Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2018, 282509 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2018, 282509 | Verordeningen |
Wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, gemeente Amsterdam
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1333);
Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2016 (Gemeenteblad afd. 3A, nr. 294, 1098) en aangepast bij raadsbesluit van 21 december 2016 (Gemeenteblad 3A, nr. 418/671), 28 juni 2017 (Gemeenteblad 3A, nr. 194/674) en 20 december 2017 (Gemeenteblad 3A, nr. 426/1578).
Na artikel 2.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.5a - Aanvraag financiële tegemoetkoming meerkosten
Een aanvraag voor een financiële tegemoetkoming meerkosten wordt door een cliënt schriftelijk of digitaal ingediend.
Artikel 2.6 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
De indeling van Hoofdstuk 4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 4.2, lid 3 en 4 worden gewijzigd en komen als volgt te luiden:
De tarieven van het persoonsgebonden budget zijn:
voor vervoersvoorzieningen geldt het volgende:
In het geval van een maatwerkbedrag taxi of vervoer door derden kan de daarvoor geïndiceerde aanvrager ook kiezen voor een tegemoetkoming op declaratiebasis (maatwerkbedrag). Uitbetaling vindt plaats op basis van declaratie. Als de declaratie niet voldoet aan in de beschikking gestelde verplichtingen en voorwaarden zal deze niet uitbetaald worden.
Artikel 4.7, lid 3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Een persoon met beperkingen kan alleen voor woonvoorzieningen in aanmerking komen als hij rechtmatig een woonruimte bewoont, geen tijdelijke huurovereenkomst heeft en de ondervonden beperkingen in de woonruimte niet voortvloeien uit de aard van de in de woonruimte gebruikte materialen of uit de slechte staat van onderhoud van de woonruimte.
Na Hoofdstuk 4 A wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk 4 B. Financiële tegemoetkoming meerkosten
Artikel 4.12 - Financiële tegemoetkoming meerkosten
Het college kan ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie op aanvraag een financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.1.7 van de wet verstrekken aan ingezetenen die als gevolg van een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen aannemelijke meerkosten hebben.
Artikel 5.3.1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Bijdrageplicht maatwerkvoorzieningen
In afwijking van het voorgaande geldt voor collectief vervoer een ritbijdrage die gelijk is aan het tarief voor het openbaar vervoer voor volwassenen (voltarief) dat door het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam wordt vastgesteld. Een cliënt die tussen 18.00 uur en 01.00 uur reist krijgt 10% korting op de ritbijdrage.
Artikel 9.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
Kennis te nemen van de hiernavolgende wijzigingen in de Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015.
Aan artikel 2.1 over melding en onderzoek wordt aan de laatste zin van de 3e alinea een tekst toegevoegd die luidt:
De aanvrager wordt in de onderzoeksfase reeds voorbereid op de eventuele keuze tussen een ondersteuning in natura, een financiële tegemoetkoming en een persoonsgebonden budget, ingeval er een maatwerkvoorziening wordt aangevraagd. De termijn voor het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte bedraagt uiterlijk zes weken.
Aan artikel 2.5 over aanvraag persoonsgebonden budget wordt aan de eerste alinea een tekst toegevoegd die luidt:
Voor maatwerkvoorzieningen bestaat in beginsel de mogelijkheid om te kiezen tussen de voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming en een persoonsgebonden budget. Indien iemand kiest voor verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget, moet hij hiervoor een motivering kunnen geven, zoals gesteld in het tweede lid onder b van artikel 2.3.6 van de wet.
Aan artikel 4.2 over aanvullende criteria persoonsgebonden budget wordt een zin toegevoegd aan de tweede alinea die luidt:
Het persoonsgebonden budget moet besteed worden aan het inkopen van zorg of ondersteuning. De cliënt mag het persoonsgebonden budget niet gebruiken voor bijvoorbeeld reiskosten, bemiddelingskosten en telefoonkosten.
Aan artikel 4.2 over aanvullende criteria persoonsgebonden budget wordt de tekst van de laatste zin van de 4e alinea gewijzigd die komt te luiden:
Gemeenten kunnen bij het vaststellen van tarieven in de verordening bijvoorbeeld onderscheid maken tussen professionele ondersteuning waarbij wordt gewerkt volgens de toepasselijke kwaliteitsstandaarden en niet-professionele ondersteuning.
