TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
|
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
|
1.1.1
|
Huwelijksvoltrekking/Partnerschapsregistratie
|
|
|
1.1.1.1
|
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag, gelden de hierna te noemen tarieven:
|
|
|
|
a. in de Oranjezaal
|
€
|
780,25
|
|
b. in de Willem II-zaal
|
€
|
667,90
|
|
c. in de Anna Paulowna-zaal
|
€
|
608,10
|
|
d. in de trouwzaal Udenhout, raadszaal
|
€
|
822,20
|
|
e. in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer
|
€
|
598,70
|
|
f. in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties
|
€
|
666,15
|
1.1.1.2
|
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op zaterdag, gelden de hierna te noemen tarieven:
|
|
|
|
a. in de Oranjezaal
|
€
|
845,40
|
|
b. in de Willem II-zaal
|
€
|
733,05
|
|
c. in de Anna Paulowna-zaal
|
€
|
673,25
|
|
d. in de trouwzaal Udenhout, raadszaal
|
€
|
887,35
|
|
e. in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer
|
€
|
663,85
|
|
f. in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties
|
€
|
666,15
|
1.1.1.3
|
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op zondag, gelden de hierna te noemen tarieven:
|
|
|
|
a. in de Oranjezaal
|
€
|
1.131,60
|
|
b. in de Willem II-zaal
|
€
|
1.019,25
|
|
c. in de Anna Paulowna-zaal
|
€
|
959,45
|
|
d. in de trouwzaal Udenhout, raadszaal
|
€
|
1.173,55
|
|
e. in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer
|
€
|
950,05
|
|
f. in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties
|
€
|
666,15
|
1.1.1.4
|
Voor het in behandeling nemen van een administratief huwelijk, een administratief geregistreerd partnerschap of een administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
|
€
|
81,05
|
1.1.2
|
n.v.t
|
|
|
1.1.3
|
Voor het voltrekken van een huwelijk of een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, buiten het gemeentehuis, in het geval als bedoeld in artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
|
€
|
228,15
|
1.1.3.1
|
Voor het wijzigen en annuleren van een huwelijk, een geregistreerd partnerschap of een omzetting van een geregistreerd in een huwelijk, binnen vier weken voordat het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt
|
€
|
55,60
|
|
Bovengenoemde tarieven gelden ook voor het zogenaamde "opfrishuwelijk" ook wel "re-wedding" genoemd (de bevestiging van een eerder gesloten huwelijk/geregistreerd partnerschap).
|
|
|
1.1.4
|
n.v.t
|
|
|
1.1.5
|
Het tarief voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje
|
€
|
18,65
|
1.1.6
|
n.v.t
|
|
|
1.1.7
|
n.v.t
|
|
|
|
Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
1.1.8.1
|
Afschrift van/uittreksel uit akte van de Burgerlijke stand
|
€
|
13,40
|
|
Voor het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit een akte uit de registers van de burgerlijke stand
|
|
|
1.1.8.2
|
Verklaring van huwelijksbevoegdheid
|
€
|
23,60
|
|
Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen huwelijk. Voor deze verklaring, die wordt afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de (laatste) woonplaats in Nederland
|
|
|
1.1.8.3
|
Meertalig uittreksel
|
€
|
13,40
|
|
Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand
|
|
|
1.1.8.4
|
Attestatie de vita
|
€
|
13,40
|
|
Voor elke attestatie de vita bedoeld in artikel 1:19K, BW
|
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten
|
1.2
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
|
1.2.1
|
van een nationaal paspoort
|
|
|
1.2.1.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
65,30
|
1.2.1.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
52,00
|
1.2.2
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een paspoort als bedoeld onder 1.2.1 (zakenpaspoort)
|
|
|
1.2.2.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
65,30
|
1.2.2.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
52,00
|
1.2.3
|
van een faciliteitenpaspoort
|
|
|
1.2.3.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
65,30
|
1.2.3.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
52,00
|
1.2.4
|
tot het afgeven van een reisdocument voor vreemdelingen of vluchtelingen
|
€
|
52,00
|
1.2.5
|
van een Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
1.2.5.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€
|
51,05
|
1.2.5.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€
|
29,05
|
1.2.6
|
De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van:
|
€
|
47,55
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
|
1.3.1
|
Wegenverkeersregeling
|
|
|
|
a. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€
|
39,65
|
|
b. Voor het in behandeling nemen van en het bemiddelen in een aanvraag voor de omwisseling van een buitenlands, militair of linnen rijbewijs, af te geven door de Rijksdienst voor het Wegverkeer
De kosten voor het rijbewijs zijn overigens inbegrepen en worden met
voornoemde instantie verrekend.
|
|
39,65
|
|
c. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen of elke andere vergunning of ontheffing verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling
|
€
|
9,25
|
|
d. Voor elke andere vergunning of ontheffing verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling, uitgezonderd het gestelde in de onderdelen 1.18.1 t/m 1.18.3.2, dan wel voor een wijziging van een dergelijke vergunning of ontheffing
|
€
|
8,90
|
1.3.2.1
|
De tarieven als genoemd onder sub a, b worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
|
€
|
34,10
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
|
1.4.1
|
Inlichtingen BRP
|
|
|
|
Voor het verstrekken van een inlichting aan een derde als genoemd in de verordening basisregistratie personen, per verstrekking
|
€
|
19,10
|
1.4.2
|
Nasporingen bevolkingsregister
|
|
|
|
Voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet met namen en adressen aangeduide personen, ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie, niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens, de verstrekking ervan daaronder begrepen, nodig is, per eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven)
|
€
|
34,60
|
|
Inzagerecht en protocollering BRP
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
Documentatie omtrent bevolking
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
|
|
n.v.t.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
|
1.6.1
|
Wet Bescherming Persoonsgegevens
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
|
|
n.v.t.
|
|
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
|
1.8.1
|
Voor het namens het Kadaster verstrekken van gegevens gelden de tarieven als bedoeld in de Tarievenregeling Kadaster, dit wil zeggen dat voor het verstrekken van de volgende gegevens de volgende tarieven gelden:
|
|
|
|
a. uit de kadastrale registratie (AKR), per object
|
€
|
16,45
|
|
b. uit het Landmeetkundig- en Cartografisch Informatiesysteem (LKI), per object
|
€
|
16,45
|
|
c. uit de geautomatiseerde registratie van hypotheken, per object
|
€
|
16,45
|
|
d. uit de registratie voor schepen, per object
|
€
|
16,45
|
|
e. voor het telefonisch verstrekken van deze informatie uit het kadaster, per object
|
€
|
16,45
|
|
Dit tarief is overeenkomstig de Tarievenregeling Kadaster. Het verstrekken van de gegevens geschiedt door het verschaffen van één of meerdere computerprints.
