Subsidieregeling VVE gemeente Maasdriel 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel;

gelezen het voorstel van 1 maart 2018;

overwegende dat:

  • de Algemene Subsidieverordening Maasdriel 2017 en Verordening Peutertoeslag gemeente Maasdriel grondslag bieden voor het verstrekken van subsidie voor voorschoolse educatie en hiervoor nadere regels kunnen worden opgesteld;

  • de gemeente streeft naar een kwalitatief hoogwaardig en toereikend VVE-aanbod in de gemeente Maasdriel;

gelet op artikel 166 van de Wet op primair onderwijs, artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Maasdriel 2017 en artikel 8 en 9 van de Verordening Peutertoeslag gemeente Maasdriel;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende: “Subsidieregeling VVE gemeente Maasdriel 2018”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassing Algemene Subsidieverordening

De Algemene Subsidieverordening Maasdriel 2017 is geheel van toepassing voor zover hiervan in deze nadere regels niet nadrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • geregistreerd kindercentrum;

    • houder;

    • Landelijk Register Kinderopvang (LRK);

    • ouder;

dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang.

  • 2.

    Voor toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • Algemene S ubsidieverordening: Algemene Subsidieverordening Maasdriel 2017 (hierna: ASV);

    • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel;

    • doelgroeppeuters: peuters woonachtig in de gemeente Maasdriel in de leeftijd van 2 jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, met een risico op (taal- en/of ontwikkelings-) achterstand die in aanmerking komen voor VVE op grond van door het college vastgestelde criteria en als zodanig door het consultatiebureau (STMR) zijn geïndiceerd;

    • d oorgaande lijn: van een doorgaande (leer)lijn is in het kader van VVE sprake, indien een kind in een geregistreerd kindercentrum voorschoolse educatie volgt en daarna vroegschoolse educatie op de basisschool;

    • kosteloze uren VVE: uren VVE waaraan een doelgroeppeuter, bovenop het reguliere peuteraanbod, deelneemt. Deze uren zijn voor ouders van doelgroeppeuters kosteloos en worden vanuit de gemeente gefinancierd. In 2018 hebben doelgroeppeuters recht op 3,5 kosteloze uren VVE gedurende 40 weken per jaar;

    • peuter: een in de gemeente Maasdriel ingeschreven kind van 2 tot 4 jaar;

    • regulier peuteraanbod: het aanbod voor peuters van 2 tot 4 jaar aangeboden door geregistreerde kindercentra met VVE-registratie. Het regulier aanbod omvat 7 uur per week gedurende maximaal 40 weken per kalenderjaar1;

    • VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie, hier opgevat als Voorschoolse Educatie voor kinderen vanaf 2 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin aan de hand van een VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden om de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren;

    • VVE-p euterplaats: plaats voor doelgroeppeuters van 2 jaar tot het moment dat de doelgroeppeuter naar de basisschool uitstroomt. De plaats bevindt zich op een kindercentrum met VVE-registratie in de gemeente Maasdriel;

    • VVE-programma: een erkend voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal- emotionele ontwikkeling voor zover dit programma is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

    • VVE-registratie: een registratie in het LRK waaruit blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van VVE.

Artikel 3 Doelstelling

De doelstelling van deze subsidieregeling is om door middel van subsidieverstrekking te zorgen voor:

  • voldoende en kwalitatief goed aanbod van VVE voor de stimulering van de ontwikkeling van peuters en als voorbereiding op de basisschool;

  • een zoveel mogelijk gespreid aanbod van VVE over de gemeente en verbonden aan basisscholen, zodat er een sterke doorgaande lijn is;

  • zoveel mogelijk gemengde (heterogene) peutergroepen, zodat doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen samen spelen en leren;

  • dat doelgroeppeuters door het VVE-programma met een zo klein mogelijke (taal)achterstand aan het basisonderwijs beginnen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verleend voor, de voor ouders van doelgroeppeuters kosteloze uren, voorschoolse educatie (VVE) bij een kindercentrum met VVE-registratie, voor zover de voorschoolse educatie voldoet aan de wettelijke minimumomvang. Het college subsidieert in 2018 bij een omvang van 10,5 uur VVE per week 3,5 uren VVE per week gedurende 40 weken per jaar.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verleend per bezette VVE-peuterplaats aan kindercentra met VVE-registratie die gevestigd zijn in de gemeente Maasdriel en die voorschoolse educatie bieden aan doelgroeppeuters die in de gemeente Maasdriel wonen.

Hoofdstuk 2 Eisen aan de aanvrager en aanvraag

Artikel 6 De aanvrager

Een subsidieaanvraag voor VVE kan enkel worden ingediend door een houder waarvan het kindercentrum gevestigd is in de gemeente Maasdriel en is opgenomen in het LRK met een VVE-registratie.

Artikel 7 Aanvullende voorwaarden betreffende de houder

  • 1.

