Eerste wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sluis 2018

De raad van de gemeente Sluis;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 november 2017 ;

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, [eerste, tweede], derde en zevende lid, [2.1.5, eerste lid,] 2.1.6, [2.1.7, 2.3.6, vierde lid,] en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gezien het advies van de Commissie Samenleving/Middelen van 11 december 2018;

BESLUIT: vast te stellen de eerste wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sluis 2018.

 

Artikel I Wijziging Verordening.

De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sluis 2018 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 6. Bijdrage in de kosten van een algemene voorziening.

Voor de algemene voorziening Travalje Subiet is geen eigen bijdrage verschuldigd.

Artikel 7. Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening en pgb's.

2. De bijdrage, dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tenzij overeenkomstig hoofdstuk 3 van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015 een lagere bijdrage is verschuldigd.

6. Voor het collectief vraagafhankelijk vervoer is een cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd ter hoogte van € 1,20 (instaptarief) en € 0,95 (zoneprijs).

7. De in het zesde lid genoemde bedragen zijn uitgedrukt in prijspeil van het jaar 2017 en kunnen ieder opvolgend kalenderjaar worden gewijzigd.

 

Nieuwe tekst

Artikel 6. Bijdrage in de kosten van een algemene voorziening.

Voor de volgende algemene voorziening is geen eigen bijdrage verschuldigd:

Travalje Subiet

Werkleerbedrijf Emergis/Dethon.

Artikel 7 Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening en pgb's.

2. De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 17,50 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënt tezamen, tenzij overeenkomstig hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

6. Voor het collectief vraagafhankelijk vervoer is een cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd ter hoogte van € 1,21(opstaptarief) en € 0,28 (kilometerprijs).

7. De in het zesde lid genoemde bedragen zijn uitgedrukt in prijspeil van het jaar 2018 en kunnen ieder opvolgend kalenderjaar worden gewijzigd.

 

Artikel II Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

 

 

Sluis, 20 december 2018

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier, De voorzitter,

Mr. P.T.G. Claeijs Mr. M.M.D Vermue

Naar boven