|
|
|
1.8.2
|
Nasporing archief Bouw- en woningtoezicht
|
|
|
|
a. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing in het archief Bouw- en woningtoezicht door de daarvoor aangewezen ambtenaren, per kwartier:
|
€
|
14,55
|
|
b. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing in het digitaal archief Bouw- en woningtoezicht via internet, zonder hulp van ambtenaren:
|
€
|
0,00
|
|
c. Voor een kopie van een stuk of gedeelte daarvan per stuk:
|
€
|
0,50
|
|
d. Voor het verstrekken van een kopie van grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden, per stuk (formaat van origineel groter dan A3):
|
€
|
16,45
|
|
e. Voor het verstrekken van een digitaal bestand, van een bij het archief Bouw- en woningtoezicht berustende bouwtekening:
|
€
|
6,75
|
|
f. Voor het downloaden van een bestand uit het digitale archief Bouw- en woningtoezicht:
|
€
|
0,00
|
|
g. Afhandelingskosten voor toezenden van kopieën, gedigitaliseerd materiaal (via e-mail) etc.:
|
€
|
3,70
|
|
h. Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie met betrekking tot bodemgesteldheid welke wordt aangevraagd via het digitaal loket, per kadastraal perceel:
|
€
|
7,10
|
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
|
1.9.1
|
Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvragers
|
|
|
|
a. Voor een verklaring omtrent het gedrag
|
€
|
41,35
|
|
b. Voor verklaringen, certificaten en dergelijke - zonder onderscheid - die in het bijzonder belang van de personen, die de stukken vragen, worden afgegeven, en voor zover niet uitdrukkelijk elders in deze verordening een hoger of lager recht is genoemd, per stuk
|
€
|
19,10
|
1.9.2
|
Legalisatie
|
|
|
|
Voor de legalisatie van een handtekening/document
|
€
|
18,70
|
1.9.3
|
Naturalisatie en optie
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verkrijging van de Nederlandse nationaliteit
|
|
|
|
- Enkelvoudig verlaagd tarief
|
€
|
644,00
|
|
- Gemeenschappelijk verlaagd tarief
|
€
|
884,00
|
|
- Enkelvoudig standaard tarief
|
€
|
866,00
|
|
- Gemeenschappelijk standaard tarief
|
€
|
1.105,00
|
|
- Per meenaturaliserend minderjarig kind
|
€
|
128,00
|
|
- Enkelvoudig optieverzoek
|
€
|
184,00
|
|
- Gemeenschappelijk optieverzoek
|
€
|
314,00
|
|
- Per mee-opterend kind
|
€
|
21,00
|
1.9.4
|
Lijkbezorging
|
|
21,70
|
|
Voor een verlof tot het doen opgraven en het doen overplaatsen van een lijk
|
€
|
|
Hoofdstuk 10 Regionaal Archief Tilburg
|
1.10.1
|
Archiefbescheiden berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg.
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de bij het Regionaal Archief Tilburg berustende archiefbescheiden, voor ieder daaraan besteed kwartier:
|
€
|
14,60
|
1.10.2.1
|
De tarieven bedragen voor de bestelling van een papieren fotokopie van archiefbescheiden of van een digitale scan van niet gescande archiefbescheiden:
|
|
|
1.10.2.1.1
|
per fotokopie formaat A4/A3
|
€
|
0,50
|
1.10.2.1.2
|
per fotokopie formaat A0/A2 (bouwtekeningen en plattegronden)
|
€
|
16,50
|
1.10.2.1.3
|
per digitale scan van niet gescande archiefbescheiden formaat A4/A3
|
€
|
0,25
|
1.10.2.1.4
|
per digitale scan van niet gescande archiefbescheiden formaat A0/A2
|
€
|
2,10
|
1.10.2.2
|
een authentieke kopie per akte opgemaakt door de gemeentearchivaris
|
€
|
12,95
|
1.10.3
|
afhandelingskosten voor het toezenden van kopieën, gedigitaliseerd materiaal (per e-mail) etc.
|
€
|
3,70
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014
|
1.11
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.11.1
|
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Huisvestingwet of artikel 13 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, bedraagt
|
€
|
0,00
|
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
|
1.12
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.12.1
|
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet
|
€
|
54,15
|
1.12.2
|
Indien aanvragen als bedoeld in onderdeel 1.12.1 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, school of kantoorgebouw betreffen, wordt het in onderdeel 1.12.1 bedoelde tarief slechts éénmaal geheven
|
|
|
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie
|
|
n.v.t
|
|
|
Hoofdstuk 14 Vervallen
|
Hoofdstuk 15 Vervallen
|
Hoofdstuk 16 Kansspelen
|
|
Vergunningen voor speelautomaten
|
|
|
1.16.1
|
Voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen, per vergunning:
vermeerderd met: per toestel een bedrag van
|
€
€
|
22,50
136,00
|
1.16.2
|
Indien de periode minder bedraagt dan 4 kalenderjaren, wordt het tarief per toestel naar evenredigheid in rekening gebracht. De bedragen zijn vastgesteld volgens het Speelautomatenbesluit 2000.
|
|
|
1.16.2.1
|
Bij staking van de exploitatie wordt op schriftelijk verzoek van de aanvrager teruggaaf verleend over het aantal nog niet verschenen jaren waarvoor de vergunning is afgegeven.
