Verordening Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec

De raad van de gemeente Stede Broec;

 

Gelezen de Wet kinderopvang, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang

 

Overwegend dat het noodzakelijk is de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie (SMI) bij verordening te regelen

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2018

besluit:

 

Besluit vast te stellen de hierna volgende Verordening Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec.

 

Verordening gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec

 

1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

  • a)

    BSN: het nummer als bedoeld in artikel 1 onder b van de Wet algemene bepalingen Burgerservicenummer.

  • b)

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec.

  • c)

    Houder: de rechtspersoon die een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf exploiteert in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • d)

    Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met daarop het geregistreerde (verzamel)inkomen van een bepaald belastingjaar.

  • e)

    Kindcentrum: een voorziening als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • f)

    Kinderopvang: opvang van kinderen als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • g)

    Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • h)

    Landelijk register Kinderopvang(LRK): register als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • i)

    Ouderbijdrage: de financiële bijdrage die de ouder(s) / verzorger(s) betaalt/betalen gebaseerd op de landelijke Kinderopvangtoeslagtabel.

  • j)

    Peuteropvang: kinderopvang voor kinderen van 2 jaar tot de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs gaan, gericht op het voorbereiden op de basisschool, anders dan gastouderopvang.

  • k)

    SMI: Sociaal-medische indicatie.

  • l)

    SMI-plaats: een kindplaats voor kinderen met een sociaal-medische indicatie zoals omschreven in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

  • m)

    Toezichthouder: de door het college aangewezen instantie als bedoeld in artikel 1.61 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • n)

    Vaste voet: een vaste bijdrage van de gemeente aan de houder, bedoeld als tegemoetkoming in de extra kosten die de houder maakt voor de uitvoering van voorschoolse educatie.

  • o)

    VE-plaats: een kindplaats voor kinderen die vallen onder de doelgroep van voorschoolse educatie zoals omschreven in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

  • p)

    Voorliggende voorziening: het college bepaald in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen wat wordt gezien als een voorliggende voorziening.

  • q)

    Voorschoolse educatie: uitvoering van een voorschools programma gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen naar een passende onderwijs plek.

  • r)

    Voorschoolse voorziening: een kindcentrum dat voorschoolse educatie uitvoert en zodanig is geregistreerd in het Landelijk register kinderopvang (LRK).

  • s)

    VVE-programma: een erkend programma voor voor- en vroegschoolse educatie gericht op de vier ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling en is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

Artikel 1.2. Doel en toepassingsbereik

Deze verordening heeft tot doel het financieel toegankelijk maken van voorschoolse voorzieningen voor kinderen van ouders zonder recht op kinderopvang en/of met een verminderd financieel draagvlak. Door een gemeentelijke tegemoetkoming worden voorschoolse voorziening financieel toegankelijk voor alle ouders / verzorgers.

Artikel 1.3. Bevoegdheden college

  • 1)

    Het college stelt de doelgroep van deze regeling vast in de beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen;

  • 2)

    Het college stelt jaarlijks de tegemoetkoming vast in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

  • 3)

    Het college stelt jaarlijks de hoogte van de vaste voet vast in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

  • 4)

    Het college stelt jaarlijks de wijze vast waarop de eigenbijdrage voor ouder(s)/verzorger(s) wordt bepaald.

  • 5)

    Het college kan ten behoeve van de uitvoering en controle nadere regels vastleggen in de beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen

Artikel 1.4. Weigeringsgronden tegemoetkoming

  • 1)

    Er wordt geen gemeentelijke tegemoetkoming verstrekt indien:

    • a)

      De voorschoolse voorziening niet geregistreerd is in het register kinderopvang (LRK).

    • b)

      De voorschoolse voorziening niet is gevestigd in de gemeente Stede Broec, Enkhuizen of Drechterland.

    • c)

      De ouder(s) / verzorger(s) en/of het betreffende kind niet woonachtig is/zijn in de gemeente Stede Broec, Enkhuizen of Drechterland.

    • d)

      De ouder(s) / verzorger(s) aanspraak kunnen maken op de rijksregeling kinderopvangtoeslag tenzij anders bepaald in de Beleidsregel Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

    • e)

      Het kind niet onder één van de doelgroepen valt, zoals omschreven in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

    • f)

      Voor het kind bij een andere voorschoolse voorziening al een tegemoetkoming verstrekt wordt.

Artikel 1.5. Wijze van vergoeding

  • 1)

    Het college verstrekt de gemeentelijke tegemoetkoming aan de houder.

  • 2)

    De houder verstrekt de gemeentelijke tegemoetkoming aan de ouder(s) / verzorger(s) in de vorm van een korting op de totaalkosten of het uurtarief.

  • 3)

    Het college verstrekt de tegemoetkoming vaste voet aan de houder.