Aan artikel 4.2 over aanvullende criteria persoonsgebonden budget wordt de tweede zin van de 6e alinea verwijderd, en de komt de 6e alinea te luiden:
Voor ambulante ondersteuning en dagbesteding geldt het gewogen gemiddelde tarief op basis van de tarieven die zijn afgesproken voor de maatwerkvoorziening in natura, minus een afslagpercentage van 15%. Voor logeeropvang geldt het tarief dat voor de maatwerkvoorziening in natura is afgesproken. Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt berekend via een puntensysteem. Het aantal vastgestelde punten maal het per punt geldende tarief bepaalt het budget. Aan de hand van de maatstaf voor hulp bij het huishouden worden aan de activiteiten en de frequentie ervan punten toegekend. Op basis van het aantal punten per jaar wordt de hoogte van het budget per week bepaald. Bij het bepalen van het tarief per punt is uitgegaan van het Pgb-tarief van € 17,40 per uur. Het Pgb-uurtarief en het tarief per punt zijn hierdoor automatisch aan elkaar gekoppeld.
Het niet- professionele tarief voor ambulante ondersteuning en dagbesteding is vastgesteld op basis van een benchmark met diverse andere grote gemeenten.
De titel en inhoud van artikel 4.11 over de financiële tegemoetkoming is ingevoegd en luidt:
In twee uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 12 februari 2018 heeft de rechter in zaken tegen de gemeenten Veldhoven en Uden bepaald dat de Wmo 2015 de mogelijkheid biedt om ondersteuning in de vorm van een financiële tegemoetkoming te verstrekken. Dat is in dit artikel geregeld. De financiële tegemoetkoming voor kosten van een verhuizing is een Amsterdamse regeling, en is ook bestemd voor de inrichtingskosten. Het bedrag dat per jaar wordt verstrekt voor vervoer naar dagbesteding wordt berekend aan de hand van het bedrag per etmaal vermenigvuldigd met het aantal dagen dat de dagbestedingslocatie wordt bezocht maal 52 weken.
Na hoofdstuk 4 A. wordt een hoofdstuk ingevoegd dat luidt:
Hoofdstuk 4 B. Financiële tegemoetkoming meerkosten
Artikel 4.12 Financiële tegemoetkoming meerkosten
De Wmo 2015 kent de mogelijkheid van een financiële tegemoetkoming in de meerkosten en dat wordt met dit artikel geregeld. De financiële tegemoetkoming voor meerkosten voor een voorziening voor sportbeoefening kan ook een aanpassing aan een voorziening voor sportbeoefening betreffen. Het college kan naast de genoemde tegemoetkomingen meer tegemoetkomingen in nadere regels opnemen, en zal daarin tevens aangeven op welke wijze de afstemming met Wpi plaatsvindt.
Van hoofdstuk 5 over bijdragen is de 5e alinea gewijzigd en komt te luiden:
Voorts wordt een bijdrage in de kosten gevraagd voor maatwerkvoorzieningen. Een bijdrage in de kosten kan de vraag remmen doordat burgers zelf een voorziening aanschaffen in plaats van deze bij de gemeente aan te vragen, kiezen voor een goedkopere oplossing of afzien van een voorziening voor incidenteel gebruik. Een uitzondering op de bijdrageplicht voor maatwerkvoorzieningen wordt gemaakt voor de financiële tegemoetkoming, ambulante ondersteuning en dagbesteding.
Voor het collectief vervoer geldt dat het OV-tarief in Amsterdam wordt vastgesteld door de Stadsregio en te vinden is op www.stadsregioamsterdam.nl. Er geldt een korting van 10% op de ritbijdrage voor cliënten die buiten de drukke tijden reizen, dat wil zeggen tussen 18.00 uur en 01.00 uur (daltarief).
In te stemmen met een mandaat aan het college voor het aanbrengen van eventueel noodzakelijke redactionele wijzigingen in de tekst van de verordening en de toelichting op de verordening die het gevolg kunnen zijn van de bekendmaking van het landelijk Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zal wijzigen met betrekking tot het introduceren van een abonnementstarief voor de bijdrage in de kosten voor maatwerkvoorzieningen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-282509.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.