Gemeenteblad van Noordoostpolder
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2018, 282028 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2018, 282028 | Verordeningen |
Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015
De raad van de gemeente Noordoostpolder,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, no. 18.0000778;
gezien het advies van de raadscommissie samenlevingszaken van 3 december 2018;
gezien het advies van Participatieraad Sociaal domein van 5 oktober 2018;
overwegende dat het van groot belang is dat de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zorgvuldig en correct wordt uitgevoerd; dat ontwikkelingen in de jurisprudentie en veranderingen in landelijke regelgeving enkele wijzigingen in de verordening nodig maken;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 5.4 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, alsmede gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015
De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015 wordt gewijzigd als volgt.
ae. financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een geïndiceerde maatwerkvoorziening bedoeld om deze aan te schaffen voor het te bereiken resultaat;
af. toezicht: het verzamelen van de informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren;
ag. toezichthouder: de ambtelijk toezichthouder als bedoeld in artikel 6.1 van de Wmo 2015 belast met het houden van toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens de Wmo 2015 en aanvullende bepalingen zoals vastgelegd in de verordening en het beleid.
g. cliënt houdt de voor het persoonsgebonden budget van belang zijnde stukken tot maximaal vijf jaar na uitbetaling van het persoonsgebonden budget beschikbaar voor het college, tenzij er sprake is van een besteding van een persoonsgebonden budget waarvoor geen budgetplan wordt vereist.
Hoofdstuk 11b Financiële tegemoetkoming
1. De financiële tegemoetkoming wordt alleen verstrekt ten aanzien van maatwerkvoorzieningen.
2. De onder lid 1 genoemde voorzieningen bestaan uit:
a. een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten;
b. de kosten van het noodzakelijke gebruik van de eigen auto waarvan de persoon zelf bestuurder is in verband met deelname aan het maatschappelijk verkeer als bedoeld in hoofdstuk 9 van de verordening;
c. de kosten van het noodzakelijke te gebruiken vervoer middels een taxi, rolstoel-taxi, of bruikleenauto in verband met deelname aan het maatschappelijk verkeer als bedoeld in hoofdstuk 9 van de verordening.
3. Er bestaat slechts aanspraak op een voorziening als bedoeld in lid 2 onder a voor zover het primaat van verhuizen van toepassing is als bedoeld in artikel 8.3 van de verordening.
1. De tegemoetkoming wordt op aanvraag verleend en ingediend voor dat de kosten zijn gemaakt.
2. In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten toekennen in het besluit waarin het primaat van verhuizen wordt toegepast als bedoeld in artikel 8.3 van de verordening.
3. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is, eventueel aangevuld met een programma van eisen waarin is aangegeven aan welke vereisten de met de financiële tegemoetkoming te realiseren voorziening dient te voldoen;
b. wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is;
c. op welke kosten de tegemoetkoming betrekking heeft;
d. bij een besluit tot verlening van een periodieke financiële tegemoetkoming: de geldigheidsduur en de voorschriften waaraan de belanghebbende moet voldoen voordat tot uitbetaling van de tegemoetkoming kan worden overgegaan.
4. De tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten wordt niet eerder uitbetaald nadat de cliënt is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning gelet op zijn beperkingen in het normale gebruik van de woning.
5. Onverminderd het bepaalde in lid 4 dient uiterlijk 15 maanden na het verlenen van een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten de verhuizing te hebben plaatsgevonden.
Het college stelt nadere regels waaronder in ieder geval:
a. de hoogte van de tegemoetkoming;
b. de wijze waarop die te gelde kan worden gemaakt;
c. de wijze waarop rekening wordt gehouden met samenvallende vervoersbehoeften voor deelname aan het maatschappelijk verkeer als bedoeld in hoofdstuk 9 van deze verordening.
Artikel 12.2a Opschorting betaling uit het persoonsgebonden budget door SVB
1. Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het persoonsgebonden budget voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat:
a. de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;
b. de cliënt niet voldoet aan de aan het persoonsgebonden budget verbonden voorwaarden, of
c. de cliënt het persoonsgebonden budget niet of voor een ander doel gebruikt.
2. Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het persoonsgebonden budget voor de duur van de opname als er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 12.1 onder b.
