Gemeenteblad van Oegstgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2018, 279654 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2018, 279654 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2019
Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorzieningen
Artikel 1. Maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning luiden per periode van vier weken:
* Om hoogte van het pgb voor Huishoudelijke ondersteuning basis en basis intensief per 2019 (minimaal) gelijk te laten zijn aan 2018 wordt - positief afwijkend van de verordening - bij het non-professionele tarief een percentage van 59 % gehanteerd (in plaats van 55%) en bij het zzp tarief 74% gehanteerd (in plaats van 70%).
Artikel 2. Maatwerkvoorziening Begeleiding individueel
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor begeleiding individueel luiden per periode
Artikel 4. Additionele tarieven per dagdeel en per uur
Indien met de in artikelen 1, 2 en 3 genoemde bedragen niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde omvang in uren kan, op basis van individueel maatwerk, tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur/dagdeel:
Artikel 5. Bedragen persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen
*Bij maaltijdvoorbereiding en kindverzorging wordt vanwege de ophanden zijnde aanbesteding aansluiting gezocht bij de tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal.
Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering. Het persoonsgebonden budget voor aanschaf, verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode bedraagt ten hoogste:
Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde bedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel betreft dit 7 jaar).
De restwaarde kan worden teruggevraagd. De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:
Hoofdstuk 2 Bedragen voor vervoer en verhuiskosten
Artikel 7. Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) bestaat op jaarbasis uit:
Voor het vrij besteedbaar bedrag wordt een prijs van € 0,28 per kilometer vergoed voor ritten waarbij de inwoner daadwerkelijk in de auto heeft doorgebracht.
Het vrij besteedbaar bedrag kan alleen aangewend worden voor ritten in de directe woonomgeving, overeenkomstig maximaal 25 kilometer enkele reis (= 5 zones).
Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV, moeten een bijdrage betalen in het CVV in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Dit tarief bedraagt € 0,78 per zone voor 65- en € 0,51 voor 65+.
Artikel 8. Maatwerkvoorzieningen vervoer en verhuiskosten
De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:
De hoogte van de bedragen wordt voor aanvragers tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen:
Voor zover partners beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en tenminste één van hen geen gebruik kan maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Partners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of in een vergelijkbare administratie buiten Nederland.
Voor zover partners beide geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend:
Voor zover partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal zones met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten van een voorziening
Artikel 9. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.
Conform artikel 12a lid 2 van de Verordening is geen eigen bijdrage verschuldigd als:
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het van toepassing zijnde Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:
De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.
De persoon aan wie een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend is geen bijdrage verschuldigd.
Artikel 10. Hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage maatwerkvoorzieningen
Lid 1. Maximale eigen bijdrage per vier weken voor maatwerkvoorzieningen
De bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2019, voor maatwerkvoorzieningen in natura (met uitzondering van de voorzieningen Beschermd wonen) bedraagt, conform het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, maximaal € 17,50 per periode van vier weken.
Lid 2. Maatwerkvoorziening Beschermd wonen en Beschut wonen
De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening 2019, voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen:
Lid 3. Maatwerkvoorziening woonvoorziening, traplift
De maximale bijdrage, als bedoeld in artikel 12a lid 1 van de Verordening 2019, voor een woonvoorziening in natura, in de vorm van een traplift, bedraagt € 1.875 of, indien dit lager is, 75% van de daadwerkelijke kosten van de traplift.
De bijdrage op het persoonsgebonden budget is maximaal het verstrekte (jaar)budget.
De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor begeleiding en dagbesteding is maximaal 53% van het verstrekte (jaar)budget.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-279654.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.