VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES MIDDELBURG 2019

De raad van de gemeente Middelburg;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229 , eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2 tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES MIDDELBURG 2019

 

____________________________________________________________________

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b.’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c.’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

d.’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e.'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

1 a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of reisdocument één en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

2 Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

 

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a.diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

b.diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

c.het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en die voldoet aan door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.

d.bewijs van in leven zijn, strekkende tot betaling van pensioenen, wachtgelden, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1.De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald

ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

1. onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel/hoofdstuk 1.4.5

5. onderdeel 1.7.2 (verklaring omtrent gedrag)

6. hoofdstuk 15 (kansspelen);

één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 12 Overgangsrecht

1.De ‘Verordeningen 2018 en de eerste en tweede wijziging 2018 van de Legesverordening Middelburg 2018’ van respectievelijk 18 december 2017 en 2 juli 2018, vervallen met ingang 1 januari 2019, met

dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden

voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: de Verordening Legesverordening Middelburg 2019.

 

aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de rad van de gemeente Middelburg d.d. 17 december 2018,

 

de griffier, de voorzitter,

 

drs. M. Wisse-Roelse mr. H.M. Bergmann

 

Tarieventabel Leges Middelburg

 

 

 

 

 

 

 

Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2019

 

 

 

 

Indeling tarieventabel

 

 

 

 

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

Hoofdstuk 1

Burgelijke stand

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

Hoofdstuk 6

 

 

Hoofdstuk 7

Overige publiekszaken

 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

Hoofdstuk 9

Archief stadskantoor

 

Hoofdstuk 10

Huisvestingswet (is deels verplaatst naar titel 3)

 

Hoofdstuk 11

Leegstandwet

 

Hoofdstuk 12

Gemeentegarantie

 

Hoofdstuk 13

Retributies

 

Hoofdstuk 14

Winkeltijdenwet

 

Hoofdstuk 15

Kansspelen

 

Hoofdstuk 16

Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI

 

Hoofdstuk 17

Verkeer en vervoer

 

Hoofdstuk 18

Diversen

 

 

 

 

Titel 2

Dienstverlening inzake omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 4

Vermindering

 

Hoofdstuk 5

Gedeeltelijke legesbetaling en teruggaaf

 

Hoofdstuk 6

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

Hoofdstuk 7

Wet Geluidhinder

 

Hoofdstuk 8

Wettelijk vereiste publicaties

 

Hoofdstuk 9

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 

Hoofdstuk 3

Openbare orde

 

Hoofdstuk 4

Seksbedrijven

 

Hoofdstuk 5

Vervoer gevaarlijke stoffen

 

Hoofdstuk 6

Marktstandplaatsen

 

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Hoofdstuk 8

Huisvestingswet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vastgesteld tarief 2019

 

 

 

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Burgelijke stand

 

1.1.1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door een bezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand, met uitzondering van de tijden waarop kosteloos voltrekkingen kunnen plaatsvinden in Middelburg en Arnemuiden,op:

 

1.1.1.1.

maandag tot en met vrijdag

€ 420,50

1.1.1.2.

zaterdag en andere dagen waarop de burgerlijke stand gesloten is en op donderdagavond tussen 18.00 uur en 20.00 uur

€ 838,95

1.1.1.3.

Indien de voltrekking plaatsvindt in de burgerzaal, worden de leges als genoemd in 1.1.1.1 verhoogd met:

€ 404,40

1.1.1.4.

Indien de voltrekking plaatsvindt in de burgerzaal, worden de leges als genoemd in 1.1.1.2 verhoogd met:

€ 681,55

1.1.2.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 120,85

1.1.3.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door een bezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand op een aangewezen locatie op:

 

1.1.3.1.

maandag tot en met vrijdag

€ 346,20

1.1.3.2.

zaterdag en andere dagen waarop de burgerlijke stand gesloten is en op donderdag tussen 18.00 uur en 20.00 uur

€ 431,30

1.1.4.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door een onbezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand in Middelburg en Arnemuiden op:

 

1.1.4.1.

maandag tot en met vrijdag

€ 405,50

1.1.4.2.

zaterdag en andere dagen waarop de burgerlijke stand gesloten is en op donderdagavond tussen 18.00 uur en 20.00 uur

€ 808,75

1.1.4.3.