3. Het college stelt de pgb-houder schriftelijk op de hoogte van het verzoek op grond van het eerste en tweede lid.
Artikel 12.2b Vereisten overeenkomst
1. De cliënt sluit een schriftelijke overeenkomst met iedere derde die hij ten laste van zijn persoonsgebonden budget maatschappelijke ondersteuning wenst te laten verlenen, met uitzondering van de derde van wie reeds vervoer is betrokken.
2. Overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid, worden opgesteld volgens de meest recentelijk door de Sociale verzekeringsbank vastgestelde toepasselijke modelovereenkomsten, die beschikbaar waren gesteld ten tijde van het afsluiten van die overeenkomst.
3. Indien er sprake is van een herindicatie wordt een nieuwe overeenkomst afgesloten overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid en tweede lid.
1. Het college ziet toe op de naleving van de bij of krachtens de Wmo 2015 en in deze verordening gestelde regels.
2. Het college wijst daartoe ambtelijk toezichthouders als bedoeld in artikel 6.1 van de Wmo 2015 aan die zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens de Wmo 2015 en deze verordening.
3. De toezichthouder mag in de rechtmatige uitoefening van de functie gebruik maken van bevoegdheden die op grond van de Awb, de Wmo 2015 en deze verordening zijn toegekend.
Artikel 14. 5a Meldingsregeling calamiteiten en geweld
1. Het college treft een regeling voor het melden van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening door een aanbieder en wijst een toezichthoudend ambtenaar aan.
2. Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de verstrekking van een voorziening zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen twee werkdagen aan de toezichthoudend ambtenaar.
3. De toezichthoudend ambtenaar, bedoeld in artikel 6.1, van de wet, doet onderzoek naar de calamiteiten en geweldsincidenten en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.
e. informatie omtrent toezicht.
h. informatie omtrent toezicht;
i. de wijze van verantwoording van het persoonsgebonden budget.
Toelichting op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015
De Toelichting op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder 2015 wordt gewijzigd als volgt. De gewijzigde onderdelen bij de toelichting op de verordening sluiten aan bij de gewijzigde onderdelen van de hiervoor beschreven wijzigingen van de verordening.
Toelichting op nieuwe begrip financiële tegemoetkoming luidt als volgt:
Ad ae: financiële tegemoetkoming
De tegemoetkoming is bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat. Het is niet per se een kostendekkende vergoeding, maar een bedrag, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten. De tegemoetkoming moet echter wel in de buurt komen van de daadwerkelijk gemaakte kosten.
Toelichting op artikel 6.1 lid 2 sub g. luidt als volgt:
Voor de besteding van een pgb zal de cliënt een verantwoording moeten afleggen, zodat het college na kan gaan of het pgb is besteed overeenkomstig het budgetplan. De regels voor verantwoording van het pgb worden beschreven in een door het college nader vast te stellen regeling.
Toelichting op nieuw hoofdstuk 11b luidt als volgt:
Hoofdstuk 11b Financiële tegemoetkoming
Dit lid spreekt voor zich. Gewezen kan worden op artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015, waaruit volgt dat een maatwerkvoorziening kan worden verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming.
Het college kan besluiten om een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten te verstrekken, indien verhuisd wordt naar een aangepaste of een goedkoper aan te passen woning dan de reeds bewoonde woning. Het college maakt de afweging tussen verstrekking van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten en een woningaanpassing. Een woonvoorziening, en dus ook een verhuiskostenvergoeding is, volgens de WMO-jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, alleen bedoeld voor situaties waarin de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de -te verlaten- woning in direct oorzakelijk verband staan met de beperkingen van de cliënt.
De tegemoetkoming kan ook worden verleend voor kosten in verband met het noodzakelijk gebruik van een eigen auto of gebruik van een taxi voor deelname aan het maatschappelijk verkeer.
De tegemoetkoming voor verhuiskosten- en inrichtingskosten kan worden verstrekt bij toepassing van het primaat van verhuizen als bedoeld in deze verordening.
De hoofdregel is dat de tegemoetkoming op aanvraag wordt verleend en dat deze moet worden ingediend voor dat de kosten worden gemaakt. In afwijking van de hoofdregel kan het college de tegemoetkoming voor verhuiskosten- en inrichtingskosten zonder aanvraag toekennen.