Artikel 1.6. Wijze van berekening ouderbijdrage

  • 1)

    De ouderbijdrage die de ouder(s) / verzorger(s) aan de houder dienen te betalen wordt gebaseerd op de Landelijke Kinderopvangtoeslagtabel tenzij anders bepaald in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

  • 2)

    De hoogte ouderbijdrage wordt bij inschrijving bepaald en is afhankelijk van het meeste actuele geregistreerde (verzamel)inkomen van een volledig kalenderjaar.

  • 3)

    Bij een sterke daling van het inkomen ten opzichte van het toetsingsinkomen kan een houder een verzoek indienen om voor de vaststelling van de tegemoetkoming uit te gaan van het actuele inkomen.

2. Bepalingen gemeentelijke tegemoetkoming reguliere peuteropvang

Artikel 2.1. Financiële aanspraak bij reguliere peuteropvang

  • 1)

    De ouder(s) / verzorger(s) van een kind dat valt onder de doelgroep voor reguliere peuteropvang, zoals beschreven in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen heeft/hebben jegens het college aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van een voorschoolse voorziening indien geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag.

  • 2)

    In afwijking van het eerste lid kan het college in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen bepalen dat er een (aanvullende) gemeentelijke tegemoetkoming wordt toegekend om de eigenbijdrage (gedeeltelijk) te compenseren.

  • 3)

    Een ouder en diens (ex) partner die tevens ouder is van hetzelfde kind, worden voor de toepassing van deze verordening geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben.

3. Bepalingen gemeentelijke tegemoetkoming Voorschoolse educatie (VE)

Artikel 3.1. Financiële aanspraak bij indicatie voorschoolse educatie

  • 1)

    De ouder(s) verzorger(s) van een kind dat valt onder de doelgroep voor voorschoolse educatie zoals beschreven in de beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen heeft/hebben jegens het college aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor de aanvullende uren van een VE-plaats.

  • 2)

    Een ouder en diens (ex) partner die tevens ouder is van hetzelfde kind, worden voor de toepassing van deze verordening geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben.

  • 3)

    De houder heeft aanspraak op vergoeding van de vaste voet voor ieder VE-plaats die gevuld wordt door een kind dat valt onder de doelgroep voor voorschoolse educatie, zoals beschreven in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen.

Artikel 3.2. Aanvullende weigeringsgronden tegemoetkoming indicatie voorschoolse educatie

Onverminderd het gestelde in artikel 1.4. wordt geen tegemoetkoming in de kosten van een VE-plaats verstrekt indien de voorschoolse voorziening niet aan de wettelijke eisen voor voorschoolse educatie voldoet en als zodanig is geregistreerd in het Landelijk register kinderopvang (LRK).

4. Bepalingen gemeentelijke tegemoetkoming Sociaal medische indicatie (SMI)

Artikel 4.1. Financiële aanspraak bij Sociaal medische indicatie

  • 1)

    De ouder(s) van een kind dat valt onder de doelgroep voor SMI, zoals beschreven in de beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen heeft/ hebben jegens het college aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van een SMI-plaats indien geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag en zij aantoonbaar niet zelf kunnen voorzien en geen beroep kan/kunnen doel op het eigen netwerk of een andere passende voorliggende voorziening.

  • 2)

    In afwijking van het eerste lid kan het college in de Beleidsregels Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen bepalen dat er een (aanvullende) gemeentelijke tegemoetkoming wordt toegekend om de eigenbijdrage (gedeeltelijk) te compenseren.

  • 3)

    De aanspraak van een ouder en diens (ex)partners die tevens ouder is van hetzelfde kind, wordt bepaald aan de hand van de individuele omstandigheden van de ouder(s) en het kind.

Artikel 4.2. Aanvullende weigeringsgronden tegemoetkoming SMI indicatie

  • 1)

    Onverminderd het gestelde in artikel 1.4. wordt geen tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang op grond van SMI verstrekt indien:

    • a)

      Recht bestaat op een passende voorliggende voorziening of tegemoetkoming.

    • b)

      Voldoende opvang geboden kan worden vanuit het eigen sociale netwerk.

    • c)

      Het kind opvang op grond van SMI heeft gekregen en het college geen noodzaak ziet om de voorziening te verlengen.

    • d)

      Niet aantoonbaar (professionele) begeleiding wordt gezocht/ingezet om de problematiek weg te nemen.

    • e)

      Niet aantoonbaar wordt gezocht naar een andere oplossing waardoor de voorziening goedkoper dan wel overbodig wordt.

    • f)

      Bij gastouderopvang moet door de aangewezen deskundige worden beoordeeld of deze voorziening voorziet in de benodigde deskundigheid. Daarnaast kunnen er op grond van deze beoordeling aanvullende voorwaarden worden gesteld aan de wijze van opvang. Indien dit niet van toepassing of er niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden wordt er geen tegemoetkoming verstrekt voor gastouderopvang.

