Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijkerhout houdende regels omtrent tarieven marktstandplaatsen Marktgeldverordening 2019

De raad van de gemeente Noordwijkerhout,

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet

 

en gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2018,

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2019

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een dag: de dag waarop de markt wordt gehouden;

  • b.

    een maand: een kalendermaand.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening Noordwijkerhout, op het voor het houden van de wekelijkse warenmarkt bestemde terrein.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd door de belanghebbende op een standplaats, of bij ontstentenis van deze, door diens plaatsvervanger.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf

Het recht wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats verhoogd met vaste bedragen per standplaats.

Artikel 5 belastingtarieven

  • 1.

    a. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een dagplaats per dag of een gedeelte daarvan per strekkende meter frontbreedte: € 2,20. Dit bedrag wordt per standplaats van 4 strekkende meter frontbreedte of een gedeelte daarvan vermeerderd met € 2,20 per dag of een gedeelte daarvan.

    • b.

      Indien er een ruimte ingenomen wordt die niet direct bestemd is voor het verkopen van goederen, wordt het bedrag dat volgt uit sub a van het eerste lid, verhoogd met € 2,20 per dag of een gedeelte daarvan per standplaats van 4 strekkende meter frontbreedte of een gedeelte daarvan.

  • 2.

    a. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste plaats per maand of een gedeelte daarvan per strekkende meter frontbreedte: € 7,60. Dit bedrag wordt per standplaats van 4 strekkende meter frontbreedte of een gedeelte daarvan vermeerderd met € 7,60 per maand of een gedeelte daarvan.

    • b.

      Indien er een ruimte ingenomen wordt die niet direct bestemd is voor het verkopen van goederen, wordt het bedrag dat volgt uit sub a van het tweede lid, verhoogd met € 7,60 per maand of een gedeelte daarvan per standplaats van 4 strekkende meter frontbreedte of een gedeelte daarvan.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 5, lid 1 wordt geheven door middel van een genummerde kwitantienota.

  • 2.

    Het recht als bedoeld in artikel 5, lid 2 wordt geheven door middel van een gedagtekende acceptgiro.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Termijnen van betaling

Het recht moet worden betaald:

  • 1.

    op het moment van uitreiking van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde kwitantienota, aan de met de inning belaste ambtenaar;

  • 2.

    binnen twee weken na de dagtekening van de in artikel 6, tweede lid, bedoelde acceptgiro.

Artikel 9 Kwijtschelding

Er wordt voor het marktgeld geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2017’ van 14 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Marktgeldverordening 2019’.

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2018,

mr. drs. C.B.H. Heusingveld

griffier

drs. G. Goedhart

voorzitter

Naar boven