Gemeenteblad van Gouda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gouda | Gemeenteblad 2018, 283223 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gouda | Gemeenteblad 2018, 283223 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent buitenreclame Beleidsregels buitenreclame gemeente Gouda 2019
Het college van burgemeester en wethouders van Gouda,
het op grond van artikel 2:5 Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009 (hierna: APV) verboden is zonder vergunning van het college een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de bestemming daarvan;
het op grond van artikel 4:11 APV verboden is om zonder vergunning op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is;
het op grond van deze artikelen verboden is zonder vergunning reclame uitingen zoals abri’s, mupi’s, reclamemasten, lichtmastreclame, A0 reclamedisplays, reclamevitrines, informatieborden, rotondereclame, te plaatsen op of boven een openbare plaats;
het met het oog op het uiterlijk aanzien van de gemeente en de verkeersveiligheid van belang is dat het aantal reclame uitingen aan een maximum wordt gebonden;
het voor het uiterlijk aanzien van de gemeente wenselijk is dat de tijdelijke aankondigingen worden geplaatst in een netwerk van vaste frames en dat deze goed worden onderhouden en beheerd;
het voor een doelmatig beheer en onderhoud van belang is dat het beheer en de exploitatie per perceel in handen is van één exploitant, de opdrachtnemer;
deze opdrachtnemers via aanbesteding worden geselecteerd;
voor het aanbrengen van meningsuitingen en aankondigingen zogenaamde vrije plakplaatsen worden aangewezen;
artikel 2:5 en 4:11 Algemene plaatselijke verordening (APV);
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Affiches: aankondiging van de adverteerder uitsluitend voor reclame-uitingen die in overeenstemming zijn met de ten tijde geldende Nederlandse Reclame Code, met de regelgeving bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening of ter aankondiging van een evenement of wel activiteit van een adverteerder.
Artikel 2. Toepassingsbereik beleidsregels
Deze beleidsregels zien op de volgende reclame-uitingen:
A0 reclamedisplays die gemonteerd zijn rondom een lichtmast, die in een vast netwerk worden geplaatst, die affiches tonen met betrekking tot zowel commerciële als niet-commerciële evenementen en activiteiten en gemeentelijke reclame-uitingen. De gemeente biedt de mogelijkheid om maximaal 120 displays te plaatsen langs daartoe aangewezen invals- en doorgaande wegen.
Artikel 3: Concessieverlening in percelen en exclusiviteit
Er wordt per perceel slechts één vergunning verleend voor het plaatsen van reclame-uitingen in de openbare ruimte als bedoeld in artikel 2:5 APV en artikel 4:11 APV. Degene aan wie na openbare aanbesteding de opdracht is gegund tot het plaatsen en exploiteren van reclame-uitingen in de openbare ruimte dient daarvoor binnen zes maanden na de gunning een aanvraag bij het college in.
De locaties voor de reclame-uitingen worden in onderling overleg tussen de gemeente Gouda en de opdrachtnemer bepaald. De verkeersveiligheid mag op geen enkele wijze in gevaar komen. Exploitanten dienen erop toe te zien dat de reclame-uitingen zodanig geplaatst zijn dat zij niet verder uitsteken dan strikt noodzakelijk en geen ander potentieel gevaar of hinder opleveren voor passanten en andere verkeersdeelnemers.
De opdrachtnemers dienen per perceel vergunning aan te vragen voor de daarin opgenomen toegestane type reclame-uiting(en).
Artikel 6. Voorrangsregels gebruik vast netwerk A0 displays
Om te garanderen dat lokale, niet-commerciële evenementencampagnes die plaatsvinden in de gemeente Gouda voorrang krijgen, hanteert de opdrachtnemer de navolgende voorrangsregel:
GROEP A: lokale niet-commerciële campagnes:
Campagnes primair bestemd voor niet-commerciële doeleinden.
Definitie lokale niet-commerciële campagnes: campagnes ten behoeve van uitingen en/of evenementen (zoals sportevenementen en lokale charitatieve evenementen) georganiseerd door of namens gemeente Gouda of door lokale (sport)verenigingen, stichtingen, politieke partijen, wijk- buurt- en jongeren- of ouderenorganisaties. Bij twijfel of een campagne onder deze groep valt, dient opdrachtnemer dit aan de opdrachtgever voor te leggen die vervolgens hierover zal beslissen.
