Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

De raad van de gemeente Nieuwegein;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019”.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaats(en) “Kerkveld” en “Noorderveld”;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • g.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • h.

    rechthebbende: degene aan wie een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Lijkbezorging is verleend.

  • i.

    gedenkteken: een object, hieronder mede begrepen één of meer kruisen en/of één of meer zerken, opgericht ter nagedachtenis van de overledene.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechtelijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen mits deze met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4 t/m 4.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, worden geheven bij wijze van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht, voor de gehele gebruiksperiode.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4 van het tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2018’ van 18 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2019’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2018.

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

Hoofdstuk 1

Uitsluitend recht

 

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven in een eigen graf wordt geheven

 

 

1.1.1

voor een periode van 20 jaar locatie Noorderveld

 

 

1.1.1.1

Voor personen van 12 jaar en ouder

1.233

1.1.1.2

Voor personen van 2 tot 12 jaar

896

1.1.1.3

Voor personen van 0 tot 2 jaar

449

 

 

 

 

1.1.2

voor een periode van 20 jaar locatie Kerkveld

 

 

1.1.2.1

Voor personen van 12 jaar en ouder

1.418

 

 

 

 

1.1.3

voor een periode van 10 jaar locatie Noorderveld

 

 

1.1.3.1

Voor personen van 12 jaar en ouder

677

1.1.3.2

Voor personen van 2 tot 12 jaar

493

1.1.3.3

Voor personen van 0 tot 2 jaar

247

1.1.3.4

Voor foetussen

181

 

 

 

 

1.1.4

voor een periode van 10 jaar locatie Kerkveld

 

 

1.1.4.1

Voor personen van 12 jaar en ouder

781

 

 

 

 

1.1.5

voor een periode van 10 jaar locatie Noorderveld

 

 

1.1.5.1

Voor een urnengraf

188

1.1.5.2

Voor een urnenkelder

360

 

 

 

 

1.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht met 5 jaar

 

 

1.2.1

Locatie Noorderveld

 

 

1.2.1.1

Voor personen van 12 jaar en ouder

352

1.2.1.2

Voor personen van 2 tot 12 jaar

261

1.2.1.3

Voor personen van 0 tot 2 jaar

130

1.2.1.4

Voor foetussen

99

 

 

 

 

1.2.2

Locatie Kerkveld

404

 

 

 

 

1.2.3

Locatie Noorderveld

 

 

1.2.3.1

Voor urnengraf

110

1.2.3.2

Voor urnenkelder

195

 

 

 

 

 

 

 

 

1.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht met 10 jaar

 

 

1.3.1

Locatie Noorderveld

 

 

1.3.1.1

Voor personen van 12 jaar en ouder

640

1.3.1.2

Voor personen van 2 tot 12 jaar

473

1.3.1.3

Voor personen van 0 tot 2 jaar

238

1.3.1.4

Voor foetussen

181

 

 

 

 

1.3.2

Locatie Kerkveld

735

 

 

 

 

1.3.3

Locatie Noorderveld

 

 

1.3.3.1

Voor urnengraf

188

1.3.3.2

Voor urnenkelder

360

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Begraven

 

 

2.1

Voor het begraven op locatie Noorderveld van een lijk van een persoon

 

 

2.1.1

Van 12 jaar en ouder

1.670

2.1.2

2 tot 12 jaar

1.311

2.1.3

0 tot 2 jaar

656

2.1.4

Voor foetussen

110

2.2

Voor het begraven op locatie Kerkveld van een lijk van een persoon

 

 

2.2.1

Van 12 jaar en ouder

2.068

2.2.2

2 tot 12 jaar in bestaand graf

1.751

2.2.3

0 tot 2 jaar in bestaand graf

875

2.2.4

Voor foetussen in bestaand graf

110

 

 

 

 

2.3

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 2.1 en 2.2 verhoogd met

 

 

2.3.1

- maandag t/m vrijdag voor 09.00 uur en na 16.00 uur

274

2.3.2

- zaterdag voor 09.00 uur en na 13.00 uur

306

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

317

3.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 3.1 verhoogd met

 

