoek en gesprek
Voor het onderzoek worden relevante bekende gegevens in kaart gebracht, zodat cliënten niet worden belast met vragen over zaken die bij de gemeente al bekend zijn. Ook is afstemming mogelijk met eventuele andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen.
De regels met betrekking tot de privacy van betrokkenen en gegevensuitwisseling die gelden op grond van de Jeugdwet en de Wet bescherming persoonsgegevens zijn hierop van toepassing. Indien gegevens nodig zijn waartoe het WIJkteam OpMEER geen toegang heeft in verband met de privacyregels kan het de jeugdige of zijn ouders vragen om toestemming om deze op te vragen of in te zien.
Met het vooronderzoek kan worden beoordeeld of sprake is van een voorliggende voorziening en of het WIJkteam OpMEER op grond van artikel 1.2 van de wet al dan niet is gehouden om een voorziening op basis van deze wet te treffen.
Als het WIJkteam OpMEER al een dossier heeft van de jeugdige of zijn ouders, en de jeugdige of zijn ouders geven toestemming om dit dossier te gebruiken, dan kan een vooronderzoek achterwege blijven. Een gesprek over de acute jeugdhulpvraag is dan in de regel nog wel nodig. Indien de jeugdhulpvraag ook al bekend is, en het bijvoorbeeld over een vervolgvraag gaat, dan kan in overleg met de jeugdige of zijn ouders ook van het gesprek worden afgezien.
Het verslag is in het belang van een zorgvuldige dossiervorming en een zorgvuldige procedure. De invulling van deze verslagplicht is vormvrij. Een goede weergave maakt het voor het WIJkteam OpMEER inzichtelijk om een juiste beslissing te nemen op een jeugdhulpvraag en draagt bij aan een inzichtelijke communicatie met de cliënt. Uiteraard zal de weergave van de uitkomsten van het onderzoek variëren met de uitkomsten van het onderzoek. Zo zal de weergave van het onderzoek bijvoorbeeld heel beperkt kunnen zijn als de cliënt van mening is goed geholpen te zijn en de uitkomst is dat geen aanvraag van een individuele voorziening noodzakelijk is. Bij meer complexe onderzoeken zal uiteraard een uitgebreidere weergave noodzakelijk zijn.
Desgewenst kan het WIJkteam OpMEER de schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek ook gebruiken als een met de cliënt overeengekomen ondersteuningsplan waarin de gemaakte afspraken en de verplichtingen die daaruit voortvloeien, zijn vastgelegd. Het is in dat geval passend dat het WIJkteam OpMEER en de cliënt dit plan ondertekenen.
Het ondersteuningsplan wordt samen met de jeugdige en/of de ouders en mogelijk andere betrokkenen opgesteld. In het ondersteuningsplan staan in de eerste plaats de afspraken over wat de jeugdige en/ of zijn ouders zelf gaan oppakken. Daarnaast wordt beschreven welke overige jeugdhulpvoorzieningen en welke individuele jeugdhulpvoorzieningen nodig zijn. Het ondersteuningsplan vormt de verbinding met ondersteuning uit andere voorzieningen bijvoorbeeld onderwijs, participatie en volwassenenzorg.
Het ondersteuningsplan is geen statisch document. Er kunnen afspraken aan toegevoegd worden, wanneer dat naar inzicht van de jeugdige en/of de ouders of het college van belang is. Bovendien kan het zijn dat als er meerdere vragen/problemen in een gezin zijn, deze niet allemaal tegelijkertijd worden opgepakt.
Een aanvraag is nodig om een verleningsbeschikking voor een individuele jeugdhulpvoorziening te verkrijgen. In de Awb worden regels gegeven omtrent de aanvraag. De verordening en nadere regels wijken daarvan niet af.
In artikel 4:13 van de Awb is bepaald dat een beschikking dient te worden gegeven binnen een redelijke termijn van acht weken na ontvangst van de aanvraag. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, dient het bestuursorgaan dit binnen deze termijn aan de aanvrager mede te delen en daarbij een redelijk termijn te noemen waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien (artikel 4:14, derde lid, van de Awb).
Deze termijnen zijn maximumtermijnen. Indien nodig kan na een melding binnen enkele dagen een individuele jeugdhulpvoorziening worden verstrekt, in complexe situaties zal in de regel in het belang van een zorgvuldig onderzoek een langere termijn nodig zijn. Bijvoorbeeld, indien een langer durend diagnosetraject benodigd is, kan dit ook tot een wat langere afhandelingsduur van de aanvraag leiden.
Het WIJkteam OpMEER kan extern advies inwinnen indien dat voor de beoordeling van een aanvraag of het opstellen van het ondersteuningsplan nodig is; als dat de enige mogelijkheid is om een zorgvuldig onderzoek naar de aanvraag te doen, is het zelfs in zekere zin verplicht. Het is bij de adviesvraag van belang dat hierbij een heldere vraag of afgebakende opdracht wordt verstrekt, zodat duidelijk is voor de cliënt en de adviseur welk aanvullend onderzoek nog nodig is.
Artikel 9 Kwaliteitseisen aan zorgaanbieders
Deze eisen zijn bedoeld om de kwaliteit van de PGB zorg op gelijke hoogte te krijgen als zorg in natura. Een PGB kan geweigerd worden wanneer de kwaliteit van de zorg niet gegarandeerd is. Hiermee wordt voorkomen dat malafide aanbieders hulp aanbieden.
Artikel 10 Hulp uit het Sociale netwerk
Hier worden de aanvullingen genoemd op de voorwaarden in de verordening om in aanmerking te komen voor een PGB. Deze aanvullingen voorkomen dat ouders alle zorg die hun kind nodig heeft in hun zorgplan opvoeren.
Uitgangspunt van de wet is dat de jeugdige of zijn ouders een voorziening in ‘natura’ krijgen. Indien gewenst, en indien voldaan wordt aan de criteria in artikel 4.2, bestaat echter de mogelijkheid van het toekennen van een PGB.
Een PGB is gemiddeld genomen goedkoper dan zorg in natura omdat er minder overheadkosten hoeven te worden meegerekend. De maximale hoogte van een PGB bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele jeugdhulpvoorziening in natura. Het WIJkteam OpMEER kan het PGB weigeren voor dat gedeelte dat duurder is dan deze door het WIJkteam OpMEER te bieden individuele jeugdhulpvoorziening in natura.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 12 Procedure dyslexiezorg
De aard en organisatie van de dyslexiezorg is dusdanig dat de zorgtoewijzingen kunnen worden overgelaten aan de aanbieders zelf. Indien de situatie daar aanleiding toe geeft, kan het wijkteam dossier opvragen bij de aanbieder om de rechtmatigheid van de toekenning te controleren.
Artikel 13 Kindermishandeling en huislijk geweld
De Aanpak Kindermishandeling/huiselijk geweld, ouderenmishandeling is in heel Nederland ingevoerd. Het doel is het realiseren van een sluitende aanpak van kindermishandeling/huiselijk geweld. Binnen deze aanpak is een van de (verplichte) stappen van de Wet Meldcode, stap 2, een deskundige collega of Aandachtfunctionaris te consulteren. Dat impliceert dat die specifieke deskundigheid ook in huis (binnen de organisatie) aanwezig moet zijn. Organisaties waar de meldcode op van toepassing is wordt geadviseerd om een Aandachtfunctionaris aan te stellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-33712.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.