Verordening Lijkbezorgingsrechten 2019

De raad van de gemeente Hoogeveen,

Gelet op het voorstel van het college;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

(Verordening Lijkbezorgingsrechten 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Begraafplaatsen: de begraafplaatsen te

  • 1. Elim, gelegen aan de Carstensdijk;

  • 2. Fluitenberg, begraafplaats Zevenberg, gelegen aan de Fluitenbergseweg;

  • 3. Hollandscheveld, gelegen aan de Kerkhoflaan;

  • 4. Hoogeveen, de oude begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg;

    5. Hoogeveen, de nieuwe begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg;

  • 6. Nieuweroord, gelegen aan de Middenraai;

  • 7. Nieuwlande, gelegen aan de Boerdijk;

  • 8. Pesse, gelegen aan de Hoogeveenseweg;

  • 9. Stuifzand, gelegen aan de Hoofdweg;

  • 10. Tiendeveen, gelegen aan de Kerkweg;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn

    in het voorgaande verordeningen ook wel eigen graf genoemd;

  • c.

    particulier dubbelgraf: twee naast elkaar of onder elkaar gelegen particuliere graven die gelijktijdig worden uitgegeven, in voorgaande verordeningen ook wel eigen graf genoemd;

  • d.

    particuliere grafkelder: een betonnen of gemetselde ruimte waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven, en begraven houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • e.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede kinderen tot 12 jaar;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    in voorgaande verordeningen ook wel eigen graf of kindergraf genoemd;

  • f.

    urnenkelder: een particuliere kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, in voorgaande verordeningen ook wel eigen urnengraf of eigen urenenkelder genoemd;

  • g.

    urnennis: een particuliere nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, in voorgaande verordeningen ook wel eigen urnennis genoemd;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van levenloos geboren kinderen, alsmede aan kinderen tot 12 jaar;

  • j.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een urnenkelder;

  • k.

    urnenmuur: een muur op de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een urnennis;

  • l.

    asbus: een bus ter berging van de as van één overledene;

  • m.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • n.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • p.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitende recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf, particulier dubbelgraf, een kindergraf, particuliere grafkelder, een urnenkelder of een urnennis;

  • q.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in dienst plaats te zijn getreden;

  • r.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf;

  • s.

    gebruik: het gebruik van een algemen graf;

  • t.

    begraven: de teraardebestelling van een lijk;

  • u.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren.

  • v.

    particulier galerijgraf: een graf in een kamer in het Transcedron waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urn.

  • w.

    grafplek: een ruimte waarin 1 stoffelijk overschot is begraven of asbus is bijgezet.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De overige rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat er aanspraak op ontheffing voor de rechten in hoofdstuk 5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing voor de overige rechten

Andere rechten dan die als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De rechten als bedoeld in de tarieventabel moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kunnen de rechten als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 2, 3 en 4 bij verlenging van een grafrecht voor 1 jaar t/m 10 jaar gedurende de periode van verlenging, op aanvraag, gespreid worden voldaan in halfjaarlijkse of jaarlijkse termijnen.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 kunnen de rechten als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 2 bij verlenging van een grafrecht voor 11 of meer jaar, op aanvraag, binnen een periode van 10 jaar gespreid worden voldaan in halfjaarlijkse of jaarlijkse termijnen;

  • 4.

    Indien een automatische incasso is afgegeven voor het innen van de gemeentelijke heffingen wordt het belastingbedrag op de kennisgeving automatisch afgeschreven in de volgende maand na die waarin de kennisgeving is verzonden.

  • 5.

    Indien een automatische incasso is afgegeven voor het innen van de gemeentelijke heffingen als bedoeld in lid 2 en 3, vindt de eerste afschrijving van het belastingbedrag plaats in de volgende maand na die waarin de kennisgeving is verzonden. Elke volgende afschrijving vindt plaats conform de in lid 2 of 3 bepaalde termijnen.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Vervallen rechten

Bij het vervallen van de lijkbezorgingsrechten op grond van enig artikel in de Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009 of in het Besluit begraafplaatsen 2010 wordt geen restitutie gegeven.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening lijkbezorgingsrechten 2018, vastgesteld op 7 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Lijkbezorgingsrechten 2019.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen,

gehouden op 6 december 2018.

