Artikel
|
Omschrijving
|
Tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. De bijlage normatieve bouwkosten 2013 maakt onderdeel uit van deze legestabel;
|
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.1.4
|
CRK: Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Schagen. De commissie die beoordeeld of een bouwplan voldoet aan de redelijke eisen van welstand, zoals deze zijn vastgelegd in het welstandsbeleid van de gemeente.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een concept aanvraag met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project vergunbaar is, bedraagt het tarief
|
€ 460,80
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
2.3.1.1
|
Bouwactiviteit, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen: vermeerderd met 2,53% van de bouwkosten.
|
€ 136,15
|
2,53%
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: vermeerderd met 2,28% van de bouwkosten boven de € 200.000
|
€ 5.196,12
|
2,28%
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met 2,03% van de bouwkosten boven de € 500.000
|
€ 12.036,10
|
2,03%
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,77% van de bouwkosten boven de € 1.000.000
|
€ 22.186,08
|
1,77%
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,53% van de bouwkosten boven de € 2.000.000
|
€ 39.886,06
|
1,53%
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,28% van de bouwkosten boven de € 5.000.000
|
€ 85.786,05
|
1,28%
|
2.3.1.1.7
|
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met 1,03% van de bouwkosten boven de € 10.000.000 met een maximum van € 267.166,20
|
€ 149.786,04
|
1,03%
|
2.3.1.2
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend en hiervoor het advies van de CRK moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:
|
|
|
2.3.1.2.1
|
Deze post is uitgesplitst in:
|
|
|
2.3.1.2.1.1
|
Bij bouwkosten tot € 20.000, ongeacht het aantal behandelingen
|
€ 40,00
|
|
2.3.1.2.1.2
|
Bij bouwkosten hoger dan € 20.000, 0,25% over de bouwkosten, ongeacht het aantal behandelingen.
|
|
0,25%
|
2.3.1.2.1.3
|
Korting op 2.3.1.2.1.1 en 2.3.1.2.1.2 bij vooroverleg met supervisor MOOI Noord-Holland.
|
|
50,00%
|
2.3.1.2.1.4
|
Maximum tarief per behandeld bouwplan
|
€ 2.250,00
|
|
2.3.1.2.2
|
Planbehandeling tegen vast tarief
|
|
|
2.3.1.2.2.1
|
reclame-objecten
|
€ 75,00
|
|
2.3.1.2.2.2
|
Activiteit sloop
|
€ 100,00
|
|
2.3.1.2.2.3
|
handhavingszaken/excessenregeling
|
€ 150,00
|
|
2.3.1.2.3
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend en hiervoor een ambtelijke welstandsbeoordeling noodzakelijk is, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:
|
€ 20,00
|
|
2.3.1.3
|
Verhoging verplicht advies agrarische commissie, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.3.1
|
inzake een standaardadvies bestaande bedrijven;
|
€ 760,00
|
|
2.3.1.3.2
|
inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan;
|
€ 900,00
|
|
2.3.1.3.3
|
Inzake een advies waarbij ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken worden betrokken:
|
€ 950,00
|
|
2.3.1.3.4
|
Inzake een nader advies op een eerder uitgebracht advies.
|
€ 450,00
|
|
2.3.1.3.5
|
Second opinion
|
€ 1.200,00
|
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief als hiervoor bedoeld met 10% verhoogd, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van
|
€ 1.063,00
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.2.1.1
|
indien de aanlegkosten minder dan € 200.000 bedragen: vermeerderd met 2,53% van de aanlegkosten.
|
€ 136,15
|
2,53%
|
2.3.2.1.2
|
indien de aanlegkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: vermeerderd met 2,28%van de aanlegkosten boven de € 200.000
|
€ 5.196,12
|
2,28%
|
2.3.2.1.3
|
indien de aanlegkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met 2,03%van de aanlegkosten boven de € 500.000
|
€ 12.036,10
|
2,03%
|
2.3.2.1.4
|
indien de aanlegkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,77%van de aanlegkosten boven de € 1.000.000
|
€ 22.186,08
|
1,77%
|
2.3.2.1.5
|
indien de aanlegkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,53%van de aanlegkosten boven de € 2.000.000
|
€ 39.886,06
|
1,53%
|
2.3.2.1.6
|
indien de aanlegkosten € 5.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met 1,28% van de aanlegkosten boven de € 5.000.000 met een maximum van € 133.583,10
|
€ 85.786,05
|
1,28%
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.