Indien de voltrekking plaatsvindt in de burgerzaal, worden de leges als genoemd in 1.1.4.1 verhoogd met:

€ 348,30

1.1.4.4.

Indien de voltrekking plaatsvindt in de burgerzaal, worden de leges als genoemd in 1.1.4.2 verhoogd met:

€ 698,80

1.1.4a

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk op zondag tussen 10:00 uur en 16:00 uur op een door het bruidspaar zelf gekozen vrije locatie (niet zijnde een vastgestelde gemeentelijke locatie) door een door het bruidspaar “eigen” gekozen onbezoldigde trouwambtenaar

€ 229,65

1.1.4.5.

op aangewezen locatie

 

 

maandag tot en met zaterdag:

€ 229,65

1.1.5.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.5.1.

een huwelijks-/partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 23,00

1.1.5.2.

een huwelijks-/partnerschapsboekje in een luxe uitvoering

€ 36,15

1.1.5.3

een parkeervergunning ten behoeve van huwelijksvoltrekking/partnerschapregistratie in trouwzaal stadhuis Middelburg

€ 2,45

1.1.6

Het tarief voor het gebruikmaken van een (telefonische) tolk bij de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap bedraagt

€ 50,70

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.1.2.

voor een peroon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.2.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.2.2

voor een peroon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.3.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.3.2

voor een peroon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,90

1.2.4.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 53,95

1.2.5.

van een Nederlandse identiteitskaart (NIK):

 

1.2.5.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 56,80

1.2.5.2.

voor een peroon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 29,95

1.2.6.

tot het aanbrengen van een wijziging in een reisdocument als bedoeld in de subonderdelen 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4

 

1.2.7

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 48,60

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

1.3.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 39,75

1.3.2.

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,70

1.3.3.

Indien bij een aanvraag als bedoeld in 1.3.1. een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs niet kan worden overlegd, wordt de leges verhoogd met:

€ 16,80

 

Het bepaalde in artikel 1.3.3 geldt niet indien de aanvrager zijn identiteit kan aantonen met een ander Nederlands reisdocument of wanneer de identiteit van de aanvrager kan worden vastgesteld door het raadplegen van het RAAS van de gemeente Middelburg.

 

1.3.4.

Voor een gezondheidsverklaring Centraal Bureau Rijvaardigheidbewijzen (CBR) ten behoeve van een aanvraag tot een rijbewijs geldt het tarief zoals dat door het CBR wordt gebruikt

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.4.1.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1.

tot het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen

€ 9,30

1.4.2.2.

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 9,30

1.4.3.1.

op persoonlijke aanvraag of op schriftelijk verzoek van abonnementhouders (inlichting basisregistratie personen voor depothouders)

€ 9,30

1.4.3.2.

op schriftelijk verzoek van niet-abonnementhouders (inlichting basisregistratie personen)

€ 13,20

1.4.4.

tot het verstrekken van een exemplaar van een persoonslijst

€ 17,00

1.4.5.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen of een andere administratie, voorafgaand aan de basisregistratie personen bedraagt, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,60

 

 

 

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

1.5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 9,30

 

 

 

Hoofdstuk 6

 

 

vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 7

Overige publiekszaken

 

1.7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening.

€ 3,00

1.7.2

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het bedrag zoals dit laatstelijk wettelijk is bepaald.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

1.8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.

tot het verstrekken van een fotokopie of een digitale scan van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.

in formaat A3, A4 of kleiner, per bladzijde of per digitale scan

€ 0,30

1.8.1.2.

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk of per digitale scan

€ 2,85

1.8.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, een digitale scan of een uittreksel uit:

 

1.8.2.1.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of per object

€ 0,30

1.8.2.2.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 0,30

1.8.2.3.

de inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente gezonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 0,30

1.8.2.4.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 0,30

1.8.2.5.

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 0,30

1.8.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën of digitale scannen van:

 

1.8.3.1.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 0,30

1.8.3.2.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,30

1.8.3.3.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,30

1.8.3.4.

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van inlichtingen betreffende taxatiegegevens uit de administratie van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), per verstrekte taxatie

€ 2,10

1.8.4.

