Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Vught 2017 e.v.

De raad van de gemeente Vught;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

besluit:

vast te stellen de:

 

Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Vught 2017 e.v.

I

Artikel 1, eerste lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Vught 2017 e.v. komt als volgt te luiden:

 

“1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, die algemeen verkrijgbaar is en die niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare voorzieningen.

  • b.

    bijdrage: bijdrage in de kosten als bedoeld in artikel 2.1.4 van de wet.

  • c.

    budgetplan: een overzicht van de door de cliënt voorgenomen besteding van het te verlenen persoonsgebonden budget.

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught.

  • e.

    financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld als bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening.

  • f.

    hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn of haar vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de cliënt in de gemeentelijke basisregistratie personen staat ingeschreven of zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres;

  • g.

    ingezetene: degene die in de basisregistratie personen staat ingeschreven in de gemeente Vught dan wel, indien het een inschrijving van een briefadres in de gemeente Vught betreft, degene die zijn feitelijke verblijfplaats in de gemeente Vught heeft

  • h.

    maatwerkvoorziening: als omschreven in artikel 1.1.1 van de wet, te verstrekken als voorziening in natura, en/of in de vorm van een persoonsgebonden budget of in de vorm van een financiële tegemoetkoming.

  • i.

    melding: melding als bedoeld in artikel 2.3.2 eerste lid van de wet.

  • j.

    natura-tarief: Het tarief dat van toepassing is voor voorzieningen in natura.

  • k.

    PGB: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet.

  • l.

    vertegenwoordiger: Een natuurlijk persoon die door middel van machtiging dan wel bij wet namens de klant optreedt.

  • m.

    voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling, die gezien haar aard en doel geacht wordt voor de cliënt toereikend en passend te zijn.

  • n.

    wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

  • o.

    zzp’er: een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, waarbij voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer de volgende criteria gelden:

    • ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel; als verlener van diensten zoals bedoeld in de wet;

    • zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan;

    • het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden;

    • het gericht zijn op en het perspectief hebben van het maken van winst;

    • bekendmaking van het ondernemerschap;

    • het streven naar meerdere opdrachtgevers.”

II
  • 1.

    In de titel van artikel 2.1 wordt het woord “hulpvraag” toegevoegd na het woord “melding”.

  • 2.

    In artikel 2.1 worden de woorden “de Toegang” vervangen door “het Wmo-loket”.

III

Artikel 2.4 wordt gewijzigd in:

“Artikel 2.4 Medewerkingsverplichting cliënt en huisgenoten en/of vertegenwoordigers.

  • 1.

    Het college is in ieder geval bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening:

    • a.

      de cliënt en diens huisgenoten en/of vertegenwoordigers op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.

    • b.

      de cliënt en diens huisgenoten en/of vertegenwoordigers op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te laten bevragen en/of onderzoeken.

  • 2.

    De cliënt en diens huisgenoten en/of vertegenwoordigers zijn verplicht medewerking te verlenen aan de oproep als bedoeld in het eerste lid onder a en de bevraging en/of onderzoek als bedoeld in het eerste lid onder b.”

IV

In artikel 3.1, achtste lid, wordt “belanghebbende” vervangen door “cliënt”.

V
  • 1.

    Aan artikel 4.2, eerste lid onder a, wordt toegevoegd “all-inclusive” na “beschermd wonen”.

  • 2.

    Aan artikel 4.2, tweede lid onder a, wordt toegevoegd “all-inclusive” na “beschermd wonen”.

  • 3.

    Aan artikel 4.2, tweede lid onder h, wordt toegevoegd “en/of vertegenwoordigers” na het woord “huisgenoten”.

VI
  • 1.

    Aan artikel 4.5, eerste lid onder a, wordt toegevoegd “(BIG-geregistreerde artikel 14-functionaris)” na het woord “arts”.

  • 2.

    Aan artikel 4.5, tweede lid wordt toegevoegd “all-inclusive” na het woord “beschermd wonen”.