Lid 3 bepaalt ten aanzien van de financiële tegemoetkoming wat in de beschikking vermeld wordt. Het gaat hier allereerst om de vermelding van het te bereiken resultaat waarvoor de financiële tegemoetkoming gebruikt dient te worden.
Uiteraard moet ook de hoogte van de financiële tegemoetkoming vermeld worden. Daarnaast moet vermeld worden voor welke duur, voor welke periode de financiële tegemoetkoming wordt verstrekt.
Om te waarborgen dat de verstrekte financiële tegemoetkoming wordt besteed aan een noodzakelijke voorziening en niet aan zaken die los staan van de doelen die met de wet worden beoogd, kunnen bij beschikking voorwaarden worden verbonden aan de verstrekking van een tegemoetkoming op grond van de wet. Deze bepaling, die moet worden bezien in relatie tot de bepalingen uit hoofdstuk 4 en 12 van deze verordening, biedt daartoe de mogelijkheid.
In lid 4 is bepaald dat de tegemoetkoming niet eerder wordt uitbetaald dan nadat de persoon is verhuisd naar een voor hem geschikte beschikbare woning. Zonder verhuizing kan overigens sowieso geen sprake zijn van kosten.
Uiterlijk 15 maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting dient de verhuizing te hebben plaatsgevonden. Middels een heronderzoek wordt vastgesteld of de betrokkene is verhuisd. Als dit niet het geval is, wordt op basis van individuele omstandigheden beoordeeld of verlenging van de termijn noodzakelijk wordt geacht. Bij de gereedmelding dient een verklaring te zijn bijgevoegd waaruit blijkt dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend. De gereedmelding wordt tevens beschouwd als een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming.
In dit artikel is bepaald dat de hoogte e.d. van de financiële tegemoetkoming door het college wordt vastgesteld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordoostpolder. De hoogte van de verhuis- en herinrichtingskosten is gebaseerd op landelijk toegepaste normbedragen.
Toelichting op nieuw artikel 12.2a en 12.2b luidt als volgt:
Lid 1. Opschorten is in sommige gevallen een betere oplossing dan beëindiging, weigering herzien of intrekken. Opschorten geeft ruimte om herstelmaatregelen in te zetten of een nader onderzoek te doen. Het verzoek tot opschorten kan enkel worden gedaan bij een ernstig vermoeden dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet. Ten behoeve van de leesbaarheid van deze verordening zijn de in de wet genoemde omstandigheden opgenomen in lid 1 van dit artikel onder resp. sub a, b en c.
Met de termijn van maximaal dertien weken opschorten is aangesloten bij de termijn zoals deze ook wordt gehanteerd in artikel 4:56 van de Awb en onder de Wet langdurige zorg.
Lid 2. De bepaling in lid 2 is opgenomen omdat er situaties waarbij een cliënt tijdelijk geen gebruik kan maken van een PGB door tijdelijke opname in een instelling. In dat geval kan het praktischer zijn het PGB tijdelijk op te schorten.
In dit artikel wordt aangegeven dat de cliënt met de derde bij wie ondersteuning wordt ingekocht altijd een zorgovereenkomst naar het meest recente model van de SVB, op het moment van toekenning van het pgb, sluit. De bedoeling hiervan is tegengaan van misbruik van het pgb.
Het kan voorkomen dat er nog een verouderde zorgovereenkomst wordt gebruikt waarvan de looptijd ten tijde van een heronderzoek nog niet is verstreken. In het derde lid is tot uitdrukking gebracht dat bij een herindicatie een nieuwe zorgovereenkomst volgens de toepasselijke modelovereenkomst wordt afgesloten.
Toelichting op artikel 13.1 wordt toegevoegd als volgt:
Het college zet in op fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college cliënten informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een
maatwerkvoorziening dan wel persoonsgebonden budget zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Toelichting op nieuw artikel 13.3 luidt als volgt:
Op grond van de Wmo 2015 heeft het college de wettelijke plicht om toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens de wet te organiseren. Hiervoor wijst het college een toezichthouder aan.
Toelichting op nieuw artikel 14.5a luidt als volgt:
In dit artikel is vastgelegd dat het college een regeling treft voor het melden van
calamiteiten en geweld bij de levering van een voorziening door een aanbieder. Het college wijst hiervoor een toezichthoudend ambtenaar aan. De toezichthoudend ambtenaar onderzoekt de meldingen en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-282028.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.