Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2019

De raad van de gemeente Roosendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;

 

gezien het advies van de Commissie van 15 november 2018;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2019

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de door het college van burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel, bestaande uit één of meerdere op grond van artikel 2 van de Marktverordening te bepalen eenheden;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • f.

    seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    kwartaal: een periode van 12 marktdagen.

Artikel 2 Aard van de rechten/belastbaar feit

Onder de naam van ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor:

  • a.

    het innemen van een standplaats op de markt;

  • b.

    het gebruik maken van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven van degene die van een standplaats als bedoeld in artikel 2 gebruik maakt.

  • 2.

    Het marktgeld voor reclame en promotieactiviteiten wordt geheven van de vergunninghouder van een vaste standplaats.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een kwartaal. Indien gedurende een kortere periode dan een kwartaal een standplaats als bedoeld in artikel 1 wordt toegewezen is het belastingtijdvak gelijk aan deze kortere periode van toewijzing.

Artikel 6 Wijze van heffing en ontstaan belastingschuld

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats is verschuldigd per kwartaal bij de aanvang van een kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht en wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Het marktgeld voor een dagplaats, een seizoensplaats en een standwerkerplaats is verschuldigd bij de ter beschikking stelling van deze plaatsen en wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald:

    • a.

      binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      ingeval van een kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van marktgeld wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 11 Overgangsrecht en intrekking

De Verordening marktgeld Roosendaal 2018, vastgesteld op 21 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening marktgeld Roosendaal 2019’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2018,

de griffier, de voorzitter,

 

Tarieventabel marktgeld 2019

Behorende bij de ‘Verordening marktgeld Roosendaal 2019’.

 

1.

Het marktgeld bedraagt voor elke dag of gedeelte daarvan, dat een standplaats wordt ingenomen:

 

 

 

- Maandagmarkt Roosendaal centrum: per m2 ingenomen oppervlakte

0,78

 

- Woensdagmarkt Wouw: per m2 ingenomen oppervlakte

0,40

 

- Donderdagmarkt Heerle: per m2 ingenomen oppervlakte

0,40

 

- Donderdagmarkt Roosendaal centrum: per m2 ingenomen oppervlakte

0,78

 

- Zaterdagmarkt Roosendaal centrum: per m2 ingenomen oppervlakte

0,77

 

- Dagstandplaats, per m2 ingenomen oppervlakte

1,15

2.

Voor de berekening van het marktgeld wordt de ingenomen oppervlakte naar boven afgerond op een ½ m2.

 

 

3.

Teruggaaf van marktgeld vindt uitsluitend plaats indien een vergunninghouder op grond van de Marktverordening, gedurende het kalenderkwartaal of een gedeelte daarvan, het recht op het innemen van een standplaats wordt ontnomen.

De teruggaaf geschiedt naar evenredigheid van het aantal marktdagen, waarvoor de uitsluiting geldt, ten opzichte van het totaal aantal marktdagen.

 

 

4.

Het marktgeld voor gebruikmaking van diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten bedraagt bij een vaste standplaats op de maandagmarkt per kwartaal

30,00

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2018,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven