Wijzigingsbesluit Afvalstoffenverordening Schiedam 2013

De raad van de gemeente Schiedam;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13-11-2018, nr. 18INT00174;

 

gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer, rekening houdend met Beleidsplan ‘Afval the Challenge’ (2017);

 

gezien het advies van de raadscommissie;

 

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Afvalstoffenverordening Schiedam 2013:

 

Artikel I  

 

De Afvalstoffenverordening Schiedam 2013 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste eenmaal per week bij of nabij elk perceel ingezameld.

2. In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval dat wordt ingezameld door minicontainers, eenmaal per twee weken bij of nabij elk perceel ingezameld.

3. In afwijking van het eerste en tweede lid kan het college bepalen dat in delen van de gemeente of voor soorten bebouwingstypen geen huishoudelijk restafval bij of nabij elk perceel wordt ingezameld.

4. Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste eenmaal per week afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld.

5. In afwijking van het vierde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval dat wordt ingezameld door middel van minicontainers, eenmaal per twee weken afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld.

6. In afwijking van het vierde en vijfde lid kan het college bepalen dat in delen van de gemeente of voor soorten bebouwingstypen het groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk bij of nabij elk perceel wordt ingezameld.

7. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij of nabij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

1. Bij inzameling met inzamelvoorzieningen voor restafval, kunststof verpakkingen, oud papier en karton, glas en textiel, wordt in beginsel ingezameld voordat de inzamelvoorziening vol is.

2. Bij inzameling met inzamelvoorzieningen wordt groente- fruit- en tuinafval ten minste één maal per week ingezameld. 

3. Bij inzameling met minicontainers wordt groente- fruit- en tuinafval ten minste één maal per twee weken en in de maanden juni tot en met augustus ten minste één maal per week bij elk perceel ingezameld.

4. Bij inzameling met minicontainers wordt restafval ten minste één maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

5. Het college kan bepalen dat in delen van de gemeente of voor soorten bebouwingstypen geen huishoudelijk restafval en/of groente-, fruit- en tuinafval bij of nabij elk perceel wordt ingezameld.  

6. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij of nabij elk perceel worden ingezameld.

Toelichting op de wijziging

Redactioneel: de leden 3 en 6 zijn samengevoegd.

Waar het groente-, fruit- en tuinafval wordt ingezameld met minicontainers, wijzigt de inzamelfrequentie in de zomermaanden (juni t/m augustus) van tweewekelijks naar wekelijks. Dit in verband met de warmte. Voor groente-, fruit- en tuinafval dat via een collectieve voorziening wordt ingezameld, wordt de frequentie eens per week.

De collectieve inzamelvoorzieningen voor restafval, kunststof verpakkingen, oud papier en karton, glas en textiel worden zo vaak geleegd als nodig, in beginsel voordat de container vol is.

Met deze aanpassingen in de verordening wordt de bestaande praktijk verankerd in de regelgeving.

 

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 6 Loopafstand 

1. De loopafstand tussen een perceel waar het huishoudelijk restafval dan wel het groente-, fruit- en tuinafval ontstaat en een clusterplaats of inzamelvoorziening, mag maximaal 125 meter bedragen.

       

2. In bijzondere gevallen kan het college de afstand uit het vorige lid op meer dan 125 meter stellen. 

Artikel 6 Loopafstand 

1. De loopafstand tussen een perceel waar het huishoudelijk restafval, het groente-, fruit- en tuinafval, kunststof verpakkingen dan wel oud papier- en karton ontstaat, en

a.  een clusterplaats, mag hemelsbreed maximaal 125 meter bedragen;

b. een inzamelvoorziening mag hemelsbreed maximaal 150m bedragen. 

2. De loopafstand tussen een laagbouwperceel waar het huishoudelijk restafval ontstaat en een inzamelvoorziening, mag hemelsbreed maximaal 200 meter bedragen.

3. In bijzondere gevallen kan het college grotere afstanden vaststellen dan de in het eerste en het tweede lid genoemde maximale afstanden.

Toelichting op de wijziging

Inhoudelijk: Voorgesteld wordt om de maximale loopafstand naar een wijkcontainers voor restafval voor laagbouwwoningen op 200 meter te bepalen. Bewoners van laagbouwwoningen hebben aan huis mogelijkheden voor afvalscheiding en hebben daardoor weinig restafval. Bij gestapelde bouw wordt afvalscheiding gestimuleerd door inzamelvoorzieningen voor restafval, PMD en papier/karton zoveel mogelijk te clusteren. Daarom wordt voor gestapelde bouw voorgesteld om de maximale loopafstand naar wijkcontainers voor restafval, papier/karton, PMD op 150 meter te bepalen.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 11-12-2018.

de griffier,

J. W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Naar boven