|
|
|
2.3.3.1.1
|
bedraagt het percentage 0,95 % van de vastgestelde bouwkosten indien lager dan € 25.000,- met een minimum van:
|
€ 88,05
|
0,95%
|
2.3.3.1.2
|
bedraagt het percentage 0,48 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 25.000,- of meer, maar minder dan € 400.000,- met een minimum van:
|
€ 271,85
|
0,48%
|
2.3.3.1.3
|
bedraagt het percentage 0,24 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 400.000,- of meer, met een minimum van:
|
€ 2.175,00
|
0,24%
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag
|
|
|
2.3.3.2.1
|
bedraagt het percentage 0,95 % van de vastgestelde bouwkosten indien lager dan € 25.000,- met een minimum van:
|
€ 88,05
|
0,95%
|
2.3.3.2.2
|
bedraagt het percentage 0,48 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 25.000,- of meer, maar minder dan € 400.000,- met een minimum van:
|
€ 271,85
|
0,48%
|
2.3.3.2.3
|
bedraagt het percentage 0,24 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 400.000,- of meer, met een minimum van:
|
€ 2.175,00
|
0,24%
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met;
|
€ 8.166,15
|
|
2.3.3.4
|
vervallen
|
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met;
|
€ 330,00
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van toepassing is (afwijking van provinciale regelgeving): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.
|
|
|
2.3.3.6.1
|
bedraagt het percentage 0,95 % van de vastgestelde bouwkosten indien lager dan € 25.000,- met een minimum van:
|
€ 88,05
|
0,95%
|
2.3.3.6.2
|
bedraagt het percentage 0,48 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 25.000,- of meer, maar minder dan € 400.000,- met een minimum van:
|
€ 271,85
|
0,48%
|
2.3.3.6.3
|
bedraagt het percentage 0,24 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 400.000,- of meer, met een minimum van:
|
€ 2.175,00
|
0,24%
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van toepassing is (afwijking van nationale regelgeving):van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.
|
|
|
2.3.3.7.1
|
bedraagt het percentage 0,95 % van de vastgestelde bouwkosten indien lager dan € 25.000,- met een minimum van:
|
€ 88,05
|
0,95%
|
2.3.3.7.2
|
bedraagt het percentage 0,48 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 25.000,- of meer, maar minder dan € 400.000,- met een minimum van:
|
€ 271,85
|
0,48%
|
2.3.3.7.3
|
bedraagt het percentage 0,24 % van de vastgestelde bouwkosten indien € 400.000,- of meer, met een minimum van:
|
€ 2.175,00
|
0,24%
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van toepassing is (afwijking van voorbereidingsbesluit): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag verhoogd met:
|
€ 342,30
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is binnenplanse afwijking):
|
€ 330,00
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 330,00
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is buitenplanse afwijking):
|
€ 8.166,15
|
|
2.3.4.4
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 330,00
|
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van toepassing is (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 330,00
|
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van toepassing is (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 330,00
|
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van toepassing is (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 330,00
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.5.1
|
voor objecten met een gebruiksoppervlakte kleiner of gelijk aan 500m2
|
€ 437,00
|
|
2.3.5.2
|
voor objecten met een gebruiksoppervlakte groter dan 500m2
|
€ 579,00
|
|
2.3.6
|
Vervallen
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 219,90
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.8.1.1
|
indien de aanlegkosten minder dan € 200.000 bedragen:vermeerderd met 2,53% van de aanlegkosten.
