2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2,65%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van
|
€
|
283,00
|
|
en een maximum van € 10.000.000,- (tien miljoen euro)
|
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning wordt ingediend onder certificaat overeenkomstig de nationale beoordelingsrichtlijn “Bouwplantoetsingen aan het bouwbesluit BRL 5019” vindt reductie plaats van de overeenkomstig artikel 2.3.1.1 bepaalde legeskosten met
|
|
50%
|
2.3.1.1.2
|
Voor bouwwerken die niet hoger zijn dan 5 meter en geen groter oppervlak beslaan dan 5 m² en die tot doel hebben energie op te wekken, water te besparen of op andere wijze de uitstoot van CO2 beperken of beperkt houden, worden geen legeskosten geheven
|
|
gratis
|
2.3.1.2
|
Extra welstandstoets
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
|
gratis
|
2.3.1.3
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
2.3.1.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€
|
735,00
|
2.3.1.3.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het toetsen aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)
|
€
|
1.554,00
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit
|
|
40%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
|
0,70%
|
|
van de aanlegkosten met een minimum van
|
€
|
191,00
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, tenzij dit wordt geregeld via een exploitatieovereenkomst of exploitatieplan:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking),
|
€
|
490,00
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking)
|
€
|
490,00
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€
|
10.574,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€
|
525,00
|
2.3.3.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
€
|
1.219,00
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
|
€
|
1.219,00
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€
|
487,00
|
2.3.3.8
|
In afwijking van hetgeen is bepaald in de onderdelen 2.3.3.1 t/m 2.3.3.7 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag met betrekking tot een voorziening voor bed en breakfast of een voorziening voor gastouderopvang in de woning
|
€
|
33,00
|
2.3.4
|
Gereserveerd
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.5.1
|
indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden of wijzigen van een bouwwerk met een brutovloeroppervlak van:
|
|
|
2.3.5.1.1
|
tot en met 500 m²
|
€
|
1.020,00
|
2.3.5.1.2
|
501 m² en meer
|
€
|
1.957,00
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de geldende gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument
|
€
|
259,00
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht
|
€
|
259,00
|
2.3.6.2
|
indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de geldende gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
259,00
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
247,00
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de APV bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
563,00
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de APV bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
162,00
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bodemverordening of artikel 4:11 van de APV, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
114,00
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid van de APV, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
|
gratis
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
|
gratis
|
2.3.12
|
Natura
2000-activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
173,00
|
2.3.13
|
Flora- en fauna activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
173,00
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
339,00
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft:
|
€
|
116,00
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
|
€
|
208,00
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling van onderzoeken
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in die onderdelen van de aanvraag een advies wordt gevraagd of een rapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€
|
280,00
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€
|
280,00
|
2.3.16.3
|
voor het verstrekken van een advies, namens het bevoegd gezag, over archeologische waarden en verwachtingen
|
€
|
1.864,00
|
2.3.16.4
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van een aangeleverd programma van eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, KNA 3.3
|
€
|
1.083,00
|
2.3.16.5
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van een aangeleverd plan van aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€
|
848,00
|
2.3.16.6
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van een offerte tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek
|
€
|
295,00
|
2.3.16.7
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van een rapportage die voortvloeit uit archeologisch (voor)onderzoek, ex hoofdstuk 5 Erfgoedwet
|
€
|
530,00
|
2.3.16.8
|
voor het opstellen van een archeologische paragraaf behorende bij een ruimtelijk plan, waaronder bestemmingsplannen en wijzigingsplannen
|
€
|
535,00
|
2.3.16.9
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€
|
374,00
|
2.3.16.10
|
voor de beoordeling van een flora- en faunaonderzoek
|
€
|
374,00
|
2.3.16.11
|
voor de beoordeling van een luchtkwaliteit onderzoek
|
€
|
374,00
|
2.3.16.12
|
voor de beoordeling van een geurhinder en veehouderij onderzoek
|
€
|
374,00
|
2.3.16.13
|
voor de beoordeling van een explosievenonderzoek
|
€
|
446,00
|
2.3.16.14
|
voor de beoordeling van een aangeleverd programma van eisen inzake (voor)onderzoek naar conventionele explosieven
|
€
|
446,00
|
2.3.16.15
|
voor de beoordeling van een aangeleverd plan van aanpak inzake (voor)onderzoek naar conventionele explosieven
|
€
|
446,00
|
2.3.16.16
|
voor het opstellen van een landschapsadvies
|
€
|
723,00
|
2.3.16.17
|
voor de beoordeling van een extern veiligheidsonderzoek
|
€
|
374,00
|
2.3.16.18
|
voor de beoordeling van een ander rapport of onderzoek niet met name genoemd maar wel noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag
|
€
|
374,00
|
2.3.17
|
Advies
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€
|
213,00
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.19
|
Hogere grenswaarden Wet Geluidhinder
|
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in artikel 110a van de Wet Geluidhinder
|
€
|
956,00
|