GROEP B: Lokale sociaal-culturele en maatschappelijke campagnes en aankondiging van niet gesubsidieerde evenementen zoals genoemd in het evenementenbeleid van de gemeente Gouda. De campagne dient gericht te zijn op een tijdelijke activiteit die plaatsvindt in Gouda.
Bij twijfel of een campagne onder deze groep valt, dient opdrachtnemer dit aan de opdrachtgever voor te leggen die vervolgens hierover zal beslissen.
Artikel 7. Verkiezingen/referenda
Affichering van politieke partijen in de openbare ruimte kan worden aangebracht op de ongeveer 6 weken voor verkiezingen van gemeentewege speciaal daartoe aangewezen en geplaatste borden, of op de aangewezen vrije plakplaatsen. Daarnaast bestaat de gelegenheid tot reclamevoering via abri’s, mupi’s of via het netwerk van vaste A0 reclamedisplays.
De handhaving van deze beleidsregel geschiedt op basis van het “Integraal Handhavingsbeleid Leefomgeving Gemeente Gouda 2012-2016” of nadien in het kader van handhaving leefomgeving vastgesteld beleid.
Gouda, 20 december 2018
burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda,
de secretaris, de burgemeester,
Toelichting Beleidsregels buitenreclame gemeente Gouda 2019
De aanleiding voor deze beleidsregels is meerledig:
De huidige regels voor reclame in de openbare ruimte zijn gerelateerd aan de oude APV en daarmee achterhaald. Gezien de snelle ontwikkelingen in de markt, de wensen van de gemeente, stadsmarketing en andere belanghebbenden om reclamemedia in de openbare ruimte te gebruiken en het optimaliseren van de inkomsten is er een behoefte om beleidsregels voor buitenreclame in de gemeente Gouda vast te leggen.
De wereld van (buiten)reclame verandert snel. Steeds meer gebeurt digitaal (minder statische panelen), en de plaatsen waar reclame gemaakt wordt veranderen mee. De huidige welstandsnota geeft aan dat led-reclames toegestaan zijn, mits voldaan wordt aan de richtlijnen van de NSVV. De welstandsnota is echter bedoeld voor reclame aan panden, daarnaast verdient de richtlijn van de NSVV een lokale verdieping slag. Er is behoefte aan duidelijke regels waar digitale reclame in de openbare ruimte zich aan dient te houden.
De komende jaren lopen de twee privaatrechtelijke afgesloten contracten met exploitanten af, waarbij de verwachting is – bij ongewijzigd beleid - dat de inkomsten zullen gaan dalen. De gemeente moet tijdig voorbereid zijn op nieuwe aanbestedingsprocedures en (nieuwe) richtlijnen vaststellen die hierin meegegeven worden aan marktpartijen.
Om onduidelijkheden en spraakverwarringen te voorkomen, worden in deze paragraaf eerst de belangrijke begrippen afgebakend en de reikwijdte van de beleidsregels bepaald.
In de APV Gouda wordt onder handelsreclame het volgende verstaan: ‘iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen’. Uit deze formulering blijkt dat het slechts gaat om reclame voor commerciële doeleinden.
De beleidsregels hebben niet alleen betrekking op handelsreclame zoals gedefinieerd in de APV, maar op reclame van commerciële én niet-commerciële aard, die zich bevindt in de openbare ruimte of vanuit de openbare ruimte zichtbaar is. Dit valt onder het overkoepelende begrip ‘buitenreclame’.
Ieder opschrift, aankondiging en/of mededeling met een commercieel of niet-commercieel belang aan, boven of zichtbaar vanaf de openbare weg en/of de openbare ruimte, ongeacht het gebruikte communicatiemiddel.
Overal waar in deze toelichting gesproken wordt over ‘reclame’, wordt ‘buitenreclame’ bedoeld.
Reclame voorzien van verlichting of aangelicht door een kunstlichtbron, anders dan openbare verlichting.
Onderscheid commerciële en ideële reclame
In sommige gemeenten probeert men in het kader van beleidsontwikkeling voor reclame onderscheid aan te brengen tussen zogenaamde commerciële reclame en ideële reclame. In de praktijk is dit echter moeilijk toepasbaar. Het strikt hanteren van een commercieel belang voor de definitie van het begrip reclame is voor het maken van beleid op dit gebied ook te beperkend. Immers, ook organisaties die niet primair met een winstoogmerk opereren hebben behoefte om zich met reclame duidelijker te manifesteren. Dit heeft ook consequenties voor de openbare ruimte. Als zij hierbij gebruik maken van reclamedragers in de openbare ruimte, valt dit ook binnen het reclamebeleid.