De tarieven voor het verstrekken van inzage in, informatie over of afschrift van kadastrale gegevens zijn gelijk aan de tarieven die worden gehanteerd door het kadaster Zeeland.

 

 

 

 

Hoofdstuk 9

Archief stadskantoor

 

1.9.1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,60

1.9.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.9.2.1.

een afschrift, fotokopie of digitale scan van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,30

1.9.2.2.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 9,25

 

 

 

Hoofdstuk 10

Huisvestingswet (is deels verplaatst naar titel 3)

 

1.10.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.10.1.

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet

€ 57,10

1.10.2.

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet

€ 57,10

 

 

 

Hoofdstuk 11

Leegstandwet

 

1.11.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1.

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 57,10

1.11.2.

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 28,50

 

 

 

Hoofdstuk 12

Gemeentegarantie

 

1.12.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1.

tot het verkrijgen van een gemeentegarantie

€ 569,85

1.12.2.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 145,30

 

 

 

Hoofdstuk 13

Retributies

 

1.13.

Het recht bedraagt voor:

 

1.13.1.

het op verzoek door de gemeente te maken aansluiting aan het gemeenteriool, aansluitingsrechten en leges vergunning ex artikel 2.1 Verordening particuliere rioolaansluitingen inbegrepen, tot afvoer van fecaliën, huisverbruik- of hemelwater

€ 171,80

1.13.2.

het gebruik van een aansluiting op een gemeentelijke electriciteitskast per aansluiting voor de eerste dag:

€ 15,40

1.13.3.

voor elke volgende dag

€ 4,65

 

 

 

Hoofdstuk 14

Winkeltijdenwet

 

 

Vervallen, overgebracht naar Titel 3, nieuw hoofdstuk 9

 

 

 

 

Hoofdstuk 15

Kansspelen

 

1.15.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.15.1.1.

voor een periode van twaalf maanden voor één kanspelautomaat

€ 56,50

1.15.1.2.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten

€ 22,50

 

vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van

€ 34,00

1.15.1.3.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.15.1.4.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 90,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.15.2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning als bedoeld onder 1.15.1 geldend voor een kortere of langere periode dan twaalf maanden geldt een naar tijdsduur evenredig tarief, afgeleid van de onder 1.15.1.1 en 1.15.1.2 genoemde tarieven.

 

1.15.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 27,70

1.15.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 27,70

 

 

 

Hoofdstuk 16

Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI

 

1.16.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning voor het leggen, in stand houden, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels en leidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI € 360 en € 1,17 per strekkende meter bodemsleuf (voor sleuflengtes langer dan 25.m)

 

1.16.2.

vervallen

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 17

Verkeer en vervoer

 

1.17.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.17.1.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 35,45

1.17.2.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen per maand

€ 2,95

1.17.3.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 47,90

1.17.4.

tot het aanleggen en/of verkrijgen en beschikbaarstellen van een parkeerplaats voor een gehandicapte

€ 235,65

1.17.5.

Het tarief bedraagt voor de uitvoering van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart, het geen gevolg geven aan een gemaakte afspraak voor een dergelijk onderzoek, en de afgifte van een verklaring ingevolge artikel 2, tweede lid van de Regeling gehandicaptenkaart dat een onderzoek als bedoeld in het eerste lid van dat artikel achterwege kan blijven: per onderzoek, per niet gevolgde afspraak en per verklaring met dien verstande dat geen hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan de onderzoekende instelling bij de gemeente in rekening brengt

€ 174,00

1.17.6.

Het tarief voor het vervangen (wijzigen tenaamstelling, kentekens) van een parkeervergunning en het verstrekken van een duplicaat-vergunning bedraagt:

€ 8,90

 

 

 

Hoofdstuk 18

Diversen

 

1.18.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.18.1.1.

tot het verstrekken van duplicaten of digitale scans van beschikkingen

€ 8,55

1.18.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.18.2.1.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op per digitale scan

€ 2,85

1.18.2.2.

afschriften, doorslagen, fotokopieën of digitale scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.18.2.2.1.

per pagina op papier van A4-formaat of per digitale scan

€ 0,30

1.18.2.2.2.

