Gemeenteblad van Maassluis
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2018, 278752 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2018, 278752 | Beleidsregels |
Wijzigingsbesluit artikel 6.3 Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Maassluis, Vlaardingen en Schiedam 2018, gemeente Maassluis
Het dagelijks bestuur van Stroomopwaarts, namens de colleges van burgemeester en wethouders van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam,
gelet op de Participatiewet, artikel 4:81 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht, het mandaatbesluit van 20 februari 2018;
overwegende de wens van de colleges van B&W van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam dat de inwoners van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam een sociaal krediet of saneringskrediet kunnen afsluiten tegen gunstige voorwaarden bij de Kredietbank Rotterdam
besluit vast te stellen het wijzigingsbesluit artikel 6.3 Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Maassluis, Vlaardingen en Schiedam 2018.
Artikel 1 Wijziging artikel 6.3
Artikel 6.3 wordt gewijzigd als volgt:
In afwijking van het eerste lid en met in achtneming van het tweede lid, wordt het inkomen boven 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm als draagkracht in aanmerking genomen wanneer een borgstelling voor een saneringskrediet op grond van artikel 49 van de wet, of bijzondere bijstand in de vorm van een borgstelling op grond van artikel 51 van de wet voor een sociaal krediet bij de Kredietbank Rotterdam is aangevraagd.
Voor de vaststelling van de draagkracht wordt uitgegaan van de inkomens- en vermogenssituatie in de maand waarin de aanvraag om bijzondere bijstand wordt ingediend. Indien de situatie in deze maand geen juist inzicht geeft in het te verwachten inkomen gedurende de draagkrachtperiode, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen gedurende het aan de bedoelde maand voorafgaande kwartaal, half jaar of jaar. Dit is afhankelijk van de vraag welke periode het juiste inzicht geeft in het te verwachten inkomen.
Artikel 2 Wijziging toelichting artikel 6.3
De Toelichting op artikel 6.3 wordt vervangen door:
Het college heeft op grond van artikel 35 Participatiewet bij een aanvraag om bijzondere bijstand, beleidsvrijheid in de wijze waarop de draagkracht van belanghebbende wordt vastgesteld. De invoering van de kostendelersnorm beperkt deze vrijheid van het college niet. Het dagelijks bestuur heeft als keuze gemaakt dat bij het bepalen van de draagkracht wordt uitgegaan van de geldende bijstandsnorm, zonder rekening te houden met eventuele kostendelers. Overwegende dat het niet gaat om algemene noodzakelijke kosten van het bestaan, zoals huur, eten en verwarming die met andere gedeeld kunnen worden, maar om individuele kosten die niet gedeeld kunnen worden en die voortvloeien uit bijzondere individuele omstandigheden.
De uitspraak van 14 februari 2017 van de CRvB (enkelvoudige kamer) omtrent draagkracht gaat om een specifiek geval. In deze uitspraak oordeelt de Raad dat het netto-inkomen, ook al ligt hier beslag op, het uitgangspunt is bij de vaststelling van draagkracht in het kader van de verlening van bijzondere bijstand. Het verstrekken van bijzondere bijstand voor de kosten in kwestie zou immers impliceren dat indirect bijzondere bijstand wordt verstrekt voor schulden.
Volgens de huidige jurisprudentielijn die de Raad (meervoudige kamer) hanteert over het vaststellen van de draagkracht, kan er niet over het inkomen worden beschikt als er beslag op ligt (uitspraak van 28 maart 2006; ECLI:NL:CRVB:2006:AV8374).
De uitvoeringspraktijk heeft altijd gehandeld conform deze vaste jurisprudentie. In het Breed Kwaliteitsoverleg van september 2017 is besloten om deze vaste jurisprudentie te blijven volgen. Er is derhalve geen draagkracht als er beslag ligt op het inkomen.
Borgstelling sociaal krediet en vaststellen noodzaak
Bij de aanvraag om bijzondere bijstand in de vorm van een borgstelling, zoals bedoeld in artikel 51 van de wet, voor een sociaal krediet moeten de volgende vier vragen beantwoord worden:
Bij het afhandelen van aanvragen om bijzondere bijstand in de vorm van een borgstelling voor een sociaal krediet bij de Kredietbank Rotterdam wordt de noodzakelijkheid en de bijzondere omstandigheden aangenomen wanneer de Kredietbank Rotterdam de lening wil verstrekken.
Wanneer de Kredietbank Rotterdam een lening voor een saneringskrediet wil verstrekken wordt aangenomen dat aan de voorwaarden van artikel 49 van de Participatiewet is voldaan.
Aldus vastgesteld in het dagelijks bestuur Stroomopwaarts van 18 oktober 2018,
de voorzitter,
S. Kuiper
de secretaris,
D.J.N.M. Curfs
De colleges van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam willen graag dat inwoners met een laag inkomen een sociaal krediet of saneringskrediet kunnen afsluiten tegen gunstige voorwaarden bij de Kredietbank Rotterdam. De Kredietbank stelt hierbij de voorwaarde dat de colleges borg staan in het geval de burger de lening niet terugbetaald. Om een grotere groep burgers in aanmerking te laten komen voor een sociaal krediet of saneringskrediet op deze gunstige voorwaarden wordt de doelgroep voor deze vorm van bijzondere bijstandsverlening vergroot naar inwoners met een inkomen tot maximaal 130% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm.
De wijziging betreft een tekstuele aanpassing in het eerste lid in verband met verduidelijking van de tekst.
In het artikel is lid 6 toegevoegd zodat alleen inkomen boven de 130% van de toepassing zijnde bijstandsnorm in aanmerking wordt genomen in het geval van een kredietverstrekking door de Kredietbank Rotterdam .
De oude onderdelen 6 t/m 9, zijn in het nieuwe artikel genummerd als 7 t/m 10.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-278752.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.