Gemeenteblad van Koggenland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Koggenland | Gemeenteblad 2018, 31521 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Koggenland | Gemeenteblad 2018, 31521 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent de GR Archeologie Westfriese Gemeenten gemeenschappelijke regeling Archeologie Westfriese Gemeenten
De raad van de gemeente Koggenland;
heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 gelezen en neemt de onderbouwing daarvan over, en
Gemeenschappelijke regeling Archeologie Westfriese gemeenten
De raden en de colleges van de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 januari 2018
de deelnemende gemeenten ter vergadering van 5 februari 2009 te Hoorn hebben ingestemd met de voorstellen gedaan tot het opstellen van een lichte gemeenschappelijke regeling (artikel 8 lid 3 Wet gemeenschappelijke regelingen) op het gebied van Archeologie en hiermee gemeentelijk de verantwoordelijkheid nemen voor beleid en uitvoering op het gebied van archeologie in hun gemeente;
de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Erfgoedwet (1-7-2016)
de Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Westfriese Gemeenten vast te stellen en deze als volgt zal luiden "Gemeenschappelijke Regeling Archeologie Westfriese Gemeenten"
Artikel 2 bestuursvorm, belang en taken
De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel nemen deel aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in artikel 1 en artikel 8, derde lid, van de Wetgemeenschappelijke regelingen 1984.
De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen vanwege de regionale samenhang van archeologische structuren, teneinde archeologisch beleid en indien nodig uitvoerende werkzaamheden gezamenlijk gestalte te geven. Hierbij zullen de dienstafnemende gemeenten gebruik mogen maken van het certificaat voor het verrichten van archeologisch onderzoek zoals bedoeld in de Erfgoedwet 2016 § 5.1.
Artikel 3 taken van de dienstverlenende gemeente
De dienstverlenende gemeente draagt zorg voor het navolgende:
het voorzien in de mogelijkheid van een centraal tussendepot, waarin de vondsten en data die voortkomen uit veldonderzoeken kunnen worden ondergebracht en beheerd. De vondsten van een onderzoek kunnen, na toestemming van de Provincie Noord-Holland, volgens een standaard bruikleenovereenkomsten voor onderzoeks- en publieksdoeleinden aan elke gemeente worden uitgeleend.
Artikel 5 Ambtelijke werkgroep
De deelnemende gemeenten stellen een ambtelijke werkgroep in die bestaat uit één ambtenaar van elke deelnemende gemeente. De ambtelijke werkgroep bereidt adviezen voor die de dienstverlenende gemeente op grond van haar bevoegdheid binnen de Gemeenschappelijke Regeling kan gaan uitwerken. De werkgroep vergadert ten minste twee maal per jaar en hoogstens vier maal per jaar. Bij excessen kan de werkgroep bijeen worden geroepen op initiatief van een van de deelnemers.
Artikel 8 Toezending en publicatie
De besturen van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, tweede lid van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, zorg voor de bekendmaking van de inwerkingtreding van de regeling of van besluiten tot wijziging, opheffing, toetreding en uittreding.
De raad van de gemeente Koggenland,
5 februari 2018, agendapunt 3.05.07
de griffier,
mevrouw drs. P.M. Tromp
de voorzitter,
R. Posthumus
Toelichting gemeenschappelijke regeling
Aanleiding en doel van de regionale samenwerking
Na de implementatie van het Verdrag van Valletta (1992) is de Monumentenwet 1988 in 2007
gewijzigd ten gevolge van de vaststelling van de Wet op de archeologische Monumentenzorg (Wamz 2007 Wijzigingswet). De WAMZ en de Monumentenwet zijn in 2016 opgegaan in de Erfgoedwet. Op grond van de wetgeving mogen archeologische waarden in principe niet worden aangetast. Dat wil zeggen dat in het ruimtelijk ordeningsbeleid ook deze waarden onderdeel dienen uit te maken van de afwegingen in de besluitvorming. Ten gevolge van bouwen, aanleggen en in bepaalde gevallen ook slopen wordt de bodem echter onvermijdelijk verstoord.
Er is een structurele samenwerking aangegaan met de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen ,Stede Broec en Texel. De samenwerking is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling.
Om de doelstelling genoemd in artikel 1 lid 3 van deze gemeenschappelijke regeling te kunnen realiseren, is het nodig om twee een senior regioarcheologen in dienst te hebben die deze extra adviestaken kunnen uitvoeren. De kosten van deze archeologen zullen op grond van artikel 6 van deze regeling in evenredige delen over de deelnemende gemeenten worden verdeeld.
Er zal voor de uitvoering van deze regeling alleen sprake zijn van personeelskosten die betrekking hebben op het uitvoeren van een adviesplicht.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat het Team Erfgoed van de gemeente Hoorn advies geeft en de bewuste gemeente zelf de benodigde vergunningen dient te verlenen. De archeologisch adviseur treedt gemandateerd namens de gemeente op als Bevoegd Gezag. Bij deze gemeenschappelijke regeling is geen sprake van een overheveling van de bestuursbevoegdheid, waar ook het verlenen van vergunningen onder valt.
Onder de kosten genoemd in artikel 6 lid 1 worden tenminste verstaan de kosten van aanstelling, huisvesting, begeleiding, disciplinaire maatregelen, ontslag(vergoeding) en kosten van rechtsbijstand, kosten in- en buiten rechte en interne uren van ambtenaren van de dienstverlenende gemeente als werkgever verband houdende met de meer dan normale kosten als bedoeld in lid 3 van dit artikel, van het in dienst hebben van een werknemer.
Naast doelstellingen als een afgestemd erfgoedbeleid en op elkaar aansluitend archeologisch onderzoek dat tot betere inzichten voor de regio leidt, is kostenbeperking een belangrijke doelstelling voor het samenwerkingsverband. Omdat hier geen sprake is van commerciële doelstellingen is transparantie betreffende de kostenstructuur van de diensten een belangrijk uitgangspunt. In de kostprijs die zal worden vastgesteld is kostendekkend en er zijn geen winstmarges en risico-opslagen in meegenomen. In commerciële situaties is dat wel het geval.
Tussen de deelnemende gemeenten is afgesproken dat iedere gemeente voor een proportioneel deel bijdraagt aan de regioarcheologen. Voor 2018 worden –bij gelijk gebleven tarief als 2017- voor de deelnemende gemeenten de volgende bedragen gehanteerd:
Texel € 28.000,- (exclusief Pilot Archeologie Waddenzee)
Het aantal uren per gemeente is verschillend, maar altijd inclusief 50 uur voor algemene zaken. Dreigt overstijgen van het aantal beoogde uren per gemeente, dan wordt hierover direct teruggekoppeld. Bij significant minderwerk (> 15%) zal verrekening plaatsvinden. De bijdrage van de Gemeente Hoorn bestaat uit gekapitaliseerde diensten en middelen ten behoeve van de archeologie-regio met een omvang van € 10.500,-, afkomstig uit de reeds bestaande facilitaire middelen en overige diensten. Is specifieke externe expertise nodig die het taakveld van de archeologisch adviseur overstijgt, dan kan deze na goedvinden van de betreffende gemeente worden aangetrokken. Hiermee wordt afgeweken van in 2006 vastgestelde uniforme tarifering voor vergoeding van diensten die de gemeente Hoorn in regionaal verband uitvoert.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-31521.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.