    In aanvulling op artikel 12 van de ASV gelden de volgende voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen:

    • a.

      houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen;

    • b.

      houder voldoet aan alle relevante wettelijke voorschriften die buiten deze nadere regels van toepassing zijn, zoals de kwaliteitseisen van VVE die zijn opgenomen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

    • c.

      houder verleent doelgroeppeuters voorrang bij de plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen peuterplaatsen;

    • d.

      houder geeft peuters die woonachtig zijn in de gemeente Maasdriel voorrang bij plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen peuterplaatsen;

    • e.

      houder heeft de inspanningsverplichting om doelgroeppeuters te plaatsen in gemengde (heterogene) peutergroepen. Een peutergroep bestaat bij voorkeur voor maximaal 60% uit doelgroeppeuters;

    • f.

      houder dient het Convenant voorschoolse en vroegschoolse educatie te ondertekenen;

    • g.

      houder neemt deel en geeft uitvoering aan de Regionaal Educatieve Agenda (REA);

    • h.

      houder neemt deel aan structureel overleg: stuurgroep VVE;

    • i.

      houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs, het Ministerie van Onderwijs, de GGD of aan andere door het college aangewezen instanties;

    • j.

      houder heeft per locatie een aantoonbare samenwerking met tenminste één basisschool, met aandacht voor de invulling van de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters;

    • k.

      houder werkt aantoonbaar samen binnen de bestaande jeugdhulp- en zorgstructuur in gemeente Maasdriel.

  • 2.

    Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 9 van de ASV en de subsidievoorwaarden in deze nadere regels wordt de subsidie geweigerd indien bij één van de Maasdrielse locaties van de houder, vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening, bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt.

Artikel 8 Aanvullende voorwaarden betreffende het geregistreerde kindercentrum

Naast de inschrijving in het LRK als VVE-locatie kan subsidie uitsluitend worden verstrekt als een kindercentrum voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    op het geregistreerde kindercentrum wordt op peutergroepen een erkend integraal VVE-programma aangeboden ongeacht of er doelgroeppeuters aanwezig zijn;

  • b.

    pedagogisch medewerkers zijn VVE-gecertificeerd;

  • c.

    pedagogisch medewerkers voldoen aan het wettelijk vastgestelde taalniveau voor schrijf-, spreek- en luistervaardigheid;

  • d.

    op het geregistreerde kindercentrum wordt gebruik gemaakt van een kind-volgsysteem;

  • e.

    pedagogisch medewerkers dragen zorg voor de overdracht van (doelgroep)peuters naar het primair onderwijs middels een in het convenant vastgesteld overdrachtsprotocol.

Artikel 9 De subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 6 van de ASV gelden vanaf 01-01-2019 de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal bezette VVE-peuterplaatsen.

  • 2.

    De aanvraag betreft de kosteloze uren VVE, artikel 8 en 9 van de Verordening peutertoeslag. De uren waarvoor de houder deze subsidie aanvraagt, mag de houder niet in rekening brengen bij de ouder.

  • 3.

    Onverminderd artikel 6, lid 2 en 3, van de ASV overlegt de aanvrager bij de aanvraag om verlening van subsidie:

    • a.

      een prognose van het aantal bezette VVE-peuterplaatsen in het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend;

    • b.

      het nummer waaronder het kindercentrum in het LRK geregistreerd staat;

    • c.

      een beleidsplan dat een beschrijving bevat van de:

      • i.

        omvang en samenstelling van de groepen waarvan de peuterplaatsen waarvoor subsidie wordt aangevraagd deel uitmaken;

      • ii.

        wijze waarop de brede ontwikkeling van het kind gevolgd wordt;

      • iii.

        wijze van evaluatie van begeleiding, kwaliteit en resultaten;

      • iv.

        wijze waarop gericht ouderbeleid gevoerd wordt;

      • v.

        informatieoverdracht bij overgang van kindercentrum naar basisschool, en

      • vi.

        samenwerking met andere organisaties.

Hoofdstuk 3 De subsidie

Artikel 10 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college stelt voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar het aantal kosteloze uren VVE en het VVE-tarief voor deze uren vast.

  • 2.

    De grondslag voor de subsidie is het werkelijk aantal doelgroeppeuters en het werkelijk aantal uren dat deze peuters VVE hebben gevolgd.

  • 3.

    De subsidie wordt verleend voor het tijdvak van een jaar.

  • 4.

    Het college stelt de subsidie als volgt vast: per bezette VVE-peuterplaats het aantal kosteloze uren per week maal 40 weken maal het VVE-uurtarief.

  • 5.

    Het college subsidieert in 2018 bij een omvang van 10,5 uur VVE per week 3,5 kosteloze uren VVE per week gedurende 40 weken per jaar, voor een VVE-tarief van €10,- per uur.

  • 6.

    De omvang van de uren en het tarief kunnen jaarlijks door het college aangepast worden.