VII

Aan artikel 5.1 wordt toegevoegd sub i toegevoegd en luidt als volgt:

“i.er sprake is van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en/ of verslavingszorg.”

VIII
  • 1.

    Artikel 5.2, eerste lid onder d. wordt vervangen door: “d. kan door de gemeente aangepast worden door een lager pgb-tarief te hanteren voor het betrekken van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen van personen die behoren tot het sociale netwerk of ZZP-ers.”

  • 2.

    In artikel 5.2, vijfde lid, wordt “persoonsgebonden budget” vervangen door “PGB”.

  • 3.

    Artikel 5.2, zesde lid wordt vervangen door:

    “Het PGB voor beschermd wonen bedraagt maximaal:

    • a.

      Bij PGB BW All-inclusive maximaal 88% van tarief HIN BW All-inclusive.

    • b.

      Bij PGB BW Thuis maximaal 86% van tarief HIN BW Thuis

    • c.

      Bij PGB BW Begeleid maximaal 88% van tarief HIN BW Begeleid.”

  • 4.

    Artikel 5.2, achtste lid wordt vervangen door: “Het college stelt op basis van de systematiek en tariefdifferentiatie genoemd in de leden 1 tot en met 7 in nadere regels de tarieven vast.”

IX

Aan artikel 5.4 wordt toegevoegd “en financiële tegemoetkoming” na het woord “PGB’s”.

X

Artikel 6.1 wordt vervangen door:

“Artikel 6.1 Maatwerkvoorziening

  • 1.

    De cliënt is een bijdrage verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura of PGB conform het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 2.

    De bijdrage voor een maatwerkvoorziening, zijnde beschermd wonen of opvang, is conform het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 3.

    De bijdrage dan wel het totaal van de bijdragen, met uitzondering van de bijdrage voor beschermd wonen of opvang, is nooit hoger dan de kostprijs, met een maximum van € 17,50 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid wordt de bijdrage voor maatwerkvoorzieningen, niet zijnde beschermd wonen of opvang, op nihil gesteld voor klanten met een bijdrageplichtig inkomen dat lager is dan 110% van het sociaal minimum.

  • 5.

    De bijdrage voor opvang wordt vastgesteld en geïnd door de instelling waar de cliënt verblijft.”

XI

Artikel 6.2 wordt vervangen door:

“Artikel 6.2 Algemene voorziening

Voor een algemene voorziening is geen bijdrage verschuldigd conform het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.”

XII

In de toelichting toevoegen aan hoofdstuk 6:

Algemeen

In het regeerakkoord is afgesproken dat voor Wmo-voorzieningen een vast tarief van € 17,50 per periodebijdrage zal worden ingevoerd (abonnementstarief). Voor de invoering van het abonnementstarief is een wetswijziging vereist en daarom kan de maatregel pas per 1 januari 2020 volledig worden ingevoerd. Voor 2019 is door de minister gekozen voor een tussenvorm. Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt voor 2019 zo gewijzigd dat een maximale periodebijdrage van € 17,50 voor maatwerkvoorzieningen per 1 januari 2019 van kracht wordt. Het Besluit verlaging bijdrage Wlz zorg en maatschappelijke ondersteuning (Kamerstukken II 2017/18, 34 104, nr. 225 (hierna: Besluit)) ligt momenteel nog ter advisering bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Het Besluit is voorgehangen bij de Tweede en Eerste Kamer. Het advies wordt eind september 2018 verwacht. Kort daarop volgt het nader rapport van de minister, waarna het Besluit volgens planning in september/oktober gepubliceerd kan worden. Naar aanleiding van het Besluit zijn aanpassingen noodzakelijk in artikel 6 van Verordening maatschappelijke ondersteuning Vught 2017 e.v.

XIII

Artikel 11.5 wordt vervangen door:

“Artikel 11.5 Inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.”

XIV

Artikel 11.6 wordt vervangen door:

“Artikel 11.6 Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening maatschappelijke ondersteuning Vught 2019.””

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 13 december 2018.

de raadsgriffier,

Mw. drs. M.J.H.N. Collombon

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Naar boven