Gemeenteblad van Zutphen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zutphen | Gemeenteblad 2018, 275258 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zutphen | Gemeenteblad 2018, 275258 | Verordeningen |
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over parkeerbelastingen 2019 (Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2019)
De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 met nummer 129427;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over parkeerbelastingen 2019 (Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2019)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b. als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als een belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in onderdeel 2. en onderdeel 3. van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht als bedoeld in onderdeel 2. en onderdeel 3. van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. In afwijking hiervan moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren, als het parkeren aanvangt door middel van het aanmelden bij het centraal register.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a. bedragen € 62,70.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college kan deze verordening wijzigen als de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling
Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Tribuut belastingsamenwerking kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 12 Intrekking oude regeling
De Verordening Parkeerbelasting gemeente Zutphen 2018, zoals vastgesteld bij besluit van 18 december 2017, wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 17 december 2018
De voorzitter, de griffier,
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen gemeente Zutphen 2019
De parkeerbelasting bedraagt voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a. op de onderstaande locaties:
De parkeerbelasting bedraagt voor vergunninghouders voor het parkeren op de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen:
De parkeerbelasting voor ontheffingshouders, als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Parkeerverordening Zutphen 1991 bedraagt voor het parkeren bij parkeerapparatuur van een bij wege van abonnement verleende ontheffing voor de parkeerlocatie, per jaar:
Het tarief voor een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel c. van de verordening parkeerbelasting gemeente Zutphen 2019, bedraagt per bezoek (geldend voor maximaal 30 uur per maand) € 30,00
Als voor een parkeervergunning parkeerbelasting is voldaan voor het gehele jaar en die parkeervergunning in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt over het aantal maanden ontheffing verleend als er na de datum van intrekking nog volle kalendermaanden overblijven. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van burgemeester en wethouders, waarbij de parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de abonnementhouder voor een belastingtijdvak, waarvoor reeds betaling heeft plaatsgevonden, geen gebruik kan maken van het abonnement, wordt ontheffing van de geheven parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Gedeelten van de onder 1 genoemde eenheden van tijdsduur worden voor volle eenheden gerekend.
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 17 december 2018.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-275258.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.