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,30

1.18.2.3.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.18.2.1 en 1.18.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, lichtdruk of digitale scan

€ 7,65

1.18.2.4.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 18,25

1.18.2.5.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina of per digitale scan

€ 2,85

1.18.3.

Het tarief voor het verstrekken van digitale milieu-informatie bedraagt:

 

1.18.3.1.

ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van milieu-informatie als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, Wet Milieubeheer per locatie per milieu-aspect.

€ 36,75

1.18.3.2.

ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een actualisatie van de onder 1.18.3 genoemde gegevens

€ 0,05

 

van de op basis van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van € 15,00.

 

 

 

 

Titel 2

Dienstverlening inzake omgevingsvergunning

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

2.1.1.

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1.

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2.

bouwkosten:

 

2.1.1.2.1.

de aanneemsom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepenof voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. De in dit hoofdstuk genoemde 'bouwkosten' worden afgeleid van de kubieke meters of oppervlakte berekend volgens NEN 2580 (oppervlakte- en inhoudsberekening bouwwerken) vermenigvuldigd met als uitgangspunt de kengetallen zoals opgenomen in de bijlage 1 bij deze tarieventabel vermelde "kengetallenlijst". De uitkomsten hiervan vormen richtlijnen waarvan burgemeester en wethouders kunnen afwijken. 

 

2.1.1.2.2.

Voor bouwwerken die niet in de "kengetallenlijst" zijn genoemd of hiervan in belangrijke mate afwijken, wordt als uitgangspunt voor de bouwkosten genomen de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van Technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het norm NEN 2699 of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3.

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2.

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3.

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

2.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1.

tot het beoordelen van een conceptaanvraag (vooroverleg) om een omgevingsvergunning:

25%

 

met een minimum van:

€ 51,55

 

en een maximum van:

€ 1.185,90

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

2.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1.

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1.

Het tarief bedraagt indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo:

 

 

t/m € 5.000,--

€ 118,35

 

boven € 5.000,-- t/m € 10.000,--

€ 231,20

 

boven € 10.000,-- t/m € 15.000,--

€ 325,85

 

voor elke € 1.000,-- bouwkosten meer dan € 15.000,- wordt het tarief verhoogd met

€ 18,15

 

 

 

2.3.1.2.

welstandstoets

 

 

Het overeenkomstig 2.3.1.1. berekende bedrag wordt, Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden, indien hierover het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen, verhoogd met

 

 

t/m € 500,--

€ 12,40

 

boven € 500,-- t/m € 1.000,--

€ 18,60

 

boven € 1.000,-- t/m € 1.500,--

€ 24,85

 

boven € 1.500,-- t/m € 2.000,--

€ 31,15

 

boven € 2.000,-- t/m € 2.500,--

€ 37,35

 

voor elke € 1.000,-- bouwkosten meer dan € 2.500,-- wordt het tarief verhoogd met

€ 2,45

 

 

 

2.3.1.3.

Advies

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een:

 

 

 

 

 

- verplicht advies van de Agrarische Adviescommissie Zeeland nodig is en wordt beoordeeld (exclusief BTW):

€ 775,00

 

 

 

2.3.1.4.

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel/die onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouw- en of sloopactiviteit 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, dit met een minimumtarief van € 255,00 en een maximumtarief van € 1.000,00

 

 

 

 

2.3.2.

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 14,75 per € 500,00 van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 97,00

 

 

 

2.3.3.

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 54,15

2.3.3.2.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 329,95

2.3.3.3.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking, "Projectbesluit"):

€ 54,15

2.3.3.4.

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 329,95

2.3.3.5.

vervallen

 

2.3.3.6.

planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

€ 329,95

2.3.3.7.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 329,95

2.3.3.8.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 329,95

2.3.3.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 329,95

2.3.3.9.1

Vaststelling bestemmingsplan

 

 

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit ten aanzien waarvoor een bestemmingsplan vastgesteld moet worden als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, verhoogd met 2,5% van de bouwkosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.4.

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 54,15

2.3.4.2.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 329,95

2.3.4.3.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 2.749,70

2.3.4.4.

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 329,95

2.3.4.5.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 329,95

2.3.4.6.

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 329,95

2.3.4.7.