|
€ 136,15
|
2,53%
|
2.3.8.1.2
|
indien de aanlegkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: vermeerderd met 2,28%van de aanlegkosten boven de € 200.000
|
€ 5.196,12
|
2,28%
|
2.3.8.1.3
|
indien de aanlegkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met 2,03%van de aanlegkosten boven de € 500.000
|
€ 12.036,10
|
2,03%
|
2.3.8.1.4
|
indien de aanlegkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,77%van de aanlegkosten boven de € 1.000.000
|
€ 22.186,08
|
1,77%
|
2.3.8.1.5
|
indien de aanlegkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: € 41.497,10 vermeerderd met 1,53%van de aanlegkosten boven de € 2.000.000
|
€ 39.886,06
|
1,53%
|
2.3.8.1.6
|
indien de aanlegkosten € 5.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met 1,28% van de aanlegkosten boven de € 5.000.000 met een maximum van € 133.583,10
|
€ 85.786,05
|
1,28%
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, of de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 140,05
|
|
2.3.10
|
Kappen, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de APV Schagen een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 140,05
|
|
2.3.11
|
vervallen
|
|
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming
|
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in de Wet Natuurbescherming, uitgezonderd de Boswet, bedraagt het tarief:
|
€ 330,00
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 330,00
|
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 330,00
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 330,00
|
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning of een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport, Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt gemaakt of beoordeeld:
|
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 314,25
|
|
2.3.16.2
|
voor het maken van een archeologisch quickscan
|
€ 398,70
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 330,00
|
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.19
|
Projectuivoeringsbesluit Crisis- en herstelwet, Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verodening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid , van de Crisis- en herstelwet.
|
|
|
2.3.20
|
Vaststelling hogere waarde Wet geluidhinder, Indien een procedure tot vaststelling van een hogere waarde ingevolge de Wet geluidhinder nodig is.
|
€ 330,00
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een conceptaanvraag als bedoeld in artikel 2.2.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de geheven leges voor de beoordeling van de conceptaanvraag in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.12, 2.3.14, 2.9.1 en 2.10.1. Wanneer het resultaat negatief is, worden geen leges terugbetaald.
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag in deze titel genoemd, Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.12, 2.3.14, 2.9.1, 2.9.2 en 2.10.1 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
75% indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 26 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende vergunning / beschikking, Als de gemeente een verleende vergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.12, 2.3.14, 2.9.1, 2.9.2 en 2.10.1 intrekt op aanvraag/verzoek van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een aanvraag om een vergunning / beschikking voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.12, 2.3.14, 2.9.1, 2.9.2 en 2.10.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf,niet in gebruik
|
|
|
2.5.5
|
vervallen.
|
|
|
2.5.6
|
Afbreken procedure, Als een aanvrager in overleg met het bevoegd gezag besluit zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8 t/m 2.3.14 af te breken omdat dit voor zowel aanvrager als het bevoegd gezag de meest efficiënt manier is om de procedure te beëindigen terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.6.1
|
Indien de procedure van de betreffende aanvraag wordt afgebroken. 100% van de verschuldigde leges met dien verstande dat een aanvrager een bedrag van € 55,35 verschuldigd is aan administratiekosten
|
€ 55,35
|
|
2.5.7
|
Buiten behandeling laten van de aanvraag, Als het bevoegd gezag besluit een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.12 en 2.3.14 buiten behandeling te laten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.7.1
|
Als de procedure van de betreffende aanvraag wordt afgebroken na ontvangt van de aanvraag 100% van de verschuldigde leges met dien verstande dat een aanvrager een bedrag van: verschuldigd is aan administratiekosten
|
€ 55,35
|
|
2.5.8
|
Geringe aanpassing omgevingsvergunning "bouwen", Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit "bouwen" in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor al een omgevingsvergunning is verleend, maar waarvan geen gebruik is gemaakt, worden voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het in artikel 2.3.1. verschuldigde tarief. Met dien verstande dat: verschuldigd is en dat geen restitutie van de leges voor het in behandeling hemen van de oorspronkelijke aanvraag plaatsvindt.
|
€ 276,45
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6.1
|
Dit hoofdstuk is niet in gebruik. De gevolgen van intrekking van een omgevingsvergunning zijn geregeld in hoofdstuk 5
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 276,45
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 8.166,15
|
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 4.355,50
|
|
2.8.3
|
De in 2.8.1 en 2.8.2 genoemde tarieven worden verhoogd met het eventuele bedrag dat een externe adviseur de gemeente in rekening brengt.
|
|
|
Hoofdstuk 9 Gedoogbeschikking
|
2.9.1
|
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verkrijgen van een gedoogbeschikking
|
€ 330,00
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 330,00
|
|