 

De griffier, De voorzitter,

C. Eken-van Mierlo, K.B. Loohuis

 

Tarieventabel, behorende bij de verordening Lijkbezorgingsrechten 2019

 

Hoofdstuk 1

Rechten voor particuliere graven, urnenkelders en urnennissen

 

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden of het doen bijzetten en bijgezet houden voor een tijdvak van 10 jaar wordt geheven:

 

 

a.

Voor een particulier graf, bestemd voor één stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.043,00

 

b.

Voor een particulier graf, bestemd voor maximaal twee stoffelijke overschotten van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.490,00

 

c.

Voor een particulier graf, bestemd voor het stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar

€ 522,00

 

 

d.

Voor maximaal 4 asbussen in een urnennis (inclusief eventueel recht voor het aanbrengen van voorwerpen of beplantingen)

€ 792,00

 

e.

Voor maximaal 4 asbussen in een urnenkelder (inclusief eventueel recht voor het aanbrengen van voorwerpen of beplantingen)

€ 792,00

 

f.

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het stichten van een particuliere grafkelder

 

 

 

Enkele particuliere grafkelder

€ 948,00

 

 

Dubbele particuliere grafkelder

€ 1.896,00

 

g.

Voor een particulier galerijgraf, bestemd voor één stoffelijk overschot op begraafplaats Zevenberg

€ 745,00

 

 

h.

Voor de gelijktijdige uitgifte van twee particuliere graven, ieder bestemd voor één stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder, op de begraafplaatsen:

Hollandscheveld, gedeelte II grenzend aan de westzijde;

Oude begraafplaats Hoogeveen, gedeelte VI Rooms-Katholiek;

Nieuwlande;

Nieuweroord op gedeelte I, II en het nieuwe deel;

Pesse, op het oude deel of op Blok A, B, C of D, E en F;

Stuifzand, op het middenvak en op Blok A en B;

Tiendeveen, op Blok A, C, D en E

€ 1.490,00

1.1

Voor een door de nabestaanden zelf uit te zoeken plaats binnen de kaders van de begraafplaats Fluitenberg worden de rechten in a. t/m c. verhoogd met

€ 211,00

 

1.2

Voor een door de nabestaanden zelf uit te zoeken plaats binnen de kaders van de begraafplaats Fluitenberg worden de rechten in d. t/m e. verhoogd met

€ 82,00

2.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1. met minimaal 1 jaar wordt per jaar een recht geheven:

 

 

a.

Voor een particulier graf, bestemd voor het stoffelijk overschot van één persoon van 12 jaar of ouder

€ 104,30

 

b1.

Voor een particulier graf, bestemd voor maximaal twee stoffelijke overschotten van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 149,00

 

b2.

Voor twee particuliere dubbelgraven, gelijktijdig uitgegeven in de periode 1990 t/m 2018, waarbij op het moment van verlenging van het recht, afstand wordt gedaan van het recht op de bovenste lege graven

€ 208,60

 

b3.

Voor twee particuliere dubbelgraven, gelijktijdig uitgegeven in de periode 1990 t/m 2018, waarbij op het moment van verlenging van het recht, afstand wordt gedaan van het recht van een van de particuliere dubbelgraven

€ 149,00

 

c.

Voor twee gelijktijdig uitgegeven particuliere graven, ieder bestemd voor één stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder, op de begraafplaatsen:

Hollandscheveld, gedeelte II grenzend aan de westzijde;

Oude begraafplaats Hoogeveen, gedeelte VI Rooms-Katholiek;

Nieuwlande;

Nieuweroord op gedeelte I, II en het nieuwe deel;

Pesse, op het oude deel of op Blok A, B, C of D, E en F;

Stuifzand, op het middenvak en op Blok A en B

Tiendeveen, op Blok A, C, D en E

€ 149,00

 

d.

