Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
2.3.1 Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking
|
|
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, is het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, gelijk aan een percentage van de bouwkosten:
|
|
2.3.1.1.1 indien de bouwkosten minder bedragen dan € 200.000: 2.3% van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 100,00
|
2.3.1.1.2 indien de bouwkosten minder bedragen dan € 500.000 doch niet minder dan € 200.000 vermeerderd met 1,7% van de bouwkosten die meer bedragen dan €200.000
|
€4.600,00
|
2.3.1.1.3 indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen vermeerderd met 1,1% van de bouwkosten die meer bedragen dan € 500.000
|
€9.700,00
|
2.3.1.1.4 De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van
een eerder verleende omgevingsvergunning als gevolg van, een naar omstandigheden
beoordeeld, geringe wijziging van het project worden geheven over de hogere bouwkosten ten opzichte van de bouwkosten bij de eerder verleend omgevingsvergunning en overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.1.1, met dien verstande dat de leges niet minder bedragen dan
|
€ 100,00
|
2.3.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verlaagd met 30% indien een aanvraag als bedoeld in 2.3.1.1 wordt ingediend met een gecertificeerde bouwbesluittoets waaruit blijkt dat de aanvraag volledig voldoet aan het Bouwbesluit 2012.
|
|
2.3.1.3 In afwijking van artikel 2.3.1.1 bedragen de leges voor de verlening van een
omgevingsvergunning voor een opstelling van een zonnepanelenstellage op de grond, indien de aanvrager in het bezit is van het keurmerk “Mienskips Energie”
|
€ 202,80
|
|
|
|
|
2.3.2 Aanlegactiviteiten
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit
|
|
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het tarief bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 met dien verstande dat voor het begrip “bouwkosten” wordt gelezen “aanlegkosten”.
|
|
|
|
2.3.3 Planologisch strijdig gebruik
|
|
Onverminderd het bepaalde in 2.3.1 en 2.3.2 wordt, indien de aanvraag om een
|
|
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, het tarief:
|
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, van de Wabo wordt toegepast
|
|
(binnenplanse afwijking)
|
€ 120,25
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, van de Wabo wordt toegepast
|
|
(buitenplanse kleine afwijking)
|
€ 178,75
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3, van de Wabo wordt toegepast
|
|
(grote buitenplanse afwijking)
|
€1.280,50
|
2.3.3.1 Indien artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 178,75
|
Indien artikel 2.12, eerste lid onder b wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 780,00
|
Indien artikel 2.12, eerste lid onder b wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€3.466,65
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn vastgesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van nationale regelgeving)
|
€3.466,65
|
Indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder b van de
|
|
Wabo (afwijken voorbereidingsbesluit) bedraagt het tarief
|
€ 780,00
|
|
|
2.3.4 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft
|
|
op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder d, van de Wabo, bedraagt
|
|
het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk
|
|
indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen, wijzigen of vervangen van een gebruiksvergunning
|
€ 351,00
|
2.3.5 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met
|
|
betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder b van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een
|
|
monument:
|
€ 198,80
|
2.3.5.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een
|
|
wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 198,80
|
2.3.5.3 Indien een aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van
|
|
een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder h van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, onder c van de Wabo, met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van de provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 198,80
|
2.3.6 Sloop activiteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht:
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan , beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere
|
|
onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoeld activiteiten:
|
€ 520,00
|
|
|
2.3.7 Aanleggen of veranderen weg
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of op verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 294,65
|
|
|
2.3.8 Uitweg/inrit
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken,
|
|
hebben of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemeen Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 294,65
|
|
|
2.3.9 Handelsreclame
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met
|
|
behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder h en i van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk , met uitzondering van 2.3.1 indien tevens sprake is van een bouwactiviteit als daar bedoeld, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 76,90
|
|
|
2.3.10 Opslag van roerende zaken
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.10.1 Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld
|
|
in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo
|
€ 34,40
|
2.3.10.2 indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 34,40
|
|
|
2.3.11 Kappen
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, aanhef, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 88,00
|
|
|
2.3.12 Natura 2000-activiteiten
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef onderdeel a, van het Besluit omgevingsrecht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de indien onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 462,60
|
|
|
2.3.13 Flora- en fauna activiteiten
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 462,60
|
|
|
2.3.14 Andere activiteiten
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie
|
|
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in
|
|
artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 229,65
|
2.3.14.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 229,65
|
2.3.14.2.2 Indien het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
2.3.15 Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
Indien de aanvraag omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met
|
|
betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
2.3.16 Beoordeling rapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld: (de kosten worden per beoordeling geheven)
|
|
2.3.16.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 89,40
|
2.3.16.2 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 89,40
|
2.3.16.3 voor de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€ 89,40
|
2.3.16.4 voor de beoordeling van een rapport gelijkwaardige oplossing
|
€ 89,40
|
|
|
2.3.17 Advies
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt
|
|
het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan
|
|
of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de
|
|
beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager
|
|
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van
|
|
burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur
|
|
aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
€ 379,15
|
|
|
Hoofdstuk 4 Teruggaaf
|
|
|
|
Teruggaaf als gevolg intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteit
|
|
2.4.1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, echter voordat op de aanvraag is besloten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges,
|
|
als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteiten
|
|
2.4.2 Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project intrekt, bestaat aanspraak op gedeeltelijke teruggaaf van de op grond van de onderdelen 2.3.1. en 2.3.2 verschuldigde leges, tenzij van de vergunning gebruik is gemaakt.