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 329,95

2.3.4.8.

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 329,95

2.3.4.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.749,70

 

 

 

2.3.5.

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:

 

 

 

 

aantal m2

 

 

0 t/m 100

€ 446,30

 

101 t/m 500

€ 314,85 + € 1,36 per m²

 

501 t/m 2.000

€ 730,60 + € 0,50 per m²

 

2.001 t/m 5.000

€ 1.483,65 + € 0,12 per m²

 

5.001 t/m 50.000

€ 1.955,45 + € 0,031 per m²

 

Meer dan 50.000

€ 2.981,60 + € 0,01 per m²

 

 

 

 

2.3.5.2.

Het tarief tot wijziging van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, op een verzoek van een vergunninghouder, bedraagt:

 

 

indien het een uitbreiding van een bouwwerk betreft, het legestarief zoals vermeld in artikel 2.3.5.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

 

 

Indien het een herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het bouwwerk betreft, 50% van het legestarief zoals vermeld in artikel 2.3.5.1

 

 

 

 

2.3.6.

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met artikel 10 van de Erfgoedverordening Middelburg 2011, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 27,45

2.3.6.1.2.

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 27,45

2.3.6.2.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, in samenhang met artikel 10 van de Erfgoedverordening Middelburg 2011, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 27,45

 

 

 

2.3.7.

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1.

Indien de aanvraag tot het verlene van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 54,95

 

 

 

2.3.7.2.

Asbesthoudende materialen

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 27,45

 

 

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

2.3.8.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Middelburg een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 17,60

 

 

 

2.3.9.

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening Middelburg een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 17,60

 

 

 

2.3.10.

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening Middelburg een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 17,60

 

 

 

2.3.11.

Natura 2000-activiteiten

 

2.3.11.1.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 54,95

2.3.11.2.

vervallen

 

 

 

 

2.3.12.

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 54,95

 

 

 

2.3.13.

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.13.1.

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 27,45

2.3.13.2.

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.13.2.1.

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 17,60

2.3.13.2.2.

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 17,60

 

 

 

2.3.14.

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.1.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.14.2.

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.15

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.15.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 227,45

2.3.15.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 302,95

 

 

 

2.3.16.

Advies

 

2.3.16.1.

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.2.

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.17.

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.17.1.

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.17.1.1.

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 329,95

2.3.17.1.2.

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.3.

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Vermindering

 

2.4.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

Gedeeltelijke legesbetaling en teruggaaf

 

2.5.1.

Te betalen leges als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt 25% van de voor deze activiteiten te betalen leges in rekening gebracht.

 

2.5.2.

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 50%

 

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.3.

Te betalen leges als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1.

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, wordt 50% van de voor deze activiteiten te betalen leges in rekening gebracht.

 

2.5.3.2.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.5.4.

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 15,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.5.

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

2.6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning, als bedoeld in onderdeel 2.3.1 (bouwactiviteit) en onderdeel 2.3.5.1 (brandveiligheid) als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 109,95

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7

Wet Geluidhinder

 

2.7.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een hogere waarde van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in artikel 110a Wet Geluidhinder bedraagt:

€ 1.099,85

 

Dit tarief omvat ook de inschrijving van het onherroepelijke besluit in het Kadaster zoals bedoeld in artikel 110i van de Wet Geluidhinder.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8

Wettelijk vereiste publicaties

 

2.8.

Voor de ingevolge enige wettelijke bepaling vereiste publicaties in een regionaal dag- of nieuwsblad worden de op basis van 2.2.3, 2.3.4 en 2.3.6 van de tarieventabel berekende leges verhoogd met:

 

2.8.1.

in geval van publicatie in een regionaal dag- of nieuwsblad

€ 71,10

 

Bij intrekken of niet verlenen van de vergunning vindt, indien publicatie heeft plaatsgevonden, geen teruggave plaats van de hiervoor berekende leges.

 

 

 

 

Hoofdstuk 9

In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.9.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 28,50

 

 

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

3.1.1.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning op grond van artikel 2.17, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg

€ 83,00

3.1.1 2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 165,85

 

Indien een advies van het bureau BIBOB wordt gevraagd wordt bovendien voor het vragen van dit advies een tarief in rekening gebracht die gelijk is aan het tarief die hiervoor wordt gehanteerd door het bureau BIBOB.

