2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.a
|
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 10.000,-
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 182,71
|
2.3.1.1.b
|
Indien de bouwkosten € 10.000,- tot € 25.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 213,17
|
2.3.1.1.c
|
Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 532,92
|
2.3.1.1.d
|
Indien de bouwkosten € 50.000,- tot € 75.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 1.065,83
|
2.3.1.1.e
|
Indien de bouwkosten € 75.000,- tot € 100.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 1.598,75
|
2.3.1.1.f
|
Indien de bouwkosten € 100.000,- tot € 250.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 2.131,66
|
2.3.1.1.g
|
Indien de bouwkosten € 250.000,- tot € 500.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 5.329,14
|
2.3.1.1.h
|
Indien de bouwkosten € 500.000,- tot € 750.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 10.658,29
|
2.3.1.1.i
|
Indien de bouwkosten € 750.000,- tot € 1.000.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 15.987,43
|
2.3.1.1.j
|
Indien de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 5.000.000,- bedragen
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van
|
€ 21.316,58
|
2.3.1.1.k
|
Indien de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen:
2,1% van de bouwkosten met een minimum bedrag van € 105.000 en een maximumbedrag van
|
€ 253.768,78
|
2.3.1.1.l
|
In afwijking van het bepaalde in de onderdelen 2.3 tot en met 2.3.1.1.k. worden voor een aanvraag voor het plaatsen van zonnepanelen en bijbehorende omvormers, bedrading en trafo´s voor zonneparken vanaf 1 hectare, slechts over de kosten van de onderconstructie leges geheven
|
|
2.3.1.1.2
|
voordat de berekening van de leges onder 2.3.1.1.1 plaatsvindt worden de bouwkosten naar boven afgerond op hele euro´s.
|
|
2.3.1.1.3
|
een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, die op enig moment, vanwege het niet compleet zijn van de aanvraag juncto artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, buiten behandeling wordt gelaten bedraagt 10% van de leges met een minimum bedrag van
|
€ 103,79
|
2.3.1.1.4
|
vervallen
|
|
2.3.1.1.5
|
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een beschikking, houdende verlenging van de termijn, als bedoeld in artikel 2.23 wabo en artikel 5.16 van de BOR.
|
€ 217,98
|
2.3.1.1.6
|
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een schriftelijke verklaring dat een bouwwerk vergunningvrij is
|
€ 91,36
|
|
Verhogingen in verband met toetsing aan welstand
|
|
2.3.1.2.1a
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een schetsplan of een bouwplan waarvoor een vergunning met bouwactiviteit moet worden verleend en toetsing aan welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 berekende bedrag verhoogd met
1,9‰ met een minimum van € 47,24 in geval van geraamde bouwkosten
van € 1 tot en met € 500.000, vermeerderd met
1,2‰ over het gedeelte van de bouwsom
van € 500.001 tot en met € 1.000.000, vermeerderd met
0,8‰ over het gedeelte van de bouwsom
van € 1.000.001 tot en met € 2.500.000, vermeerderd met
0,5‰ over het gedeelte van de bouwsom
van 2.500.001 tot en met € 5.000.000, vermeerderd met
0,25‰ over het gedeelte van de bouwsom
van € 5.000.001 en meer,
waarbij de bedragen naar boven worden afgerond op hele euro’s.
|
|
2.3.1.2.1.b.1
|
Indien het woningbouw betreft wordt per aanvraag bezien hoeveel grondgebonden woningen er per locatie worden uitgevoerd en deze worden per type in rekening gebracht.
De volgende regeling is daarbij van toepassing:
Complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen -> tarief volgens 2.3.1.2.1a
Complexen van 6 tot en met 10 gelijke woningen-> tarief over de bouwsom van
Complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van
Complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van
Complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van
Complexen 41 tot en met 50 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van
en zo volgens
(Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok).
