Wijzigingen Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Delft 2015

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 31 oktober 2017,

 

gelet op de artikelen 6, 8 en 8a van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

besluit:

 

l.  

De re-integratieverordening Participatiewet gemeente Delft 2015 als volgt te wijzigen:

 

A

Artikel 1. Begrippen, lid 1, onderdeel c komt te luiden:

“De doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a van de wet, of als bedoeld in artikel 10d, tweede lid van de wet”.

 

B

In artikel 2. Opdracht aan het college, lid 3 wordt: ‘zoals bedoeld in artikel 13’ vervangen door: ‘zoals bedoeld in artikel 12’.

 

C

In artikel 3. Aanspraak, lid 2 wordt: ‘zoals bedoeld in artikel 41, vierde lid, onderdeel a of b van de wet’ vervangen door: ‘zoals bedoeld in artikel 41, vierde lid van de wet’.

 

D

In artikel 9. Loonwaarde en loonkostensubsidie worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • a.

    In lid 1 wordt ‘Het college kan ambtshalve of naar aanleiding van een schriftelijke aanvraag vaststellen of de belanghebbende die arbeidsmogelijkheden heeft, niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen en daarmee behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e van de wet’  

     

    vervangen door:  

     

    Het college kan ambtshalve of naar aanleiding van een schriftelijke aanvraag vaststellen of de belanghebbende die arbeidsmogelijkheden heeft, niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen en daarmee behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e van de wet of tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 10d, tweede lid van de wet’. 

  • b.

    In lid 8 wordt ‘De loonkostensubsidie bedraagt het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon en bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimum loon, vermeerderd met een bij ministeriele regeling nader te bepalen vergoeding voor werkgeverslasten’

     

    vervangen door:

     

    ‘De loonkostensubsidie bedraagt het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon en bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimum loon en de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag , vermeerderd met een bij ministeriële regeling nader te bepalen vergoeding voor werkgeverslasten’.  

  • c.

    Lid 9 komt te luiden als volgt:

    ‘Het college kan in overleg met de werkgever vaststellen dat de vaststelling van de loonwaarde gedurende maximaal de eerste zes maanden van de dienstbetrekking achterwege kan blijven. In deze periode wordt een forfaitaire loonkostensubsidie verstrekt ter hoogte van 50 procent van het totale bedrag van het wettelijk minimumloon en de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag , vermeerderd met een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten’.

 

E

Artikel 11. No-riskpolis wordt verwijderd.

 

F

Artikel 12 wordt gewijzigd in artikel 11.

 

G

Artikel 13 wordt gewijzigd in artikel 12. En in het nieuwe artikel 12 Beschut werk worden de volgende wijzigingen aangebracht: 

 

  • a.

    in lid 1 wordt ‘Het college kan de voorziening beschut werk aanbieden aan de belanghebbende die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op een aanpassingen van de werkplek nodig heeft, dat van een reguliere werkgever niet kan worden verwacht dat hij deze belanghebbenden in dienst neemt’

     

    vervangen door:

     

    Het college biedt ambtshalve of op verzoek de voorziening beschut werk, aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat hij/zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, en deze persoon:

    • a.

      behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, lid 1 onderdeel a van de Participatiewet, of

    • b.

      een uitkering ontvangt van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)’. 

  • b.

    in lid 2 wordt ‘het college maakt ter uitvoering van het eerste lid van dit artikel een voorselectie uit de groep belanghebbenden, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid van deze verordening’

     

    vervangen door:

     

    Het college kan uit de personen uit de doelgroep een voorselectie maken en wint bij het UWV advies in voor de beoordeling of belanghebbende uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft’. 

  • c.

    in lid 3 wordt ‘Het college vraagt, indien uitzicht bestaat op een dienstbetrekking in het kader van beschut werk, op grond van artikel 10b, tweede lid van de wet, het UWV om een advies of de belanghebbende uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft’

     

    vervangen door:

     

    ‘De datum van het (positief) advies van het UWV is bepalend voor de volgorde van het aanbod van de voorziening beschut werk’.  

  • d.

    in lid 4 wordt ‘De voorzieningen, genoemd in de artikelen 11 en 12, kunnen tezamen met de voorziening beschut werk worden aangeboden’

     

    vervangen door:

     

    Het aantal jaarlijks te realiseren dienstbetrekkingen is beperkt tot het aantal dat bij ministeriële regeling is vastgesteld’.  

  • e.

    in lid 5 wordt ‘het college stelt jaarlijks het aantal te realiseren beschutte werkplekken en de benodigde financiering vast’

     

    vervangen door:  

     

    ‘Het college kan extra dienstbetrekkingen realiseren, bovenop het aantal te realiseren dienstbetrekkingen, zoals genoemd in lid 4’. 

  • f.

    lid 6 komt te luiden als volgt:

    ‘Het college kan nadere regels opstellen om de volgorde te bepalen van het aanbod van de extra dienstbetrekkingen, zoals genoemd in lid 5’. 

  • g.

    lid 7 komt te luiden als volgt:

    ‘Om de in artikel 10b eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken kan het college ondersteunende voorzieningen, zoals genoemd in deze verordening inzetten’. 

  • h.

    lid 8 komt te luiden als volgt:

    Het college kan een andere voorziening, zoals genoemd in deze verordening inzetten tot het moment dat de dienstbetrekking beschut werk aanvangt’. 

  • i.

    lid 9 komt te luiden als volgt:  

    ‘Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van de uitvoering van de voorziening beschut werk’.

  

H

 

Artikel 14 wordt gewijzigd in artikel 13

 

I

Artikel 15 wordt gewijzigd in artikel 14

 

J

Artikel 16 wordt gewijzigd in artikel 15

 

K

Artikel 17 wordt gewijzigd in artikel 16

 

L

Artikel 18 wordt gewijzigd in artikel 17

 

M

Artikel 19 wordt gewijzigd in artikel 18

 

N

Artikel 20 wordt gewijzigd in artikel 19

 

O

Artikel 21 wordt gewijzigd in artikel 20

 

P

Artikel 22 wordt gewijzigd in artikel 21

ll  

dat vorenstaande wijzigingen in werking treden de dag na publicatie en terug werken tot en met 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2017.

 

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart ,burgemeester.

Drs. R.G.R. Jeene , griffier

Naar boven