Artikel 11 Subsidieplafond

Het college verdeelt de subsidie voor peuteropvang als volgt:

  • 1.

    VVE-peuterplaatsen worden bekostigd vanuit het budget onderwijsachterstandenbeleid binnen het programma onderwijs en kinderopvang. Indien dit budget wordt overschreden, wordt het budget voor peuteropvang met voorrang beschikbaar gesteld voor het subsidiëren van de VVE-peuterplaatsen;

  • 2.

    Indien het subsidieplafond voor peuteropvang overschreden wordt informeert het college de raad hierover en kan het college de raad verzoeken extra budget beschikbaar te stellen.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 12 Aanvraag om vaststelling

  • 1.

    Naast het bepaalde in de ASV, dient bij een aanvraag om vaststelling van de subsidie VVE het volgende te worden overlegd:

    • a.

      per geregistreerd kindercentrum, een overzicht van doelgroeppeuters (zonder herleidbare persoonsgegevens) met vermelding van de startdatum van het VVE-programma, het aantal uur dat de doelgroeppeuter VVE volgt en (voor zover van toepassing) de einddatum van het VVE-programma, over het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt vastgesteld;

    • b.

      een akkoordverklaring met de peuteraantallen die over het vooraf liggende jaar door de instelling die de indicering verzorgt ter controle zijn verstrekt.

  • 2.

    Naast de informatie en/of bescheiden als genoemd in het eerste lid kan ook andere informatie en/of bescheiden worden verlangd, voor zover dat:

    • a.

      voor een goede beoordeling van een aanvraag tot vaststelling nodig is;

    • b.

      nodig is voor het verstrekken van informatie aan overheidsinstellingen of daaraan verbonden inspectiediensten voor zover noodzakelijk voor nakoming van een wettelijke verplichting of voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak;

    • c.

      het college kan met minder informatie en/of bescheiden dan genoemd in het tweede lid genoegen nemen, voor zover dat een goede beoordeling van een aanvraag tot vaststelling redelijkerwijs niet in de weg staat.

Artikel 13 Inzicht in bezetting per kwartaal

Elk kwartaal op 15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari dient de houder een bezettingsoverzicht te tonen van het afgelopen kwartaal. Indien blijkt dat het aantal geplaatste doelgroeppeuters 20% of meer afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal, vindt een heroverweging van de subsidie plaats. Mocht de heroverweging leiden tot een wijziging van de subsidieverlening, dan ontvangt de houder een gewijzigd besluit.

Artikel 14 Vaststelling van subsidie

  • 1.

    Bij de vaststelling van de subsidie wordt de subsidie berekend op basis van het daadwerkelijk aantal afgenomen uren en de berekening in artikel 9 en 10 van deze nadere regels.

  • 2.

    Wanneer de aanvrager gedurende het kalenderjaar waarvoor een subsidie is verleend heeft opgehouden uitvoering te geven aan de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 van deze nadere regels, vindt de vaststelling van de subsidie naar rato plaats, dat wil zeggen rekening houdende met het aantal maanden dat de activiteit is uitgevoerd.

Artikel 15 Rapportageverplichtingen

De houder dient, om de subsidie te kunnen ontvangen, de volgende informatie vast te leggen in een dossier en toegankelijk te maken voor controle door de gemeente Maasdriel:

  • a.

    ondertekende overeenkomst tussen de ouder en de houder;

  • b.

    naam, geboortedatum en BSN van de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • c.

    de startdatum van het VVE-programma;

  • d.

    het aantal uren deelname VVE per maand;

  • e.

    indien van toepassing de wijziging of einddatum van het VVE-programma;

  • f.

    een afschrift van de indicatiestelling van de peuter (op naam).

Artikel 16 Verantwoording en controle

  • 1.

    De houder dient, zoals in artikel 12 vermeld, per kwartaal een bezettingsoverzicht te tonen, waarin het aantal gerealiseerde (VVE-)peuterplaatsen is opgenomen. De houder dient hiermee aan te tonen dat voornoemde plaatsing en inzet daadwerkelijk is gerealiseerd.

  • 2.

    De gemeente kan op elk gewenst tijdstip een controle uitvoeren. Deze controle kan eventueel worden uitgevoerd door de (gemeentelijke) accountant. Daarbij zal initieel een steekproef worden gedaan en een aantal dossiers getoetst worden op bijvoorbeeld voorgeschreven inhoud en juistheid van gegevens. Indien gegevens niet kloppen kan de gemeente Maasdriel de onterecht uitgekeerde subsidie bij de houder terugvorderen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze nadere regels, indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2018.

Artikel 19 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: ‘Subsidieregeling VVE gemeente Maasdriel 2018’

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel op 13 maart 2018

Het college van Maasdriel

secretaris

mr. ing.A.P.J.M. de Jong

burgemeester

H. van Kooten

Naar boven