Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2e halfjaar 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland;

 

gelezen het voorstel van 11 december 2018;

 

besluit:

 

vast te stellen de “2e wijziging van de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2018”, waarbij de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2018, besluit van 14 augustus 2018 als volgt wordt gewijzigd.

ARTIKEL I

 

A. Artikel 1.1.8 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. De eerste alinea vervalt.

 

2. In de laatste alinea wordt voor het eerste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd:

 

  • -

    de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd, de vijfde mei en de Goede Vrijdag, alle met inbegrip van de daaraan voorafgaande en de daarop volgende dag;

 

3. In de laatste alinea, eerste gedachtestreepje vervallen de woorden ‘landelijk of’.

 

4. In de laatste alinea, eerste gedachtestreepje wordt aan het slot een puntkomma toegevoegd.

 

5. In de laatste alinea, tweede gedachtestreepje wordt het woord ‘Kerstmis’ vervangen door: de beide Kerstdagen

 

6. In de laatste alinea, tweede gedachtestreepje wordt het woord ‘Nieuwjaar’ vervangen door: Nieuwjaarsdag.

 

B. Artikel 14.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In de tweede alinea vervallen de volgende volzinnen: ‘Denk hierbij bijvoorbeeld aan de echtgenoot met wie de belastingschuldige in gemeenschap van goederen is gehuwd. In dat geval wordt het derdenbeslag gelegd ten laste van de echtgenoot van de belastingschuldige, als de echtgenoot alleen gerechtigd is de vermogensbestanddelen te vorderen die onder het beslag vallen.’

 

2. In de derde alinea worden de woorden ‘aan de echtgenoot binnen’ vervangen door: aan degene aan wie de vordering formeel toebehoort binnen

3. In de derde alinea worden de woorden ‘van de echtgenoot is’ vervangen door: van die ander is

 

C. Artikel 14.4.13 wordt vervangen door:

 

14.4.13. Derdenbeslag onder de Staat, de ontvanger of een openbaar lichaam en het doen van verklaring

Als derdenbeslag wordt gelegd onder de Staat, de ontvanger of een openbaar lichaam, dan is specificatie verplicht; er wordt in dit verband verwezen naar artikel 479 Rv.

De verplichting tot specificatie heeft niet tot doel het verhaal te belemmeren, maar de taak van de Staat, de ontvanger of het openbaar lichaam te verlichten. Dit betekent dat de verklaring in het kader van het derdenbeslag zich niet moet beperken tot de ex artikel 479 Rv genoemde vermogensbestanddelen, maar zich ook moet uitstrekken tot alles wat de geëxecuteerde te vorderen heeft van de Staat, de ontvanger of het openbaar lichaam en wat bij de Staat, de ontvanger of het openbaar lichaam bekend was op het moment van beslaglegging.

 

D. Artikel 19.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

In de eerste alinea worden de woorden ‘een brief’ vervangen door: de beschikking

 

E. Artikel 19.1.8 wordt als volgt gewijzigd:

In de tweede volzin, beginnend met ‘Als de vordering’ wordt de zinsnede ‘materieel is ontstaan in de periode vóór het aangaan van het huwelijk’ vervangen door: niet tot de gemeenschap behoort

 

F. Artikel 25.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In de eerste alinea, tweede volzin, beginnend met ‘Als dit ontbreekt’ wordt de zinsnede ‘verleent de ontvanger uitstel om de verzoeker in de gelegenheid te stellen alsnog zijn verzoek (nader) te motiveren.’ vervangen door:

 

geeft de ontvanger de belastingschuldige een termijn van ten hoogste een maand om alsnog zijn verzoek (nader) te motiveren. De termijn begint te lopen vanaf de dagtekening van de kennisgeving van de ontvanger dat de belastingschuldige zijn verzoek (nader) moet motiveren. De invordering wordt voor die termijn geschorst.

 

2. De tweede en derde alinea worden vervangen door een nieuwe alinea:

 

Een langere termijn (of verlenging van de eerder gegeven termijn) is mogelijk als de ontvanger van oordeel is dat dit redelijk is. Als de belastingschuldige de verleende termijn ongebruikt voorbij laat gaan, wijst de ontvanger het verzoek om uitstel af.

 

G. In artikel 26 wordt de derde alinea beginnend met ‘Bij de berekening van de kwijtschelding’ en eindigend met ‘waarin dit percentage is vastgesteld’ vervangen door:

 

Bij de berekening van de kwijtschelding worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van de bijstandsnorm. Voor AOW-gerechtigde personen worden de kosten van bestaan gesteld op 100 percent van de toepasselijke, in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde netto AOW’bedragen .

 

H. Artikel 63 en 63a wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het opschrift van het artikel komt als volgt te luiden: Artikel 63 tot en met 63ab

 

2. De zinsnede ‘63 en 63a’ wordt vervangen door: 63, 63a, 63aa en 63ab

 

I. Artikel 73.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

Na de woorden ‘leiden tot ontbinding van die rechtspersoon’ wordt ingevoegd: conform artikel 2:19a BW

 

J. Artikel 73.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder d wordt ‘de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen’ vervangen door: de toepassing van een schuldregeling als bedoeld in artikel 287a FW

 

K. Artikel 73.6.2 vervalt.

 

ARTIKEL II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2018.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2e halfjaar 2018.

 

Berkelland, 11 december 2018;

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

M. Broers

de burgemeester,

J. van Oostrum

Naar boven