5. Voorwaarden gemeentelijke tegemoetkoming houders voorschoolse voorzieningen

Artikel 5.1. Voorwaarden tegemoetkoming

  • 1)

    Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de tegemoetkoming wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a)

      De houder registreert de aanwezigheid van de kinderen in een aanwezigheidsregistratiesysteem.

    • b)

      De houder registreert het recht op gemeentelijke tegemoetkoming met onderbouwing van de daarvoor benodigde stukken en houdt een deugdelijke administratie bij.

    • c)

      De houder beschikt over onderliggende gegevens en stelt deze op verzoek van het college beschikbaar:

      • De ondertekende plaatsingsovereenkomst tussen de houder en de ouder(s)/verzorger(s), waarin in ieder geval wordt aangegeven: de naam en het adres van de locatie, het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en (verwachte) einddatum van de opvang.

      • Indien van toepassing: de naam en BSN van de (ex)partners en, indien deze op een ander adres woont dan het adres van de ouder/verzorger, het adres van de (ex)partner.

      • De naam, BSN en geboortedatum van het kind of de kinderen.

      • De meest actuele inkomensgegevens van de ouder(s) / verzorger(s), afkomstig van een actuele inkomensverklaring of kopie van de definitieve aangifte van de inkomstenbelasting

      • Gegevens waaruit blijkt dat de Landelijke Kinderopvangtoeslag tabel correct is toegepast.

      • Gegevens waaruit blijkt dat de ouder(s)/verzorger(s) geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag.

      • Voor zover van toepassing een bewijs van indicatiestelling voor voorschoolse educatie of Sociaal medische indicatie.

Artikel 5.2. Aanvullende voorwaarden tegemoetkoming VE-plaats

  • 1)

    Onverminderd het gestelde in artikel 5.1. worden aan de tegemoetkoming in de kosten van VE-plaatsen de volgende aanvullende voorwaarde gesteld:

    • a)

      De houder legt bij inschrijving van het kind met de ouder(s)/verzorger(s) vast:

      • Dat zij om reden van continuïteit hun kind ten minste anderhalf jaar ononderbroken deel laten nemen aan voorschoolse educatie.

      • Dat zij deelnemen aan de ouderactiviteiten, zoals omschreven in het pedagogisch plan van de voorschoolse voorziening.

      • Dat zij instemmen met overdracht van gegevens over hun kind aan de door hen gekozen of aanbevolen basisschool.

Artikel 5.3. Declaratie tegemoetkoming vaste voet

  • 1)

    De tegemoetkoming worden per kwartaal gedeclareerd door de houder met een overzicht van de volgende gegevens:

    • BSN nummer en woonplaats van de peuter.

    • Locatie voorschoolse voorziening incl. LRK nummer.

    • Berekening bijdrage gemeente per kind, totale kosten peuteropvang minus vastgestelde ouderbijdrage.

    • Opgave datum afgegeven indicatie, eventuele aanvullende voorwaarde indicatie en indicatiesteller.

  • 2)

    Onvolledige en/of onjuiste declaraties worden niet in behandeling genomen.

  • 3)

    Het college beslist binnen 8 weken op declaraties van de gemeentelijke tegemoetkoming met inachtneming van de beleidsregels.

Artikel 5.4. Inlichtingenplicht

  • 1)

    De houder is verplicht onverwijld wijzigingen te melden aan het college die van invloed kunnen zijn op het recht op vergoeding dan wel de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 2)

    Indien de houder niet of niet behoorlijk voldoet aan de inlichtingenplicht zoals bedoeld in lid 1 en dit heeft geleid tot een ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming kan het college het recht op een tegemoetkoming intrekken. De onterecht verstrekte tegemoetkoming wordt teruggevorderd.

6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van de verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 6.2. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 6.3. Overgangsbepaling

Ouder(s) / verzorger(s) die een gemeentelijke tegemoetkoming hebben ontvangen in het kader van een VE-plaats behouden het recht op een gemeentelijke toeslag tot het vastgestelde bedrag van de ouderbijdrage. Dit recht vervalt uiterlijk één jaar na vaststelling van deze Verordening of bij beëindigen of aanpassing van de plaatsingsovereenkomst van het desbetreffende kind.

Artikel 6.4. Inwerkingtreding

Deze verordening wordt vastgesteld treedt met ingang van 1 januari 2019 in werking.

Artikel 6.5. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Stede Broec in zijn openbare vergadering van 20 december 2018.

De raad voornoemd,

de griffier,

Y.P.A. Hermans

de voorzitter,

R.A.P. Wortelboer

Naar boven