De reclamewereld is een omvangrijke sector. Reclamebureaus moeten met steeds originelere en vooral opvallender concepten voor de dag komen. Reclame schreeuwt voortdurend en overal om aandacht. Het is dus niet zo verrassend dat talloze verschillende verschijningsvormen voor reclame-uitingen zijn ontstaan.
De beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op reclame, zoals bedoeld in paragraaf 1.2.
Bij het omgaan met reclame heeft de gemeente een dubbelrol, te weten een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke. Publiekrechtelijk heeft de gemeente de zorg voor ruimtelijke kwaliteit, verkeersveiligheid, welstand en het tegengaan van overlast. In deze rol treedt de gemeente op als vergunningverlener en handhaver. De privaatrechtelijke rol heeft betrekking op de exploitatie van de ruimte waarvan zij eigenaar is (de openbare ruimte). De openbare ruimte wordt geëxploiteerd voor reclamedoeleinden, zoals billboards, reclame aan lichtmasten en in abri’s. Hiervoor sluit de gemeente periodiek overeenkomsten met bedrijven die deze reclames voor adverteerders verzorgen. Ook voor deze vorm van reclame gelden spelregels, die in de beleidsregels staan.
Wat valt niet onder de beleidsregels:
Doelstellingen beleidsregels buitenreclame gemeente Gouda
In toenemende mate rijst de vraag naar een gecoördineerd gemeentelijk beleid met integrale afweging van een veelheid van en soms tegenstrijdige belangen bij de inrichting van de openbare ruimte en de formulering van regels met betrekking tot buiten- en lichtreclame. De complexiteit vraagt om een zo consistent en duidelijk mogelijk beleid voor reclame, dat in de beleidsregels is neergelegd.
De beleidsregels geven de kaders aan waarbinnen reclame in de openbare ruimte in Gouda mogelijk moet zijn en waar de prioriteiten liggen. Het doel daarbij is te komen tot een verantwoorde en beheersbare situatie in de openbare ruimte ten aanzien van reclame-uitingen, waarbij naar een evenwicht wordt gestreefd tussen het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte enerzijds en het verkrijgen van inkomsten anderzijds.
In de beleidsregels worden zowel kwalitatieve als kwantitatieve doelen gesteld. Kwalitatieve eisen hebben betrekking op vormgeving, (verkeers)veiligheid, uiterlijk aanzien. Kwantitatieve eisen stellen een maximum aan het aantal reclameobjecten van een bepaalde categorie, zodat geen overdaad ontstaat.
Dit resulteert in de volgende doelstellingen:
In het vorige hoofdstuk zijn de doelstellingen geformuleerd. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de beleidsmatige en juridische kaders die relevant zijn voor het reclamebeleid. Het juridisch kader wordt vooral gevormd door de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009 (APV) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Beleidsmatig is het Welstandsbeleid Gouda 2017 van belang. Voor de leesbaarheid wordt in deze toelichting niet afzonderlijk ingegaan op aangrenzende regelgeving.
De beleidsregels zijn een nadere concretisering van de toetsingskaders uit de Wabo en de APV.
Hieronder worden de diverse juridische kaders nader uitgewerkt.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Indien een reclameobject is aan te merken als een bouwwerk, is voor het bouwen daarvan een omgevingsvergunning vereist. Een bouwwerk is een constructie van enige omvang en heeft een plaatsgebonden karakter. Het maakt in eerste instantie niet uit of het bouwwerk op eigen terrein of op gemeentegrond gerealiseerd wordt. Voorbeelden van bouwwerken op het gebied van reclame zijn reclamemasten en billboards.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt getoetst aan:
Algemene plaatselijke verordening Gouda (2009) (APV)
In de APV Gouda is een aantal bepalingen opgenomen waarmee reclameobjecten worden gereguleerd: artikel 2:5 (gebruik openbare plaats), artikel 2:23 (plakken en kladden), artikel 5:4 (reclamevoertuigen) en artikel 4:11 (handelsreclame).
Bij de toetsing van reclame zijn meestal de artikelen 2:5 of 4:11 relevant. Op deze artikelen wordt nader ingegaan in hoofdstuk 3.