|
|
|
|
Wet op de kansspelen
|
|
|
1.16.3
|
Voor een vergunning tot het aanleggen van een kansspel als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):
- bij een prijzenpakket tot € 4500,00
|
€
|
38,10
|
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
|
|
Instemmingsbesluit Telecom Aanbieders
|
|
|
1.17.1
|
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van een instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, lid 1 van de Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf 15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van:
|
€
|
328,10
|
1.17.1.a
|
Het tarief voor tracés van 100 meter tot 2.000 meter bedraagt
|
€
|
328,10
|
|
per strekkende meter boven 100 meter vermeerderd met een bedrag van
|
€
|
0,70
|
1.17.1.b
|
Het tarief voor tracés van 2.000 meter tot 5.000 meter bedraagt
|
€
|
1.869,60
|
1.17.1.c
|
Het tarief voor tracés van 5.000 meter tot 10.000 meter bedraagt
|
€
|
2.039,55
|
1.17.1.d
|
Het tarief voor tracés van 10.000 meter tot 20.000 meter bedraagt
|
€
|
2.209,50
|
1.17.1.e
|
Het tarief voor tracés van 20.000 meter tot 30.000 meter bedraagt
|
€
|
2.379,45
|
1.17.1.f
|
Het tarief voor tracés van 30.000 meter tot 40.000 meter bedraagt
|
€
|
2.549,45
|
1.17.1.g
|
Het tarief voor tracés van 40.000 meter tot 50.000 meter bedraagt
|
€
|
2.719,40
|
1.17.1.h
|
Het tarief voor tracés van 50.000 meter tot 60.000 meter bedraagt
|
€
|
2.889,35
|
1.17.1.i
|
Het tarief voor tracés van 60.000 meter tot 70.000 meter bedraagt
|
€
|
3.059,75
|
1.17.1.j
|
Het tarief voor tracés van 70.000 meter tot 80.000 meter bedraagt
|
€
|
3.229,30
|
1.17.1.k
|
Het tarief voor tracés van 80.000 meter en meer bedraagt
|
€
|
3.399,25
|
1.17.1.2
|
Het tarief voor in het behandeling nemen van een melding voor het verkrijgen van instemming voor het (ver)plaatsen van ondergrondse en bovengrondse handholes, kasten e.d. t.b.v. een openbaar telecommunicatienetwerk een vast bedrag van:
|
€
|
131,60
|
1.17.1.3
|
Geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer
|
|
|
1.17.1.3.a
|
een vast bedrag per meetopdracht
|
€
|
231,50
|
1.17.1.3.b
|
per meetuur
|
€
|
94,55
|
1.17.1.3.c
|
voor het wijzigen van de afstelling en/of het verzegelen van een geluidsbegrenzer
|
€
|
231,50
|
Hoofdstuk 18 Verkeer en Vervoer
|
1.18
|
Ontheffingen RVV 1990
|
|
|
1.18.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.18.1.1
|
Voor het per kenteken verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in artikel 9 van de Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg
|
€
|
162,15
|
1.18.1.2
|
Voor het verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg
|
€
|
27,05
|
1.18.1.3
|
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd korter dan twee weken, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3
|
€
|
20,75
|
1.18.1.4
|
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf twee weken tot maximaal drie maanden, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3
|
€
|
41,55
|
1.18.1.5
|
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf drie maanden tot maximaal drie jaar, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3
|
€
|
93,45
|
1.18.1.6
|
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels voor een doorlopende ontheffing, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3
|
€
|
259,60
|
1.18.2
|
N.v.t
|
|
|
1.18.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.18.3.1
|
Voor het verlenen van een parkeerontheffing voor invaliden
|
€
|
30,00
|
1.18.3.2
|
Bij verlies of diefstal van de ontheffing als bedoeld onder 1.18.3.1
|
€
|
16,20
|
1.18.3.3
|
Voor een wijziging van de ontheffing als bedoeld onder 1.18.1.1 en 1.18.3.1 op verzoek van de ontheffinghouder
|
€
|
16,20
|
1.18.4
|
Taxikeurmerk
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van de Verordening Kwaliteitskeurmerk straattaxivervoer Tilburg 2018
|
€
|
139,66
|
1.18.5
|
Luchtvaartwetgeving
Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Wet Luchtvaart, dan wel een daarvan afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis
|
€
|
84,50
|
1.18.6
|
Landbouwvoertuigen
Voor het afgeven van een langlopende ontheffing landbouwvoertuig
|
€
|
30,00
|
Hoofdstuk 19 Diversen
|
1.19.1
|
Vergunningen, beschikkingen en dergelijke
Voor een gunstige beschikking op aanvragen van een vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat,
|
|
|
|
per bladzijde
|
€
|
3,45
|
|
met een minimum van
|
€
|
10,35
|
1.19.2
|
Fotokopieën
Voor het verstrekken van een fotokopie van een getypt, gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4, anders dan bedoeld in onderdeel 1.8.2, per bladzijde
|
|
|
|
A4 enkelzijdig
|
€
|
0,07
|
|
A4 dubbelzijdig
|
€
|
0,13
|
|
A3 enkelzijdig
|
€
|
0,13
|
|
A3 dubbelzijdig
|
€
|
0,21
|
|
A2 formaat
|
€
|
4,95
|
|
A1 formaat
|
€
|
7,45
|
|
A0 formaat
|
€
|
9,95
|
1.19.3
|
Collecten
Voor het afgeven van een vergunning voor het houden van een openbare inzameling van geld en/of goederen als bedoeld in artikel 126 van de Algemene plaatselijke verordening
|
€
|
0,00
|
1.19.4
|
Leges havenvergunning
Voor elke vergunning/toestemming ingevolge de Havenverordening Piushaven 2017, uitgezonderd de toestemming als bedoeld in artikel 18 van de hiervoor vermelde verordening
|
€
|
40,80
|
TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/ OMGEVINGSVERGUNNING
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Staatscourant. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
|
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten:
de grondslag, op basis waarvan de leges worden vastgesteld, wordt bepaald op basis van de tabel "Grondslag legesberekening".
Indien de tabel niet voorziet in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zal de grondslag, op basis waarvan de leges worden vastgesteld, worden berekend met gebruikmaking van de meest recente uitgave "Taxatieboekjes (Her)Bouwkosten" of het elektronische equivalent daarvan, zoals die worden uitgegeven door Vakmedianet.
Indien zowel de tabel als de "Taxatieboekjes (Her)Bouwkosten", inclusief het elektronische equivalent, niet voorzien in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zullen de bouwkosten door de aanvrager middels een open begroting aannemelijk moeten worden gemaakt. Deze zullen de grondslag vormen voor de berekening van de leges.
Oppervlakte en inhoudsmaten worden bepaald conform de artikelen 4.2 en 5.2 van de NEN 2580.
De tabel "Grondslag legesberekening" is kosteloos in te zien bij de afdeling Dienstverlening en is tevens via de website van de gemeente Tilburg te raadplegen.
Deze NEN 2580 en de meest recente uitgave van de "Taxatieboekjes (Her)Bouwkosten" en het elektronische equivalent daarvan zijn kosteloos in te zien bij de afdeling Dienstverlening.
|
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.1.4
|
Aanvrager:
de (rechts)persoon die een aanvraag heeft ingediend voor:
a. een omgevingsvergunning;
b. het opstellen van een bestemmingswijziging en/of uitwerkingsplan.
|
|
|
2.1.1.5
|
Bestemming zonder bouwmogelijkheden:
bestemming die in het algemeen geen mogelijkheid biedt tot het bouwen van bouwwerken en gebouwen, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken behorende bij deze bestemming. Voorbeelden hiervan zijn 'natuur', 'bos', 'agrarisch (met waarden)', 'groen', 'verkeer'.