Voor een particulier graf, bestemd voor het stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar

€ 52,20

 

e.

Voor een urnennis met maximaal 4 asbussen

€ 79,20

 

f.

Voor een urnenkelder met maximaal 4 asbussen

€ 79,20

 

g.

Voor een particulier galerijgraf, bestemd voor één stoffelijk overschot op begraafplaats Zevenberg

€ 74,50

 

3.

Indien later dan 10 jaar van het 20-jarig grafrecht een volgend stoffelijk overschot wordt begraven of asbus wordt bijgezet, dan wordt naar tijdsevenredigheid het uitsluitend recht tot verlenging over 10 jaren geheven. Per jaar wordt een recht geheven:

 

 

a.

Bestemd voor één stoffelijk overschot

€ 104,30

 

b.

Bestemd voor maximaal twee stoffelijke overschotten

€ 149,00

4.

Indien later dan 20 jaar van het 30-jarig grafrecht een volgend stoffelijk overschot wordt begraven of asbus wordt bijgezet, dan wordt naar tijdsevenredigheid het uitsluitend recht tot verlenging over 10 jaren geheven. Per jaar wordt een recht geheven:

 

 

a.

Bestemd voor één stoffelijk overschot

€ 104,30

 

b.

Bestemd voor maximaal twee stoffelijke overschotten

€ 149,00

5.

Voor het inschrijven of overschrijven van particuliere graven, urnenkelders en urnennissen in het daartoe bestemde register wordt geheven

€ 12,00

6.

Voor het opstellen van een grafakte voor algemene graven wordt geheven

€ 12,00

7.

Voor het opvragen van een duplikaatakte van een particulier graf of een algemeen graf wordt geheven

€ 12,00

8.

Voor het overschrijven van particulieren graven, urnenkelders en urnennissen, waarvan het grafrecht vervallen is aan de gemeente, op naam van een nieuwe rechthebbende in het daartoe bestemde register wordt geheven

€ 61,00

Hoofdstuk 2

Rechten voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen

9.

Voor het begraven van een stoffelijk overschot wordt geheven:

 

 

a.

indien het een persoon betreft van 12 jaar of ouder

€ 622,00

 

b.

indien het een levenloos geborene of kind betreft beneden 12 jaar

€ 311,00

 

c.

Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven

€ 122,00

 

d.

Voor het verstrooien van as op de daartoe aangewezen plaats in Hoogeveen per asbus

€ 122,00

10.

De in onderdeel 9a genoemde rechten worden verhoogd wanneer het begraven of bijzetten plaatsvindt op een buitengewoon uur, zoals deze is vastgesteld in de Verordening begraafplaatsen 2009.

€ 466,50 

11. 

De in onderdeel 9b genoemde rechten worden verhoogd wanneer het begraven of bijzetten plaatsvindt op een buitengewoon uur, zoals deze is vastgesteld in de Verordening begraafplaatsen 2009.

€ 233,25

12. 

De in onderdeel 9c en 9d genoemde rechten worden verhoogd wanneer het begraven of bijzetten plaatsvindt op een buitengewoon uur, zoals deze is vastgesteld in de Verordening begraafplaatsen 2009.

€ 91,50

Hoofdstuk 3

Rechten voor het lichten van stoffelijke overschotten t.b.v. ruimen of herbegraven

13.

Voor het lichten van één stoffelijk overschot wordt het tarief geheven:

 

 

a.

Indien het een persoon betreft van 12 jaar of ouder, waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar is verstreken.

€ 749,00

 

b.

Indien het een levenloos geborene of kind betreft beneden 12 jaar waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar is verstreken.

€ 374,50

 

c.

Indien het een persoon betreft van 12 jaar of ouder, waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar nog niet is verstreken.

Tarief wordt bepaald door een opgemaakte begroting als bedoeld in onderdeel 14.

 

 

d.

Indien het een levenloos geborene of kind betreft beneden 12 jaar waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar nog niet is verstreken. Tarief wordt bepaald door een opgemaakte begroting als bedoeld in onderdeel 14.

 

14.

De in onderdeel 13 sub c en d genoemde werkzaamheden worden berekend op basis van een begroting die terzake door of vanwege het college is opgesteld om de genoemde werkzaamheden door een extern bureau te laten uitvoeren.

 

15.

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 14 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht tenzij de aanvrager voor deze vijfde werkdag aangeeft niet akkoord te gaan met de begroting van het ingeschakelde extern bureau. De aanvraag wordt dan niet in behandeling genomen.

 

16.

Indien de door het extern bureau werkelijk gemaakte kosten lager zijn dan het begrote bedrag op basis van onderdeel 14, worden de rechten op basis van de werkelijke kosten herrekend.

 

17.

Voor het lichten van de inhout uit een unrnennis of -kelder wordt het tarief geheven:

€ 70,00

18.

Voor het lichten van een asbus uit een graf wordt het tarief geheven:

€ 70,00

19.

De rechten bedoeld in onderdeel 13 worden niet geheven indien dat geschiedt op gerechtelijk gezag.

 

Hoofdstuk 4 Rechten voor het aanbrengen van voorwerpen of beplantingen

20.

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het plaatsen van voorwerpen op een graf, wordt geheven

€ 200,00

20.1

Onder het plaatsen als bedoeld in dit artikel is niet begrepen vernieuwing van voorwerpen, waarvoor al een recht is voldaan

 

Hoofdstuk 5 Rechten voor het onderhoud van voorwerpen of beplantingen

21.

Het onderhoud van de aangebrachte voorwerpen of beplantingen kan aan de gemeente worden opgedragen. In dat geval is per jaar verschuldigd voor:

 

 

a.

Een letterplaat op een gedenkmonument

€ 30,00

 

b.

Een rand, waarbinnen kiezel om een enkel graf

€ 40,00

 

c.

Een rand, waarbinnen kiezel om een dubbel graf (naast elkaar)

€ 57,00

 

d.

Een rand, waarbinnen tegels om een enkel graf

€ 32,00

 

e.

Een rand, waarbinnen tegels om een dubbel graf (naast elkaar)

€ 45,00

 

f.

Een beplanting (binnen een rand)

€ 40,00

 

g.

Een rand met afdekplaat enkel graf

€ 27,00

 

h.

Een rand met afdekplaat dubbel graf (naast elkaar)

€ 38,00

22.

Het onderhoud van aangebrachte voorwerpen op of bij urnennissen/ urnenkelders kan aan de gemeente worden opgedragen, in welk geval per jaar verschuldigd is voor het onderhoud van een urnennis/urnenkelder

€ 28,00

23.

De rechten als bedoeld in de onderdelen 21 en 22 kunnen voor een periode van 10 jaar worden voldaan door betaling ineens van het achtvoud van het jaarlijks verschuldigde bedrag. Het onderhoud zal dan van gemeentewege geschieden voor zover op het desbetreffende graf/urnennis een voorwerp of een beplanting aanwezig is, echter niet langer dan een periode waarvoor de desbetreffende ruimte is uitgegeven.

 

24.

In gevallen waar gebruik wordt gemaakt van verlenging met een periode van 10 jaar kunnen de desbetreffende rechten worden voldaan door betaling ineens van het achtvoud van het jaarlijks verschuldigde bedrag.

 

25.

Onder onderhoud, als bedoeld in dit hoofdstuk, wordt niet verstaan vernieuwing of herstel, noch bij levering van materialen, doch wel verfwerk en geringe reparaties.

 

Behorende bij raadsbesluit van 6 december 2018

 

De griffier,

C. Elken - van Mierlo

Naar boven