Wijziging Subsidieregeling monumenten Boxtel

Het college van burgemeester en wethouders van Boxtel;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Boxtel 2017;

 

b e s l u i t :

 

de Subsidieregeling monumenten Boxtel te wijzigen als volgt:

 

Artikel I

 

A.

 

Artikel 2, vierde lid, vervalt.

 

B.

 

Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4 Subsidieplafond en maximumbedrag

 

  • 1.

    Het jaarlijkse subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 50.000.

  • 2.

    Een subsidie voor een monument bedraagt maximaal € 3.500.

  • 3.

    Een subsidie voor een object als onderdeel van een beeldbepalende gevelwand bedraagt maximaal € 1.000 per object. De subsidie voor een groep van objecten van een beeldbepalende gevelwand of delen daarvan bedraagt maximaal € 3.500.

C.

 

Artikel 10, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing indien de werkzaamheden tevens subsidiabel zijn op grond van:

    • a.

      de Tijdelijke stimuleringsregeling gevelverbetering Boxtel, of

    • b.

      de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai.

Artikel II

 

Op aanvragen om subsidie die zijn aangevraagd voor de dag van inwerkingtreding van dit besluit blijft de Subsidieregeling monumenten Boxtel van toepassing zoals die luidde op de dag voor inwerkingtreding.

 

Artikel III

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

 

 

Boxtel, 18 december 2018.

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

de secretaris,

 

drs. H.A.M. van Berkel

 

de burgemeester,

 

A.M.T. Naterop

Toelichting

 

Algemeen

 

Op 1 juli 2017 is de nieuwe Subsidieregeling monumenten in werking getreden. Gebleken is dat de regeling op enkele punten gewijzigd dient te worden. Deze wijzigingen hebben betrekking op:

  • subsidie voor woonhuizen die rijksmonument zijn;

  • de berekening van het maximum subsidiebedrag;

  • de samenloop met subsidies op grond van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai.

Verder wordt de hoogte van subsidieplafond nu opgenomen in de regeling zelf. Dit subsidieplafond, alsmede de wijze van verdeling, dient jaarlijks voorafgaande aan het nieuwe kalenderjaar bekendgemaakt te worden.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel I, onderdeel A

In het vierde lid van artikel 2 is een bepaling opgenomen waardoor de subsidieregeling ook van toepassing is voor woonhuizen die zijn aangewezen als rijksmonument. Dit omdat deze categorie is uitgesloten van subsidie op grond van de (landelijke) Subsidieregeling instandhouding monumenten. Tevens was destijds sprake van onduidelijkheid over de toekomst van de financiële ondersteuning van eigenaren van rijksmonumenten door de rijksoverheid. Inmiddels is het nieuwe landelijke subsidiekader bekend en kan dit onderdeel van de gemeentelijke subsidieregeling vervallen.

 

Artikel I, onderdeel B

In het eerste lid van artikel 4 is nu het subsidieplafond vastgelegd. Daarmee is het subsidieplafond voor een gebruiker van de subsidieregeling direct kenbaar.

 

De bepalingen in het huidige eerste en tweede lid zijn aangepast en opgenomen in het tweede en derde lid. Vanaf 2019 is € 50.000 per jaar beschikbaar als subsidiebedrag terwijl dat de afgelopen jaren ongeveer € 35.000 per jaar was. In artikel 4 van de regeling is bepaald dat het maximumbedrag enerzijds maximaal 10% van het subsidieplafond bedraagt, maar niet meer mag bedragen dan € 5.000. Doel van het ruimere subsidiebudget is meer eigenaren financieel te kunnen ondersteunen, mede gelet op het al toegenomen en nog toenemend aantal gemeentelijk monumenten. Het ongewijzigd laten van de regeling op dit punt zou leiden tot een maximaal subsidiebedrag van € 5.000 waardoor niet per se méér eigenaren ondersteund zouden worden. Tevens leidt de bepaling met enerzijds een percentage en aanvullend een maximumbedrag tot onduidelijkheid bij gebruikers van de regeling. Duidelijker is het om een vast maximumbedrag op te nemen in de subsidieregeling. Bij een maximumsubsidiebedrag van € 3.500 kan – bij maximale benutting – aan 14 eigenaren subsidie verstrekt worden.

 

Artikel I, onderdeel C

Aan de gemeente is subsidie verleend op grond van de (landelijke) Subsidieregeling sanering verkeerslawaai. Die subsidie heeft betrekking op het opzetten van een saneringsprogramma om hiermee geluidhinder te beperken bij bestaande situaties. Ook kan subsidie worden verkregen voor het uitvoeren van deze geluidwerende voorzieningen, de zgn. uitvoeringssubsidie. Het saneringsprogramma heeft betrekking op 46 woningen. Een flink deel van deze woningen (19 stuks) zijn aangewezen als gemeentelijk monument of onderdeel van een beeldbepalende gevelwand. Door de bepaling in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de gemeentelijke subsidieregeling dient een subsidie te worden geweigerd indien er op grond van een andere regeling subsidie is of wordt verleend. Omdat geluidwerende maatregelen bij monumenten en beeldbepalende gevelwanden kunnen leiden tot hogere kosten dan bij niet aangewezen panden is het gewenst om voor deze categorie een uitzondering te maken. De nieuwe tekst van het derde lid van artikel 10 voorziet – naast de bestaande uitzondering voor gevelverbetering – daarin. De panden waarop de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai van toepassing is, zijn niet gelegen in het stimuleringsgebied waarop de Tijdelijke stimuleringsregeling gevelverbetering van toepassing is, zodat geen sprake is van samenloop van 3 subsidieregelingen.

 

Artikel II

Het overgangsrecht zorgt ervoor dat de oude subsidieregeling van kracht blijft voor aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor inwerkingtreding van de wijziging. Die subsidies worden verleend en vastgesteld conform de oude regeling. De nieuwe regeling is slechts van toepassing op aanvragen om subsidie die worden ingediend vanaf de dag van inwerkingtreding van de wijziging.

Naar boven