Bestemming met bouwmogelijkheden:
alle andere bestemmingen die mogelijkheden bieden tot het bouwen van bouwwerken en gebouwen. Voorbeelden hiervan zijn 'wonen', 'bedrijf', 'gemengd', e.a.
|
|
|
2.1.1.6
|
Bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
|
2.1.1.7
|
Huisperceel:
een perceel/kavel met een grondgebonden woning, bedoeld voor de bewoning door maximaal één huishouden.
|
|
|
2.1.1.8
|
Adviesverzoek:
een verzoek waarbij de planologische mogelijkheden en/of de wenselijkheid van een initiatief wordt onderzocht en/of het advies van de omgevingscommissie wordt gevraagd.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Beoordeling adviesverzoek
|
2.2.1
|
Voor het in behandeling nemen van een adviesverzoek dat uitsluitend betrekking heeft op een beoordeling door de omgevingscommissie
|
€
|
0,00
|
2.2.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een adviesverzoek dat betrekking heeft op een huisperceel (inclusief de beoordeling van een bedrijf aan huis), met uitzondering van verzoeken die betrekking hebben op woningvorming, omzetting en splitsing (definitie Huisvestingsverordening) of het toevoegen van één of meerdere woningen
|
€
|
105,95
|
2.2.3
|
Voor het in behandeling nemen van overige aanvragen tot het beoordelen van een adviesverzoek
|
€
|
444,40
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedraagt: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde
leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden
uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
(met bouwkosten wordt bedoeld bouwkosten als omschreven en berekend volgens onderdeel 2.1.1.2 van deze verordening)
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen:
vermeerderd met: 2,51%
van de bouwkosten met een minimum van € 160,00;
|
€
|
0,00
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:
vermeerderd met: 2,46%
van de bouwkosten minus € 200.000,00;
|
€
|
4.960,00
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:
vermeerderd met: 2,36%
van de bouwkosten minus € 500.000,00;
|
€
|
12.300,00
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:
vermeerderd met: 1,81%
van de bouwkosten minus € 1.000.000,00;
|
€
|
23.900,00
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen:
vermeerderd met: 1,72%
van de bouwkosten minus € 2.000.000,00;
|
€
|
41.800,00
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen:
vermeerderd met: 1,64%
van de bouwkosten minus € 5.000.000,00 met een maximum van:
|
€
€
|
92.800,00
407.000,00
|
2.3.1.2
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.1.3
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€
|
877,25
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 10% van de op grond van dat hoofdstuk verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00.
|
|
|
2.3.1.5
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.1.6
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt per 10 m² vloeroppervlakte (afgerond op een veelvoud van 10 m²):
met dien verstande dat minimaal betaald moet worden
|
€
€
|
75,80
162,90
|
2.3.1.7
|
Voor het verlenen van een gedoogbeschikking ten aanzien (van het bouwen) van een bouwwerk, dat zonder de vereiste omgevingsvergunning is opgericht en waarvoor niet alsnog een omgevingsvergunning kan worden verkregen, worden leges geheven volgens het tarief als vermeld in onderdeel 2.3.1.1, te verhogen met een toeslag van 10%
|
|
|
2.3.1.8
|
Zonnepanelen
|
|
|
|
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden voor een aanvraag voor het plaatsen van zonnepanelen geen leges geheven. Indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning bestaande uit meer onderdelen dan uitsluitend die zonnepanelen, dan zullen voor de vaststelling van het legesbedrag de bouwkosten van de zonnepanelen buiten beschouwing worden gelaten.
|
|
|
2.3.1.9
|
Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het extra tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning op grond van de Verordening ruimte 2014 of het ter plaatse geldende bestemmingsplan getoetst moet worden aan de Toetsing zorgvuldige veehouderij en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij
|
€
|
1.621,00
|
2.3.1.10
|
Terrasschermen en/of parasols op een terras bij een horeca-inrichting
|
|
|
|
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag voor het plaatsen van terrasschermen en/of parasols op een terras bij een horeca inrichting
|
€
|
163,85
|
2.3.1.11
|
Besluit vergunningvrij
|
|
|
|
Indien voor een, op basis van artikel 2.1, lid 3 van de Wabo, vergunningvrije activiteit op verzoek van de aanvrager een "besluit vergunningvrij" wordt afgegeven:
|
€
|
102,95
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
115,15
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, voor het in behandeling nemen:
|
€
|
223,95
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) voor het in behandeling nemen:
|
€
|
223,95
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) verhoogd met een basisbedrag van:
|
€
|
7.377,80
|
|
dit bedrag wordt vermeerderd met de som van in de onderdelen 2.3.3.3.a t/m 2.3.3.3.c aangegeven bedragen.
|
|
|
2.3.3.3.a
|
Oppervlakte bouwperceel
Het basisbedrag wordt verhoogd met de oppervlakte van het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft
|
|
|
|
tot 500 m²:
|
€
|
0,00
|
|
van 500 m² tot 2.500 m² :
|
€
|
1.580,95
|
|
van 2.500 m² tot 5.000 m²:
|
€
|
4.215,85
|
|
van 5.000 m² tot 10.000 m²:
|
€
|
9.485,70
|
|
van 10.000 m² tot 20.000 m²:
|
€
|
15.809,55
|
|
van 20.000 m² tot 40.000 m²:
|
€
|
26.349,20
|
|
van 40.000 m² tot 60.000 m²:
|
€
|
42.158,80
|
|
60.000 m² of meer:
|
€
|
52.698,45
|
|
Deze regel geldt niet bij een aanvraag die betrekking heeft op 1 woning.
