Gemeenteblad van Lelystad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2018, 281738 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2018, 281738 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent rioolheffing Verordening rioolheffing Lelystad 2019
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
woning: een onroerende zaak als bedoeld in artikel 220a, tweede lid van de Gemeentewet met dien verstande dat daartoe ook die gedeelten van een onroerende zaak behoren die als perceel kunnen worden aangemerkt en waarvan de waarde ingevolge artikel 220e van de Gemeentewet buiten de heffingsmaatstaf van de onroerende-zaakbelastingen wordt gelaten;
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam “rioolheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Bij de gebruikersbelasting wordt:
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd het recht als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de heffing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak, niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikel 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een belastingaanslag van minder dan € 50,00 en een belastingaanslag van € 5.000,00 of meer worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een belastingaanslag van € 50,00 of meer doch minder dan € 5.000,00 worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het tweede lid van dit artikel geldt dat, zolang een belastingaanslag van € 50,00 of meer doch minder dan € 5.000,00 door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, deze aanslag moet worden betaald in elf gelijke termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-281738.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.