In een welstandsnota legt een gemeente de welstandscriteria vast die van toepassing zijn op bouwwerken. In de gemeente Gouda heet de welstandsnota Herziening welstandsbeleid 2017 (hierna: Welstandsnota 2017). De welstandscriteria voor reclameobjecten zijn opgenomen in hoofdstuk 4 van deel C van de Welstandsnota Gouda 2017: “Specifieke welstandscriteria – reclames”. De Beleidsregels buitenreclame Gemeente Gouda, zullen bij de herziening van de Welstandsnota aan deel C van de Welstandsnota worden toegevoegd.
De excessenregeling geldt niet alleen voor vergunningplichtige bouwwerken, maar ook bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning hoeft te worden aangevraagd of die zijn vrijgesteld van welstandstoezicht moeten er ‘mooi en netjes’ uitzien (blz. 14 Welstandsnota 2017).
Daarnaast is de excessenregling uit A.2.9 van de welstandsnota van toepassing. Indien het uiterlijk van een (bestaand) bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar aanschrijven tot het opheffen van die strijdige situatie. Deze regeling is gebaseerd op artikel 12, lid 1 van de Woningwet en is bedoeld om excessen tegen te gaan.
De gemeente hanteert bij het toepassen van deze regeling het criterium dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.
Op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht kan het college ten aanzien van haar toekomende bevoegdheden beleidsregels opstellen, in casu het verlenen van vergunningen/ontheffingen op grond van de APV en de Wabo.
Het college maakt in dit kader van deze bevoegdheid gebruik om het mogelijk te maken om reclame te maken in de openbare ruimte.
Op grond van artikel 4:11 APV is het verboden zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke zin dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.
Dit verbod geldt niet voor onverlichte:
opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
Als het reclameobject een bouwwerk is, dan is naast de APV-reclamevergunning ook een omgevingsvergunning verplicht op grond van artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo. De APV-vergunning uit paragraaf 3.2 wordt overigens meegenomen bij de omgevingsvergunning (artikel 2.2 lid 1 sub h van de Wabo). Hiermee verminderen de administratieve lasten voor ondernemers. Aanvragers hoeven dus maar één aanvraag in te dienen, en ontvangen één gecombineerde vergunning. Aangezien het bouwwerk al aan welstand wordt getoetst, vervalt de welstandstoets voor de APV-vergunning (weigeringsgrond 4:11 lid 4 sub a APV). Dit is geregeld in een afbakeningsbepaling (artikel 4:11, lid 5 APV).
Het bouwwerk wordt getoetst aan de (wettelijke) regelingen genoemd in paragraaf 2.3. Er vindt dan een welstandtoets plaats, waarbij beoordeeld wordt of de reclame voldoet aan de welstandscriteria uit de Welstandsnota.
Vanaf de inwerkingtreding van deze beleidsregels is het nieuwe beleid van toepassing op alle nieuwe aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 2:5 APV en artikel 4:11 APV, met betrekking tot reclame. Op alle aanvragen van vóór het tijdstip van in werking treden van deze beleidsregels geldt de voor aanvrager meest gunstige regeling
Deze Beleidsregels buitenreclame gemeente Gouda vervangen het volgende bestaande beleid:
Gebruik en beheer openbare ruimte
Voor wat betreft het reguleren van overlast en het waarborgen van de veiligheid is artikel 2:5 APV van toepassing. Onder andere de toegankelijkheid voor mindervaliden kan hiermee gewaarborgd worden. Er zullen via contractbepalingen ook aan reclameobjecten beperkingen worden opgelegd om daarmee de toegankelijkheid te waarborgen.
Reclame dient niet verstorend in de buitenruimte te zijn, daarom wordt het aantal uitingen gereguleerd en mag de lichtintensiteit niet storend zijn. De gemeente sluit aan bij de vigerende Richtlijn Lichthinder van de NSVV.
Duurzame openbare ruimte is ruimte die mogelijkheden biedt voor betekenisvol gebruik nu en in de toekomst. Een duurzame ruimte is duurzaam in beheer, gebruik en inrichting. De openbare ruimte draagt bij aan leefbaarheid in het algemeen en duurzaamheid is daarom meer dan een milieudoelstelling. Een duurzame openbare ruimte sluit qua gebruik ook aan bij het karakter van de omgeving.
Grote vrijstaande reclameobjecten
Voorkomen moet worden dat ongereguleerd grote vrijstaande reclameobjecten worden geplaatst door private partijen, die daarmee de kwaliteit van de openbare ruimte aantasten. Wel wordt ondernemers de mogelijkheid geboden de aandacht op hun bedrijf te vestigen, mits voldaan wordt aan de volgende criteria.