|
|
|
2.3.3.3.b
|
Gestapelde bouw
Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde bouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag verhoogd met:
|
|
|
|
tot en met 3 bouwlagen boven een bouwhoogte van 10 meter:
|
€
|
12.647,60
|
|
meer dan 3 bouwlagen boven een bouwhoogte van 10 meter:
|
€
|
26.349,25
|
2.3.3.3.c
|
Indien de ruimtelijke onderbouwing (in afwijking van de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht) door de gemeente wordt opgesteld geldt een toeslag van:
|
€
|
2.634,95
|
2.3.3.3.d
|
De totale som van de bedragen genoemd in de onderdelen 2.3.3.3 en 2.3.3.3.a t/m 2.3.3.3.c mag niet meer bedragen dan:
|
€
|
88.533,40
|
2.3.3.3.e
|
Milieu effect rapportage
Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een milieu effect rapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het bedrag van de onderdelen 2.3.3.3 en 2.3.3.3.a t/m 2.3.3.3.c vermeerderd met 10%, met een minimum van:
|
€
|
5.228,00
|
2.3.3.3.f
|
Hogere waarden
Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een procedure tot vaststelling van hogere waarden Wet geluidhinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht:
|
€
|
1.053,95
|
2.3.3.3.g
|
Onderdelen 2.3.3.3 t/m 2.3.3.3.f blijven buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of bij een vastgesteld exploitatieplan.
|
|
|
2.3.3.4
|
afwijking exploitatieplan- n.v.t.
|
|
|
2.3.3.5
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.3.6
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), voor het in behandeling nemen:
|
€
|
223,95
|
2.3.4.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), voor het in behandeling nemen:
|
€
|
223,95
|
2.3.4.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) een basisbedrag van:
Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van in de onderdelen 2.3.4.3.a t/m 2.3.4.3.c aangegeven bedragen.
|
€
|
7.377,80
|
2.3.4.3.a
|
Oppervlakte bouwperceel
Het basisbedrag wordt verhoogd met de oppervlakte van het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft
|
|
|
|
tot 500 m²:
|
€
|
0,00
|
|
van 500 m² tot 2.500 m² :
|
€
|
1.580,95
|
|
van 2.500 m² tot 5.000 m²:
|
€
|
4.215,85
|
|
van 5.000 m² tot 10.000 m²:
|
€
|
9.485,70
|
|
van 10.000 m² tot 20.000 m²:
|
€
|
15.809,55
|
|
van 20.000 m² tot 40.000 m²:
|
€
|
26.349,20
|
|
van 40.000 m² tot 60.000 m²:
|
€
|
42.158,80
|
|
60.000 m² of meer:
|
€
|
52.698,45
|
|
Deze regel geldt niet bij een aanvraag die betrekking heeft op 1 woning.
|
|
|
2.3.4.3.b
|
Gestapelde bouw
Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde bouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag verhoogd met:
|
|
|
|
tot en met 3 bouwlagen boven een bouwhoogte van 10 meter:
|
€
|
12.647,60
|
|
meer dan 3 bouwlagen boven een bouwhoogte van 10 meter:
|
€
|
26.349,25
|
2.3.4.3.c
|
Indien de ruimtelijke onderbouwing (in afwijking van de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht) door de gemeente wordt opgesteld geldt een toeslag van:
|
€
|
2.634,95
|
2.3.4.3.d
|
De totale som van de bedragen genoemd in de onderdelen 2.3.4.3 en 2.3.4.3.a t/m 2.3.4.3.c mag niet meer bedragen dan:
|
€
|
88.533,40
|
2.3.4.3.e
|
Milieu effect rapportage
Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een milieu effect rapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het bedrag van de onderdelen 2.3.4.3 en 2.3.4.3.a t/m 2.3.4.3.c vermeerderd met 10%, met een minimum van:
|
€
|
5.228,00
|
2.3.4.3.f
|
Hogere waarden
Indien het voor het vaststellen van de buitenplanse afwijking noodzakelijk is om een procedure tot vaststelling van hogere waarden Wet geluidhinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht:
|
€
|
1.053,95
|
2.3.4.3.g
|
Onderdelen 2.3.4.3 t/m 2.3.4.3.f blijven buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of bij een vastgesteld exploitatieplan.
|
|
|
2.3.4.4
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.4.5
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.4.6
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.5.1.a
|
voor een gebruiksoppervlak tot en met 200 m²:
|
€
|
542,90
|
2.3.5.1.b
|
voor een gebruiksoppervlak van 201 m² tot en met 1.000 m²:
vermeerderd met een bedrag van:
voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 200 m².
|
€
€
|
542,90
113,30
|
2.3.5.1.c
|
voor een gebruiksoppervlak van 1.001 m² tot en met 5.000 m²:
vermeerderd met een bedrag van:
voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 1.000 m².
|
€
€
|
1.449,30
48,15
|
2.3.5.1.d
|
voor een gebruiksoppervlak groter dan 5.000 m²:
vermeerderd met een bedrag van:
voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 5000 m².
|
€
€
|
3.375,30
20,85
|
2.3.5.2
|
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
|
|
|
2.3.5.3
|
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
|
|
|
2.3.5.4
|
Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wabo een omgevingsvergunning is vereist, dan wel sprake is van een omgevingsvergunningvrije bouwactiviteit, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde in onderdeel 2.3.5.1 eveneens van toepassing.
