Controleverordening Meerinzicht 2018

Het Bestuur van het openbaar lichaam Meerinzicht besluit;

gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten;

vast te stellen:

 

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van het openbaar lichaam Meerinzicht.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder accountant:

  • a.

    een door het Bestuur benoemde:

    • registeraccountant of;

    • accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-administratieconsulenten of;

    • organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • b.

    accountantscontrole

    de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door het Bestuur benoemde accountant van:

    • het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

    • het in overeenstemming zijn van de door de Directieraad opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

    • de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken, waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrolehet overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het “Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten”.

     

  • d.

    deelverantwoordingeen in opdracht van het Bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatieonderdeel binnen de organisatie, welke verantwoording onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

     

  • e.

    goedkeuringstolerantieeen tolerantie voor fouten of onzekerheden in de controle in de vorm van een percentage van de totale lasten van Meerinzicht.

     

  • f.

    rapporteringstolerantieeen rapporteringstolerantie dient als tolerantie (minimaal bedrag) voor rapportage in het accountantsverslag.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1.

    De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het Bestuur te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van maximaal vijf jaar.

  • 2.

    De Directieraad bereidt in overleg met het Bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3.

    Het Bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);

    • c.

      de inrichtingseisen voor het accountantsverslag;

    • d.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar.

  • 4.

    Het Bestuur kan in het programma van eisen opnemen, dat het Bestuur jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de producten en de organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.

  • 5.

    In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt het Bestuur voor de selectie van de accountant de selectiecriteria en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

Artikel 3. Informatieverstrekking door de Directieraad

  • 1.

    De Directieraad overlegt de jaarrekening aan de accountant voor controle.

  • 2.

    De Directieraad draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, bestuursbesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt de Directieraad schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    De Directieraad legt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het accountantsverslag voor aan het Bestuur binnen de termijnen, vastgesteld in de Gemeenschappelijke Regeling Meerinzicht.

  • 5.

    Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het Bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door de Directieraad aan het Bestuur en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt (desgewenst) periodiek (afstemmings)overleg plaats tussen de accountant en/of (een vertegenwoordiger uit) de Directieraad en/of de directeur en/of de hoofden/coördinatoren van de organisatieonderdelen en/of de concerncontroller, één en ander met inachtneming van het bepaalde in de door de Directieraad vastgestelde mandaatbesluiten.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig acht. de Directieraad draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van Meerinzicht.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. de Directieraad draagt er zorg voor, dat de desbetreffende werknemers hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    De Directieraad draagt er zorg voor, dat alle organisatieonderdelen van Meerinzicht zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de (rechtmatige) totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

  • 1.

    De Directieraad kan de door het Bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. De Directieraad informeert het Bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2.

    De Directieraad draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoording moet worden uitgevoerd door een accountant, is de Directieraad bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het Bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van Meerinzicht is.

Artikel 7. Rapportering

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het Bestuur en zendt een afschrift hiervan aan de Directieraad.

  • 2.

    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven accountantsverslag brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de directeur, concerncontroller en/of de hoofden/coördinatoren van de organisatieonderdelen dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren van Meerinzicht.

  • 3.

    De controleverklaring en het accountantsverslag worden voor verzending aan het Bestuur door de accountant aan de Directieraad voorgelegd met de mogelijkheid voor de Directieraad om op deze stukken te reageren.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018 onder gelijktijdige intrekking van de Controleverordening Meerinzicht 2015.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening Meerinzicht 2018”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Bestuur op 24 januari 2018.

de voorzitter,

J. de Jong.

de secretaris,

R.C. van Nunspeet.

Naar boven