Lichtreclame (inclusief digitale reclame)
De huidige welstandsnota geeft aan dat led-reclames toegestaan zijn, mits voldaan wordt aan de richtlijnen van de NSVV (Richtlijn Lichthinder, laatste gepubliceerde versie januari 2017). De welstandsnota is echter bedoeld voor reclame aan bouwwerken. In deze toelichting worden daarom aanvullende criteria opgenomen om lichthinder van reclame in de openbare ruimte tegen te gaan.
Alle reclameobjecten waarin sprake is van de toepassing van licht dienen te voldoen aan de meest actuele versie van de Richtlijn Lichthinder van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) (www.nsvv.nl ).
De staat van onderhoud van reclameobjecten is bepalend voor de kwaliteit en de veiligheid van de openbare ruimte.
Alle reclame en voorwerpen bestemd voor het aanbrengen van reclame die naar het oordeel van het college verwaarloosd zijn, in onvoldoende staat van onderhoud verkeren, niet meer gebruikt worden of hun feitelijke betekenis hebben verloren, moeten op schriftelijke last van of namens burgemeester en wethouders binnen de daarbij te stellen termijn worden hersteld dan wel verwijderd. Indien dat niet gebeurt, zullen deze op kosten van de eigenaar of gebruiker door de gemeente worden verwijderd.
Abri-reclame (reclame op het 2m2-formaat)
In abri’s worden reclamevitrines geplaatst, die voornamelijk door nationale adverteerders ingezet worden. Uit de opbrengsten wordt de investering in het straatmeubilair, het beheer en het onderhoud gefinancierd. Gekoppeld aan dit product worden door de exploitant ook vrijstaande reclamevitrines geplaatst, die op een aantal locaties ook gebruikt worden als plattegrondvoorziening.
Voor wat betreft abri’s gelden de volgende criteria:
Doelstelling is het verstrekken van informatie, meldingen, evenementen, gecombineerd met reclame. Circa 4-6 locaties bij de invalswegen zijn gewenst. Indien mogelijk dienen deze digitale informatieborden gecombineerd worden met de vrijstaande reclamevitrines, maar een separate concessie is ook mogelijk.
Eén van de voordelen van een vast netwerk van A0-reclamedisplays is dat het zorgt voor een verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte: nette, goed onderhouden A0 reclamedisplays met eenheid in uitstraling. Ook zal de exploitant de plaatsing en onderhoud van wildplakzuilen voor zijn rekening nemen. Een ander voordeel is dat een vast netwerk van A0 reclamedisplay kan zorgen voor vaste gegarandeerde financiële inkomsten. De hoogte van de inkomsten is wel afhankelijk van de commerciële mogelijkheden en vanzelfsprekend het resultaat van de aanbesteding.
Middels de beleidsregels op grond van artikel 2:5 lid 3 en 5 van de APV (zie bijlage) wordt mogelijk gemaakt dat één exploitant via een aanbesteding het exclusieve recht kan worden gegeven om kwalitatief hoogwaardige A0-reclamedisplays te plaatsen ter vervanging van het huidige systeem met vergunningen. In deze beleidsregels worden ook waarborgen voor de openbare ruimte opgenomen, zoals het verbinden van een maximum aantal van deze categorie.
Reclameframes op objecten van derden die geplaatst zijn in de openbare ruimte (zoals nutsvoorzieningen) worden niet toegestaan ook niet als daarvoor door de rechthebbende toestemming is verleend (zoals bedoeld in artikel 2:23 lid 2 APV). Dit legt naast de al toegestane vormen van reclame een te grote reclamedruk op de openbare ruimte, die ten koste gaat van de kwaliteit daarvan.
Toelatingscriteria nieuwe vormen van reclame
Zoals gesteld is de wereld voor buitenreclame steeds in beweging. Bij de introductie van nieuwe reclamevormen zal een afweging gemaakt worden of deze een goede aanvulling of vervanging zijn op het reeds bestaande reclame aanbod in Gouda en of deze aansluiten bij het bestaande aanbod. Ook moet onderscheid worden gemaakt tussen reclame die zich leent voor een gemeentelijke concessie of niet. Bij het beoordelen van nieuwe reclameobjecten worden de volgende algemene toetsingscriteria toepast:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-283223.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.