|
|
|
2.3.5.5
|
Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, op grond van het gestelde in paragraaf 2.3 van de Wabo (de beoordeling van de aanvraag) niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 in rekening worden gebracht met een minimum van:
en een maximum van:
|
€
€
|
160,00
1.381,65
|
2.3.5.6
|
Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het
bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond
van het bepaalde in paragraaf 2.6 van de Wabo (wijziging en intrekking van de omgevingsvergunning) is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig
het bepaalde in onderdeel 2.3.5.1
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument, indien de bouwkosten:
|
|
|
|
minder bedragen dan € 10.000,00:
|
€
|
124,90
|
|
liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00:
vermeerderd met 0,617% over elk bedrag boven € 10.000,00;
|
€
|
124,90
|
|
liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00:
vermeerderd met 0,5% over elk bedrag boven € 50.000,00;
|
€
|
371,70
|
|
liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00:
vermeerderd met 0,38% over elk bedrag boven € 100.000,00;
|
€
|
621,70
|
|
liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00:
vermeerderd met 0,24% over elk bedrag boven € 500.000,00;
|
€
|
2.141,70
|
|
meer bedragen dan € 1.000.000,00:
|
€
|
3.341,70
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, indien de bouwkosten:
|
|
|
|
minder bedragen dan € 10.000,00:
|
€
|
124,90
|
|
liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00:
vermeerderd met 0,617% over elk bedrag boven € 10.000,00;
|
€
|
124,90
|
|
liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00:
vermeerderd met 0,5% over elk bedrag boven € 50.000,00;
|
€
|
371,70
|
|
liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00:
vermeerderd met 0,38% over elk bedrag boven € 100.000,00;
|
€
|
621,70
|
|
liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00:
vermeerderd met 0,24% over elk bedrag boven € 500.000,00;
|
€
|
2.141,70
|
|
meer bedragen dan € 1.000.000,00:
|
€
|
3.341,70
|
2.3.6.1.3
|
voor het (gedeeltelijk) slopen van een monument, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval:
|
|
|
|
t/m 25 m³:
|
€
|
262,55
|
|
26 m³ t/m 50 m³:
|
€
|
492,30
|
|
51 m³ t/m 100 m³:
|
€
|
951,80
|
|
101 m³ t/m 500 m³:
|
€
|
1.837,95
|
|
meer dan 500 m³:
|
€
|
3.610,30
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval:
|
|
|
|
t/m 25 m³:
|
€
|
262,55
|
|
26 m³ t/m 50m³:
|
€
|
492,30
|
|
51 m³ t/m 100 m³:
|
€
|
951,80
|
|
101 m³ t/m 500 m³:
|
€
|
1.837,95
|
|
meer dan 500 m³:
|
€
|
3.610,30
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1
|
In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van:
|
|
|
|
t/m 25 m³:
|
€
|
262,55
|
|
26 m³ t/m 50 m³:
|
€
|
492,30
|
|
51 m³ t/m 100 m³:
|
€
|
951,80
|
|
101 m³ t/m 500 m³:
|
€
|
1.837,95
|
|
meer dan 500 m³:
|
€
|
3.610,30
|
2.3.7.2
|
In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een sloopveiligheidsplan moet worden ingediend, wordt het in onderdeel 2.3.7.1 vermelde bedrag verhoogd met
|
€
|
65,65
|
2.3.7.3
|
In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een asbestinventarisatierapport moet worden ingediend, wordt het in onderdeel 2.3.7.1 vermelde bedrag verhoogd met
|
€
|
262,55
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg, of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een (rechts)persoon, niet zijnde een openbaar nutsbedrijf, voor een vergunning voor wat betreft het aanbrengen van ondergrondse voorzieningen, zoals kabels, leidingen en tankinstallaties, in openbare grond
|
€
|
608,70
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
636,70
|
2.3.10
|
Kappen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de "Bomenverordening Tilburg 2017" een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.10.1
|
indien de aanvraag betrekking heeft op één boom:
|
€
|
97,45
|
2.3.10.2
|
het bedrag in onderdeel 2.3.10.1 wordt verhoogd met:
per extra boom, tot een maximum van:
|
€
€
|
48,70
973,80
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
n.v.t.
|
|
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
889,70
|
2.3.13
|
flora- en fauna-activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
522,12
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
933,75
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€
|
933,75
|
2.3.14.2.1
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.14.2.2
|
Indien het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.15
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.16.1
|
n.v.t.
|
|
|
2.3.16.2
|
Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen hiervan:
|
|
|
2.3.16.2.1
|
een vergunningsaanvraag (bouw)werkzaamheden en het schriftelijk verstrekken van besluiten inzake archeologische waarden en verwachtingen.
|
€
|
1.100,00
|
2.3.16.2.2
|
het opstellen of beoordelen, namens het bevoegd gezag, van Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 3.1
|
€
|
950,00
|
2.3.16.2.3
|
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€
|
250,00
|
2.3.16.2.4
|
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW, ex art. 40 lid 1, ex art. 41, lid 1 en lid2 van de monumentenwet, bedragen
- voor Inventariserend proefsleuvenonderzoek inclusief opstellen selectiebesluit
- voor opgraving en archeologische begeleiding
|
€
€
|
750,00
1.250,00
|
2.3.17
|
Advies
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€
|
636,70
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering - n.v.t.
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor
bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten, monumenten inbegrepen
Indien een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, kap-, sloopactiviteiten en gebruik in relatie tot brandveiligheid, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.5.1, 2.3.7 en 2.3.10, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 8 weken na het in behandeling nemen ervan 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning op initiatief van bevoegd gezag.
|
|
|
2.5.2.1
|
Teruggaaf van 100% van de leges voor de aanvraag wordt verleend indien:
een aanvraag om omgevingsvergunning die wordt ingetrokken op initiatief van het bevoegd gezag, omdat die niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die het bevoegd gezag - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg dezelfde activiteit.
|
|
|
2.5.2.2
|
Het bepaalde in onderdeel 2.5.2.1 is tevens van toepassing in gevallen waarin niet de gehele aanvraag wordt ingetrokken, maar de intrekking slechts betrekking heeft op één of enkele activiteiten van die aanvraag. Hierbij geldt dat, onder de voorwaarden zoals genoemd in onderdeel 2.5.2.1, slechts teruggaaf plaatsvindt voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken.
|
|
|
2.5.2.3
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor
bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten monumenten inbegrepen
|
|
|
2.5.2.3.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- , kap- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2., 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.10, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.2.3.2
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- , kap- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.10, intrekt op grond van artikel 2.33, lid 2, sub a, van de Wabo, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van de leges
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten monumenten inbegrepen
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten en gebruik in relatie tot brandveiligheid, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.5.1 t/m 2.3.5.4 en 2.3.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
Voor een bedrag minder dan:
wordt geen teruggaaf verleend.
|
€
|
160,00
|
2.5.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft:
|
€
|
160,00
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.3, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6
|
n.v.t.
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, per onderdeel van artikel 2.1 en/of artikel 2.2 van de Wabo afzonderlijk:
De grondslag voor de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.1 wordt bepaald op basis van de gewijzigde aanvraag.
|
€
|
160,00
|
Hoofdstuk 8 Planologische procedures op basis van de Wet ruimtelijke ordening zonder
omgevingsvergunningplichtige activiteiten
|
2.8.1
|
Het tarief (basisbedrag) bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, al dan niet in combinatie met een aanvraag om omgevingsvergunning
|
€
|
10.539,65
|
2.8.2
|
Het tarief (basisbedrag) bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening of het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van die wet, al dan niet in combinatie met een aanvraag om omgevingsvergunning
|
€
|
7.377,80
|
2.8.3
|
Het bedrag zoals genoemd in de onderdelen 2.8.1 en 2.8.2 wordt vermeerderd met de som van de in onderdelen 2.8.3.a t/m 2.8.3.d aangegeven bedragen:
|
|
|
2.8.3.a
|
Oppervlakte plangebied
Het basisbedrag wordt verhoogd met de oppervlakte van het plangebied dat in het bestemmingsplan is opgenomen
|
|
|
|
tot 500 m²:
|
€
|
0,00
|
|
van 500 m² tot 2.500 m² :
|
€
|
1.580,95
|
|
van 2.500 m² tot 5.000 m²:
|
€
|
4.215,85
|
|
van 5.000 m² tot 10.000 m²:
|
€
|
9.485,70
|
|
van 10.000 m² tot 20.000 m²:
|
€
|
15.809,55
|
|
van 20.000 m² tot 40.000 m²:
|
€
|
26.349,20
|
|
van 40.000 m² tot 60.000 m²:
|
€
|
42.158,80
|
|
60.000 m² of meer:
|
€
|
52.698,45
|
|
Deze regel geldt niet bij een aanvraag die betrekking heeft op 1 woning.