|
|
De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges bedraagt:
|
50%
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-,
|
|
en aanlegactiviteiten
|
|
2.4.3 Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op
|
|
teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges bedraagt:
|
30%
|
|
|
2.4.3.1 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
2.4.4 Teruggaaf als gevolg van buiten verdere behandeling stellen van aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteiten
|
|
Als een aanvraag om omgevingsvergunning met de activiteit bouwen of aanleggen
|
|
buiten verdere behandeling wordt gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet Bestuursrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen verschuldigde leges bedraagt:
|
60%
|
|
|
2.4.5 Teruggaaf leges omgevingsvergunning zonnepanelenstellage
|
|
Als de gemeente voor een project als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wabo betreffende de bouw en/of aanleg van een zonnepanelenstellage op de grond, een omgevingsvergunning heeft verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.1 geheven leges tot een bedrag van € 202,80, mits het verzoek is ingediend binnen drie jaren na verlening van de vergunning en de beschikking tot weigering van de Subsidie Duurzame Energieproductie (SDE) wordt overlegd.
|
|
|
|
2.4.7 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Overschrijven omgevingsvergunning
|
|
|
|
2.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verzoek tot overschrijving van een verleende vergunning
|
€ 65,00
|
|
|
Hoofdstuk 6 Wet geluidhinder/Procedure hogere grenswaarde
|
|
|
|
2.6 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een hogere waarde dan de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in artikel 110a Wet Geluidhinder bedraagt:
|
€ 130,00
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
|
2.7.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt:
|
€5.461,65
|
|
|
2.7.2 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt:
|
€4.290,00
|
|
|
Hoofdstuk 8 Achteraf ingediende aanvragen
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.2, en 2.3.3 t/m 2.3.14
|
|
bedraagt het tarief, indien de in het betreffende onderdeel bedoelde aanvraag
|
|
wordt ingediend na de aanvang of het gereed komen van de daarin omschreven activiteiten, waarvoor een omgevingsvergunning is verplicht, 50% van de op grond van het onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 108,35
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca
|
|
|
|
3.1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
3.1.1. een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€ 90,00
|
3.1.2 een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning
|
€ 288,00
|
3.1.3 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet
|
€ 175,50
|
3.1.4 een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Drank- en Horecawet
|
€ 160,50
|
3.1.5 een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
€ 393,00
|
|
|
Hoofdstuk 2 Evenementen en markten
|
|
|
|
3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning), indien het betreft een:
|
|
3.2.1.1 klasse A evenement (kleinschalig)
|
€ 111,60
|
3.2.1.2 klasse B evenement
|
€ 381,60
|
3.2.1.3 klasse C evenement (grootschalig en/of met verhoogd risicoprofiel)
|
€ 894,60
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
|
|
|
|
3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
|
|
3.3.1 het verlenen, verlengen of wijzigen van een exploitatievergunning van een
|
|
escortbedrijf of seksinrichting als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 955,50
|
|
|
Hoofdstuk 4 Geluidhinder
|
|
|
|
4.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing geluidhinder bedraagt:
|
€ 90,00
|
|
|
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
|
|
5.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking bedraagt:
|
€ 65,00
|