Gemeenteblad van Roosendaal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roosendaal | Gemeenteblad 2018, 275328 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roosendaal | Gemeenteblad 2018, 275328 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019
De raad van de gemeente Roosendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;
gezien het advies van de Commissie van 15 november 2018;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in artikel 5, lid 2, sub c en de hoofdstukken 3 en 4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000, dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer, doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de 28e dag van elke maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10 Nadere regels door het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Bij de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 onder 1.1 en 1.2 en hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend.
Voor de kwijt te schelden belasting genoemd in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel geldt dat maximaal € 79,80 of een tijdsgelang deel daarvan indien artikel 8, lid 2 of 3 is toegepast van de verschuldigde belasting kan worden kwijtgescholden.
Artikel 12 Overgangsrecht en intrekking
De Verordening afvalstoffenheffing Roosendaal 2018, vastgesteld op 21 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel afvalstoffenheffing 2019
Behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing Roosendaal 2019’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2018,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-275328.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.