|
|
|
2.8.3.b
|
In aanvulling op onderdeel 2.8.3.a kan, in geval van bestemmingsvlakken, betrekking hebbende op bestemmingen zonder bebouwingsmogelijkheden én wanneer de oppervlakte van deze bestemmingsvlakken groter is dan de oppervlakte van de bestemmingsvlakken met bebouwingsmogelijkheden, het basisbedrag voor de bestemmingsvlakken zonder bebouwingsmogelijkheden worden verhoogd per m² met:
wanneer dit niet leidt tot een hoger totaal bedrag dan wanneer enkel onderdeel 2.8.3.a geldt.
|
€
|
0,10
|
2.8.3.c
|
Aantal bestemmingen
Het basisbedrag wordt verhoogd met het aantal bestemmingen dat in het bestemmingsplan is opgenomen
|
|
|
|
2 bestemmingen:
|
€
|
1.053,95
|
|
3 tot en met 5 bestemmingen:
|
€
|
2.634,95
|
|
meer dan 5 bestemmingen:
|
€
|
5.269,85
|
2.8.3.d
|
Gestapelde bouw
Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde bouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag verhoogd met:
|
|
|
|
tot en met 3 bouwlagen boven een bouwhoogte van 10 meter:
|
€
|
12.657,85
|
|
meer dan 3 bouwlagen boven een bouwhoogte van 10 meter:
|
€
|
26.349,25
|
2.8.3.e
|
Voor zover het bestemmingsplan genoemd in onderdeel 2.8.1 door de aanvrager conform het leveringsprotocol van de gemeente Tilburg wordt aangeleverd, geldt een korting van:
|
€
|
2.634,95
|
2.8.3.f
|
Voor zover het plan genoemd in onderdeel 2.8.2 (wijziging/uitwerking) door de aanvrager conform het leveringsprotocol van de gemeente Tilburg wordt aangeleverd, geldt een korting van:
|
€
|
1.580,95
|
2.8.3.g
|
De totale som van de bedragen genoemd in de onderdelen 2.8.1 of 2.8.2 en onderdelen 2.8.3.a t/m d minus onderdelen 2.8.3.e of 2.8.3.f mag niet meer bedragen dan:
|
€
|
88.533,40
|
2.8.3.h
|
Milieu effect rapportage
Indien het voor het vaststellen van het plan noodzakelijk is om een milieu effect rapportage procedure te doorlopen, wordt de som van het basisbedrag en de onderdelen onder 2.8.3.a t/m 2.8.3.d vermeerderd met 10%, met een minimum van:
|
€
|
5.228,00
|
2.8.3.i
|
Hogere waarden
Indien het voor het vaststellen van het plan noodzakelijk is om een procedure tot vaststelling van hogere waarden Wet geluidhinder te doorlopen, wordt hiervoor in rekening gebracht:
|
€
|
1.053,95
|
2.8.4
|
Onderdeel 2.8.1 of onderdelen 2.8.2 t/m 2.8.3.i blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4, sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatie-overeenkomst of bij een vastgesteld exploitatieplan.
|
|
|
2.8.5
|
Van de leges als bedoeld in de onderdelen 2.8.1 of 2.8.2 t/m 2.8.3.i wordt geen teruggaaf verleend, tenzij de behandeling van de aanvraag of de procedure die daarop volgt wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente kunnen worden aangerekend. Indien er sprake is van omstandigheden die de gemeente kunnen worden aangerekend vindt teruggaaf plaats van 75% van de geheven leges met dien verstande dat er een minimumbedrag overblijft van € 2.500,00.
|
|
|
2.8.6
|
Advies
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie vrijwillig of verplicht advies moet uitbrengen in het kader van de benodigde planologische procedure, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen tot aan het planologische besluit aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
Hoofdstuk 9
|
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.10.1
|
Opslagkosten inboedels
Bij het ophalen van tijdelijk door de gemeente opgeslagen inboedels te betalen vergoeding gerekend in de periode vanaf het moment van woninguitzetting:
|
|
|
2.10.1.a
|
0 weken - 2 weken
|
€
|
76,00
|
2.10.1.b
|
2 weken - 4 weken
|
€
|
146,00
|
2.10.1.c
|
4 weken - 7 weken
|
€
|
244,00
|
2.10.1.d
|
7 weken - 10 weken
|
€
|
368,00
|
2.10.1.e
|
10 weken - 3 maanden
|
€
|
541,00
|
2.10.2
|
Algemene Plaatselijke Verordening APV
|
|
|
2.10.2.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 13 van de APV:
* Bouwactiviteiten
* (Licht)reclame
* Aankondigingborden
* Spandoeken
* Winkelwagenopvangsluizen
* Rijwielbeugels en -rekken
* Overige objecten
* Overschrijvingen
En voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een verlenging voor:
* Bouwactiviteiten
|
€
€
€
€
€
€
€
€
€
|
239,60
239,60
119,80
119,80
239,60
159,75
159,75
79,85
119,80
|
2.10.2.2
|
Voor iedere, op grond van de APV verleende vergunning of ontheffing, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen, per bladzijde
met een minimum van
|
€
€
|
3,45
5,85
|
2.10.2.3
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van consumentenvuurwerk op grond van artikel 92 lid 1 APV
|
€
|
88,50
|
2.10.2.4
|
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing van artikel 110 APV voor het plaatsen of in werking hebben van geluidsapparaten of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt
|
€
|
88,50
|
|
|
|
|
TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER TITEL 2
|
Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
|
3.1.1
|
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€
|
1.471,80
|
3.1.2
|
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 31 van de Algemene plaatselijke verordening
|
€
|
1.471,80
|
3.1.2.a
|
Indien de in 3.1.2 genoemde aanvraag in combinatie is met de in 3.1.1 genoemde aanvraag
|
€
|
1.471,80
|
3.1.3
|
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 32, van de Algemene plaatselijke verordening: per dag waarvoor ontheffing wordt aangevraagd
|
€
|
94,15
|
3.1.4
|
n.v.t.
