Gemeenteblad van Montfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montfoort | Gemeenteblad 2018, 277937 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montfoort | Gemeenteblad 2018, 277937 | Verordeningen |
Financiële verordening gemeente Montfoort 2019
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld per inwoner: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 4. Autorisatie begroting, investeringsbudgetten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringsbudget wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Het college informeert de raad vooraf als verwacht wordt dat de geautoriseerde baten of lasten op programmaniveau dreigen te worden overschreden met minimaal € 25.000 in de eerstvolgende tussenrapportage of via een afzonderlijk voorstel aan de raad. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van de begroting of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Het college informeert de raad vooraf als een investeringsbudget met minimaal 10% van het budget, met een minimum van € 25.000, dreigt te worden overschreden in de eerstvolgende tussenrapportage of via een afzonderlijk voorstel aan de raad. De raad wordt altijd geïnformeerd als een overschrijding van € 50.000 of meer wordt voorzien, ook al is dit minder dan 10% van het investeringsbudget. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget en de (meerjaren)begroting of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Voor een investering waarvan het investeringsbudget niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringsbudget aan de raad voor. Wanneer de netto schuldquote groter wordt dan 100% informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Artikel 5. Tussentijdse rapportage
Het college besluit niet over de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten, het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties die niet passen binnen het bestaande beleid en over de daarbij behorende financiële kaders, dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat conform de Wet houdbare overheidsfinanciën alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa
Bij het bepalen van de afschrijvingen wordt de componentenbenadering gehanteerd. Dit houdt in dat verschillende samenstellende delen van een materieel vast actief afzonderlijk worden afgeschreven op basis van het individuele waardeverloop van die delen. Per samenstellend deel kunnen de economische gebruiksduren namelijk verschillen.
Artikel 11. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt een omslagmethode gehanteerd. De kosten van overhead worden volledig omgeslagen naar rato van de personeelskosten (inclusief inhuur) van de ambtelijke organisatie van het product. Het omslagpercentage wordt jaarlijks bij het opstellen van de begroting berekend.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de kadernota of financieel perspectiefnota vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en budgetten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het achtste en negende lid. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de omslagrente voor de kostprijsberekening als bedoeld in het zevende lid, wordt jaarlijks met de kadernota of financieel perspectiefnota vastgesteld. De hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de bij de begroting geraamde rentekosten als percentage van de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en budgetten. De uitkomst van dit rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt op een half procent afgerond.
In afwijking van het zevende lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente kan worden verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Het college kan een gemeentegarantie verstrekken aan een financiële instelling. De investering van de aanvrager van een gemeentegarantie dient te passen binnen de doelstellingen zoals gedefinieerd in de programmabegroting van de gemeente. De investering moet bovendien zijn voor aankoop, nieuwbouw, verbouw en/of (her)inrichting van een gebouw of terrein.
Ingevolge art. 169 lid 4 uit de Gemeentewet, zal het college de raad - indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente - vooraf inlichten over een garantstelling door de gemeente en niet besluiten voordat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen.
Indien de aanvrager beschikt over eigen gronden en/of opstallen zal het recht van eerste hypotheek hierop gevestigd worden ter verkrijging van zekerheid van de rechten van de gemeente. De opstal of de grond hoeft niet in relatie te staan tot de financiering van de investering waarvoor de gemeentegarantie wordt gevraagd.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen in ieder geval op:
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad ten minste eens in de vijf jaar onderhoudsplannen voor kapitaalgoederen aan. De plannen geven het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor de betreffende kapitaalgoederen. De raad stelt het plan vast.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen in ieder geval op:
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 22. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vijf jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Bijlage afschijvingsbeleid bij artikel 8
Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa
De volgende immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven in:
a. maximaal 5 jaar: bijdragen aan activa in eigendom van derden;
b. maximaal 5 jaar: kosten voor onderzoek en ontwikkeling;
c. maximaal 5 jaar: computerapplicaties;
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:
a. maximaal 50 jaar: rioleringen;
b. 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en schoolgebouwen;
c. 40 jaar: nieuwbouw kantoren en bedrijfsgebouwen;
d. 30 jaar: onderbouw kunstgrasvelden;
e. 20 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en schoolgebouwen;
f. 20 jaar: renovatie, restauratie en aankoop kantoren en bedrijfsgebouwen;
g. 20 jaar: nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen;
h. 20 jaar: aanleg tijdelijke terreinwerken;
i. 15 jaar: toplaag kustgrasvelden;
j. 15 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;
k. 15 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen;
l. 15 jaar: kantoor- en schoolmeubilair;
m. 12 jaar: zware transportmiddelen
n. 10 jaar: telefooninstallaties;
o. 10 jaar: aanhangwagens, personenauto’s en lichte motorvoertuigen;
p. maximaal 5 jaar: automatiseringsapparatuur.
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut
De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in:
a. maximaal 50 jaar: tunnels, viaducten en bruggen;
b. maximaal 40 jaar: aanleg wegen, pleinen en rotondes;
c. 20 jaar: asfaltering wegen, pleinen en rotondes;
d. maximaal 40 jaar: parken, sportvelden en groenvoorzieningen;
e. 20 jaar: openbare verlichting;
g. maximaal 20 jaar: waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing;
h. 15 jaar: pompen en gemalen.
Uitgangspunt is dat investeringen gedurende de looptijd volledig worden afgeschreven. De raad kan in afwijking hiervan bij investeringen in onroerende zaken besluiten uit te gaan van een vastgestelde restwaarde voor het actief.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-277937.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.