|
5 woningen;
6 woningen;
8 woningen;
10 woningen;
12 woningen
|
2.3.1.2.1.b.2
|
Integrale advisering
Welstand + 1 extra advisering
Welstand + meerdere extra disciplines
|
1,8 * regulier tarief
2,2 * regulier tarief
|
2.3.1.2.1.b.3
|
Illegale bouwwerken
|
1,5 * regulier tarief
|
2.3.1.2.1.b.4
|
Reclameobjecten
|
€ 48,77
|
2.3.1.2.1.b.5
|
Formele behandeling en verslaglegging adviezen vooroverleg bouw- en verbouwplannen
|
€ 101,51
|
2.3.1.2.2
|
Voor reclameobjecten wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 berekende bedrag per advies verhoogd met
|
€ 48,53
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Vervallen (zie 2.3.16.9 en 2.3.17)
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
|
2.3.1.4.1
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges
|
150 %
|
2.3.1.4.2
|
De leges verband houdende met een aanvraag onder 2.3.1.4.1 komen niet voor restitutie in aanmerking
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 449,52
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt
toegepast (binnenplanse afwijking) van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag
|
€ 274,07
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt
toegepast (buitenplanse kleine afwijking) van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag
|
€ 274,07
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) met € 3.360,00 en 0,5% van de bouwkosten hoger dan € 200.000 dat het project maximaal mogelijk maakt met een maximum van
|
€ 6.701,22
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag
|
€ 456,78
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag
|
€ 822,21
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
Begroting
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
Begroting
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 272,71
|
2.3.3.9
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan ten aanzien waarvan artikel 3.7, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (treffen voorbereidingsbesluit) wordt toegepast, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 818,12
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt
toegepast (binnenplanse afwijking)
|
€ 274,07
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt
toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
|
€ 274,07
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt
toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€ 3.654,27
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 456,78
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 821,22
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
Begroting
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
Begroting
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 274,07
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een bouwwerk, waarin:
|
|
2.3.5.1
|
aan 10 tot en met 49 personen bedrijfsmatig of in het kader van de verzorging nachtverblijf zal worden verschaft
|
€ 1.096,28
|
2.3.5.2
|
aan 50 tot en met 99 personen bedrijfsmatig of in het kader van de verzorging nachtverblijf zal worden verschaft
|
€ 2.192,56
|
2.3.5.3
|
aan meer dan 99 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft
|
€ 4.385,12
|
2.3.5.4
|
aan 10 tot en met 49 kinderen, jonger dan twaalf jaar, of aan 10 tot en met 49 lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft
|
€ 1.096,28
|
2.3.5.5
|
aan 50 tot en met 99 kinderen, jonger dan twaalf jaar, of aan 50 tot en met 99 lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft
|
€ 2.192,56
|
2.3.5.6
|
aan 100 of meer kinderen, jonger dan twaalf jaar, of aan 100 of meer lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft
|
€ 4.385,12
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
-
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo
|
€ 182,71
|
2.3.7.1.2
|
vervallen
|
|
2.3.7.1.3
|
vervallen
|
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 182,71
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 182,71
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
- voor de 1e t/m 5e boom, per boom
- voor de 6e en elke volgende, per boom
|
€ 10,40
€ 2,08
|
|
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo
|
€ 182,71
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo
|
€ 182,71
|
|
|
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief
|
€ 653,00
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
€ 653,00
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
€ 685,18
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 685,18
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 685,18
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief
|
€ 685,18
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken
|
Begroting
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport en andere (milieukundige) rapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport / onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem als bedoeld in de bouwverordening
|
€ 365,43
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een historisch bodemrapport
|
€ 91,36
|
2.3.16.3
|
voor de beoordeling van een archeologisch (bodem)rapport
|
Werkelijke kosten
|
2.3.16.4
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€ 365,43
|
2.3.16.5
|
voor de beoordeling van een rapport luchtkwaliteit
|
€ 365,43
|
2.3.16.6
|
voor de beoordeling van een rapport externe veiligheid
|
€ 365,43
|
2.3.16.7
|
voor de beoordeling van een rapport flora en fauna
|
€ 230,93
|
2.3.16.8
|
voor de beoordeling van een milieu effect rapport
|
Werkelijke kosten
|
2.3.16.9
|
voor de beoordeling van een agrarisch rapport
|
€ 365,43
|
2.3.16.10
|
voor de beoordeling van een overig rapport / extra toetsing, per uur
|
€ 91,63
|
2.3.16.11
|
voor de beoordeling van de volkshuisvestelijke aspecten van een plan
|
€ 274,07
|
2.3.16.12
|
het in behandeling nemen van een verzoek om een ontheffing hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder;
indien het betreft een ontheffing voor 1-10 woningen
indien het betreft een ontheffing voor 11-20 woningen
indien het betreft een ontheffing voor 21 en meer woningen
|
€ 365,43
€ 730,85
€ 1.370,35
|
2.3.16.13
|
voor de beoordeling van een distributie planologisch onderzoek
|
Werkelijke kosten
|
|
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Indien ten aanzien van een aanvraag of verzoek als bedoeld in dit hoofdstuk advies van derden wordt ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Het op deze wijze berekende legesbedrag wordt voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag of het verzoek aan de aanvrager respectievelijk verzoeker medegedeeld, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Ook wanneer de vergunning niet wordt verleend, het verzoek niet wordt gehonoreerd of op aanvraag wordt ingetrokken, zijn de externe advieskosten verschuldigd.
|
|
2.3.17.2
|
indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.17.3
|
onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een aanvraag slechts kan worden afgehandeld na;
het toetsen van een voor de aanvraag benodigde parkeerbalans
|
€ 365,43
|
2.3.17.4
|
onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een aanvraag slechts kan worden afgehandeld na;
het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 2.5.30 van de Bouw-verordening
|
€ 365,43
|
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
|
€ 2.740,70
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
|
|
2.3.18.2
|
indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken
|
|