 

3.2.1

- maandag t/m vrijdag voor 09.00 uur en na 16.00 uur

92

3.2.2

- zaterdag voor 09.00 uur en na 13.00 uur

107

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Grafbedekking en onderhoud

 

 

4.1

Voor het afgeven van een vergunning:

 

 

4.1.1

- voor het stichten van een grafkelder

84

4.1.2

- voor het stichten van een gedenkteken of graftuin

42

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen wordt geheven:

 

 

4.2.1

-    voor een grafkelder per jaar

267

4.2.2

- voor gedenkteken of graftuin:

 

 

4.2.2.1

Voor een periode van 20 jaar voor

 

 

4.2.2.1.1

een graf met uitsluitend recht voor een periode van 20 jaar

2.060

4.2.2.1.2

een kindergraf 2 – 12 jaar met uitsluitend recht voor een periode van 20 jaar

1.591

4.2.2.1.3

een kindergraf 0 – 2 jaar met uitsluitend recht voor een periode van 20 jaar

796

4.2.2.2

Voor een periode van 10 jaar voor

 

 

4.2.2.2.1

een Algemeen graf

767

4.2.2.2.2

een Algemeen kindergraf

626

4.2.2.2.3

een graf met uitsluitend recht en / of een verlenging van 10 jaar

1.098

4.2.2.2.4

een kindergraf 2 – 12 jaar met uitsluitend recht en / of een verlenging van 10 jaar

840

4.2.2.2.5

een kindergraf 0 – 2 jaar met uitsluitend recht en / of een verlenging van 10 jaar

421

4.2.2.2.6

een urnengraf met uitsluitend recht en / of een verlenging voor een periode van 10 jaar

555

4.2.2.2.7

een urnenkelder met uitsluitend recht en / of een verlenging voor een periode van 10 jaar

699

4.2.2.2.8

Een foetusgraf met uitsluitend recht en / of een verlenging van 10 jaar

120

4.2.2.3

Voor een periode van 5 jaar

 

 

4.2.2.3.1

een graf met uitsluitend recht voor een verlenging van 5 jaar

567

4.2.2.3.2

een kindergraf 2 – 12 jaar met uitsluitend recht en / of een verlenging van 5 jaar

432

4.2.2.3.3

een kindergraf 0 – 2 jaar met uitsluitend recht en / of een verlenging van 5 jaar

217

4.2.2.3.4

een urnengraf met uitsluitend recht en / of een verlenging van 5 jaar

271

4.2.2.3.5

een urnenkelder met uitsluitend recht en / of een verlenging van 5 jaar

334

4.2.2.3.6

Een foetusgraf met uitsluitend recht en / of een verlenging van 5 jaar

66

4.3

Jaarlijkse onderhoudskosten op Noorderveld en Kerkveld, voor graven uitgegeven vóór 2002

 

 

4.3.1

Graf zonder gedenkteken

12

4.3.2

Graf met een staand gedenkteken

36

4.3.3

Graf met een staand en een liggend gedenkteken

48

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

leges

 

 

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graf, urnengraf of urnenkelder in een daartoe bestemd register wordt geheven

27

 

 

 

 

Hoofdstuk 6

Opgraven, ruimen, verstrooien

 

 

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

245

6.2

Voor het na opgraving weer opnieuw begraven, in hetzelfde of een ander graf, wordt geheven

 

 

 

 

245

6.3

Voor het opgraven van een asbus of urn of bij het weer terugplaatsen van een asbus of urn wordt geheven:

 

 

 

 

245

6.4

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de recht- belanghebbende wordt geheven

245

6.5

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

 

6.5.1

- in een graf of urnengraf

183

6.5.2

- op een verstrooiingsplaats

97

6.5.3

- as van een foetus op een verstrooiingsplaats

27

6.6

- plaatsen in memoriam bordje voor de duur van 2 jaar

202

6.7

- verlenging plaatsen in memoriam bordje per jaar

47

 

 

 

 

Behorende bij het raadsbesluit van 13 december 2018

 

De raadsgriffier van de Gemeente Nieuwegein

 

 

Naar boven