Verordening tot wijziging van de "Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015"

De raad van de gemeente Enschede;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2018;

gelet op de Participatiewet, artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid,

besluit vast te stellen

de volgende verordening tot wijziging van de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015:

ARTIKEL I

Het huidige artikel 6, lid 1 van de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede wordt vernummerd naar artikel 6, lid 1a.

Daarnaast wordt artikel 6, lid 1b toegevoegd. Artikel 6, lid 1b luidt als volgt:

Artikel 6. Hoogte individuele inkomenstoeslag

1b. In afwijking van het gestelde in lid 1a bedraagt de individuele inkomenstoeslag voor de kalenderjaren 2018, 2019, 2020:

• a. € 114,- voor een alleenstaande.

• b. € 114,- voor een alleenstaande ouder;

• c. € 162,- voor gehuwden.

• d. Voor elk ten laste komend kind van de aanvragers bedoeld onder b. en c. wordt een extra toeslag per kalenderjaar verstrekt van:

  • € 65,- per kind dat op 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft jonger dan 12 jaar is;

  • € 130,- per kind dat op 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft 12 jaar of ouder, maar jonger dan 18 jaar is.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt op de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot 1 januari 2018.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2018

De voorzitter, De griffier,

Toelichting

Per ten laste komend kind kan een extra toeslag worden toegekend aan alleenstaande ouders en gehuwden.

• 1. Hierbij verstaan we onder het kind:

  • Een kind jonger dan 18 jaar, waarbij het moet gaan om een eigen kind, een geadopteerd kind of een stiefkind, dat in Nederland woont.

  • Een pleegkind of kind dat in het buitenland woont, wordt voor de toelsag niet als kind aangemerkt.

• 2. Hierbij verstaan we onder een ten laste komend kind:

  • 1. Het kind, zoals in deze toelichting bedoeld onder 1, waarvoor aanvrager op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) recht heeft op kinderbijslag.