|
|
|
3.1.5
|
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet en/-of een verzoek tot wijziging van de omschrijving van de in de exploitatievergunning vermelde lokaliteiten
|
€
|
79,00
|
3.1.6
|
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet en/of de exploitatievergunning wanneer sprake is van een wijziging van de leidinggevende
|
€
|
235,70
|
3.1.7
|
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
€
|
54,05
|
3.1.8
|
een aanvraag voor een terrasvergunning ingevolge artikel 13 van de APV
|
€
|
239,60
|
3.1.9
|
een aanvraag voor een tijdelijke terrasvergunning ingevolge artikel 13 van de APV
|
€
|
119,80
|
3.1.10
|
Terrasvergunning (tijdens de kermis)
Voor het verlenen van een terrasvergunning op of aan een door de raad aangewezen kermisterrein, tijdens de Tilburgse kermis
|
€
|
213,75
|
3.1.11
|
Teruggaaf
Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.1.1 en 3.1.2 wordt ingetrokken na het in behandeling nemen door de gemeente bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
|
3.2.1.a
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van artikel 26 van de APV voor het organiseren van een evenement ex artikel 25 van de APV standaard, evenement klein regulier
|
€
|
251,25
|
3.2.1.b
|
Als onder a, maar dan evenement middel met verhoogde aandacht
|
€
|
732,80
|
3.2.1.c
|
Als onder a, maar dan evenement groot met verhoogd risico, met veel aandacht
|
€
|
2.757,65
|
3.2.1.d
|
Teruggaaf
Indien de aanvrager zijn aanvraag vergunning, als bedoeld in de onderdelen 3.2.1.a t/m 3.2.1.c, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges.
|
|
|
3.2.1.2
|
Als onder 3.2.1.a, maar dan voor specifieke kleine evenementen zoals herdenkingen en goede doelen, nader vast te stellen in het evenementenbeleid
|
€
|
0,00
|
3.2.1.3
|
n.v.t.
|
|
|
3.2.1.4
|
n.v.t.
|
|
|
3.2.1.5
|
n.v.t.
|
|
|
3.2.1.6
|
n.v.t.
|
|
|
3.2.1.7
|
Indien de aanvraag op grond van artikel 26 van de APV wegens onvolledigheid niet verder in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft
|
€
|
160,00
|
3.2.2
|
n.v.t.
|
|
|
3.2.3
|
n.v.t.
|
|
|
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven
|
3.3.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.3.1.1
|
Voor het verlenen van een vergunning op grond van artikel 97 van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€
|
1.471,80
|
3.3.1.2
|
Tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:
|
|
|
3.3.1.2.1
|
n.v.t
|
|
|
3.3.1.2.2
|
De op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders
|
€
|
235,70
|
3.3.1.2.3 t/m 3.3.1.2.7
|
n.v.t
|
|
|
3.3.1.2.8
|
Van een wijziging vergunning i.v.m. verandering van de in de vergunning omschreven ruimte(n)
|
€
|
79,00
|
3.3.2 t/m 3.3.4
|
n.v.t.
|
|
|
3.3.5
|
Teruggaaf
Indien de aanvrager zijn aanvraag vergunning, als bedoeld in de onderdeel 3.3.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014
|
3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.4.1
|
Onttrekkingsvergunning
Om een onttrekkingsvergunning, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, bedraagt
|
€
|
146,10
|
3.4.1.1
|
Indien:
-op een aanvraag om vergunning negatief wordt beschikt; of
-een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of
-de vergunning door burgemeester en wethouders wordt ingetrokken op grond van artikel 6 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017:
wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend
|
|
|
3.4.2
|
n.v.t.
|
|
|
3.4.3
|
Omzettingsvergunning
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, bedraagt per adres
|
€
|
543,25
|
3.4.3.1
|
Indien:
-op een aanvraag tot vergunning negatief wordt beschikt; of
-de vergunning binnen een jaar na dagtekening op verzoek van de aanvrager wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt;
wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.
|
|
|
3.4.3.2
|
Indien:
Een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt teruggaaf van 60% van de geheven leges verleend.
|
|
|
3.4.3.3
|
Indien de aanvraag om een omzettingsvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen € 160,00 aan te betalen leges overblijft.
|
|
|
3.4.3.4
|
Voor aanvragen om een vergunning, als bedoeld in artikel 21, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, die na het in behandeling nemen vergunningvrij blijken te zijn, worden geen leges geheven.
|
|
|
3.4.3.5
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een wijziging van de tenaamstelling van een omzettingsvergunning , als bedoeld in artikel 21, onder c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, bedraagt per adres
|
€
|
54,50
|
3.4.4
|
Vergunning woningvorming (Huisvestingswet 2014)
Vervallen
|
|
|
3.4.5
|
Vergunning voor splitsing in appartementsrechten
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning, als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 en artikel 7 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017 bedraagt
|
€
|
146,10
|
3.4.5.1
|
Indien:
-op een aanvraag om vergunning negatief wordt beschikt; of
-een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of
-de vergunning door burgemeester en wethouders wordt ingetrokken op grond van artikel 11 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017:
wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend
|
|
|
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen
|
|
n.v.t.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
|
3.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.6.1
|
Voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet : per dag waarvoor ontheffing wordt aangevraagd:Met een maximum van:
|
€
€
|
59,90
237,75
|
3.6.1.2
|
Voor een ontheffing voor een nachtwinkel op grond van artikel 7b Winkeltijdenverordening
|
€
|
237,75
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
3.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.7.1
|
Exploitatievergunning smart- en headshops
|
|
|
3.7.1.1
|
Om vergunning op grond van artikel 45b Algemene Plaatselijke Verordening
|
€
|
1.471,80
|
3.7.1.2
|
Tot het wijziging van de leidinggevende
|
€
|
235,70
|
3.7.2
|
Gebouwen en bedrijfsmatige activiteiten waarbij de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat
|
|
|
3.7.2.1
|
om vergunning o.g.v. art. 53a APV
|
€
|
1.471,80
|
3.7.2.2
|
Tot het wijziging van de beheerder
|
€
|
235,70
|
3.7.3
|
Teruggaaf
Indien de aanvrager zijn aanvraag vergunning, als bedoeld in de onderdelen 3.7.1 en 3.7.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges.
|
|
|
3.7.4
|
Staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997
voor een staanplaats (ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997)
|
€
|
41,90
|