 

3.1.2.

Het tarief voor een ontheffing van het sluitingsuur van op grond van een art. 2.22, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg voor een inrichting waarvoor een vergunning ingevolge de Drank en Horecawet is verleend, bedraagt

€ 59,00

3.1.3.

Het tarief voor een ontheffing van de voorschriften of beperkingen als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet bedraagt

€ 59,00

3.1.4.

vervallen

 

3.1.5.

Het tarief voor het toevoegen/wijzigen van leidinggevenden op een drank- en Horecavergunning en/of een verlof alcoholvrij:

€ 42,60

 

Indien een advies van het bureau BIBOB wordt gevraagd wordt bovendien voor het vragen van dit advies een tarief in rekening gebracht die gelijk is aan het tarief die hiervoor wordt gehanteerd door het bureau BIBOB.

 

3.1.6.

Het tarief bedraagt voor het toevoegen of wijzigen van een terras of lokaliteit of het wijzigen van de oppervlakte in een onder 3.1.1.1 of 3.1.1.2 bedoelde vergunning voor een inrichting:

€ 42,60

3.1.7.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen

 

 

van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2.17 lid 4, van de

 

 

Algemene Plaatselijke Verordening Middelburg bedraagt:

€ 54,20

3.1.8.

Het tarief voor een ontheffing voor het verstrekken van zwak-alcoholische drank als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Drank- en Horecawet bedraagt

€ 59,00

3.1.9.

Het tarief voor een ontheffing van het sluitingsuur (zgn. nachtvergunning) op grond van artikel 2.22, lid 3 onder b en c van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg voor een inrichting waarvoor een vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet is verleend, bedraagt

€ 143,15

 

 

 

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 

3.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het maken van muziek en of het geven van zang op de openbare weg:

 

3.2.1.

voor een dag of keer

€ 18,45

3.2.2.

voor een maand

€ 36,55

3.2.3.

voor een jaar

€ 108,65

 

 

 

Hoofdstuk 3

Openbare orde

 

3.3.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een reclamevergunning als bedoeld in artikel 4.12 van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg bedraagt:

€ 83,00

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

3.3.2.

een ontheffing op grond van artikel 5.22, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg (kampeerverbod) als bedoeld in artikel 5.22 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg, per ontheffing:

€ 51,45

 

 

 

Hoofdstuk 4

Seksbedrijven

 

3.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.4.1.

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg:

 

3.4.1.1.

voor een seksinrichting

€ 1.073,35

3.4.1.2.

voor een escortbedrijf

€ 766,65

3.4.2.

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Middelburg:

 

3.4.2.1.

voor een seksinrichting

€ 536,65

3.4.2.2.

voor een escortbedrijf

€ 383,25

3.4.3.

Indien een advies van het bureau BIBOB over een aanvraag voor een sexinrichting of escortbedrijf als bedoeld onder 3.4.1.1, 3.4.1.2, 3.4.2.1 en 3.4.2.2 wordt gevraagd wordt daarnaast voor het vragen van dit advies een tarief in rekening gebracht die gelijk is aan het tarief die hiervoor wordt gehanteerd door het bureau BIBOB

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

Vervoer gevaarlijke stoffen

 

3.5.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een ontheffing door de Veiligheidsregio Zeeland:

 

3.5.1.1.

per afleveradres voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

€ 85,30

3.5.1.2.

voor het vervoer van gevaarlijke stoffen bij meerdere locaties

€ 256,30

 

 

 

Hoofdstuk 6

Marktstandplaatsen

 

 

vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 28,55

 

 

 

Hoofdstuk 8

Huisvestingswet

3.8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.8.1.

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte, anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar, aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 57,10

3.8.2.

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 57,10

3.8.3

tot het verkrijgen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 57,10

 

 

 

Hoofdstuk 9

Winkeltijdenwet

 

3.9.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.9.1.

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 17,95

3.9.2.

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.14.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 17,95

3.9.3.

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.14.1 bedoelde ontheffing

€ 17,95

De griffier van gemeente Middelburg, drs. M. Wisse-Roelse

 

 

Naar boven