Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2018, 278410 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2018, 278410 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2019
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computers voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig gebruik heeft gemaakt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a , voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats wordt niet geheven van een gebruiker van een elektrisch (hybride) motorvoertuig wat aangesloten is op één van de elektrische oplaadpalen in Heerenveen die aangeduid zijn met het bord E4 volgens RVV 1990 met onderbord ‘alleen voor elektrische auto’s.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel (bijlage 1).
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats en/of het gebied waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 62,70. De kostenberekening naheffingsaanslag staat vermeld in bijlage 2.
Artikel 12 Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
De “Verordening op de heffing en de invordering van een parkeerbelasting 2018” van 18 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
behorende bij de “Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2019”
Bijlage 2: Kostenberekening naheffingsaanslag
behorende bij de “Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting 2019”.
Onderbouwing verhoging tarief kosten naheffingsaanslag naar wettelijk maximum van
€ 62,70 (Bron: Staatscourant 2017 nr. 47104 d.d. 24 augustus 2018).
In de tarieven mogen de volgende kosten doorberekend worden:
Raming op te leggen naheffingsaanslagen in de begroting 2019 (€ 210.000,-) zijn gebaseerd op een tarief voor de naheffingsaanslag van € 62,70 + € 1,20= € 63,90 per aanslag en een aantal van 3.286 aanslagen.
Bij de vaststelling van het nieuwe tarief mag wettelijk ervan uitgegaan worden dat de kosten gedekt worden uit de naheffingen. Dit is begrensd tot een maximum. Het maximumtarief voor het jaar 2018 zou in Heerenveen bij 3.322 aanslagen € 347.281,-/ 3.286 = € 105,69 mogen bedragen. Het wettelijke maximumtarief van € 62,70 mag dus gehanteerd worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-278410.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.