Wijziging Reglement voor de warenmarkten Oldenzaal 2012

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal;

gelet op het bepaalde in artikel 160, eerste lid, sub h, van de Gemeentewet, artikel 3 van de Verordening op de warenmarkten Oldenzaal 2012 en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende wijziging van het Reglement voor de warenmarkten Oldenzaal 2012

Artikel I wijzigingen Reglement voor de warenmarkten Oldenzaal 2012

Het Reglement voor de warenmarkten Oldenzaal 2012 wordt gewijzigd conform de hierna volgende wijzigingen:

 

A

Artikel 1.2, eerste lid, onder a komt te luiden:

  • a.

    maandag van 11.00 uur tot 17.00 uur op de Groote Markt, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening A;

 

Artikel 1.2, vierde lid komt te luiden:

  • 4.

    De markt wordt niet gehouden op dagen waarop het marktterrein wordt dan wel gedeelten van het marktterrein worden gebruikt ten behoeve van de viering van carnaval, Koningsdag, 5 mei, de Boeskool is lös en de kermissen.

 

B

Artikel 1.7 komt te luiden:

Het is niet toegestaan om pennen of andere materialen in de bestrating te slaan.

 

C

Artikel 2.4 komt te vervallen

 

D

Artikel 2.5 komt te vervallen

 

E

Artikel 2.6, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Een opengevallen vaste standplaats op de markt wordt, indien die niet is vervallen, opnieuw als vaste standplaats uitgegeven met inachtneming van de geldende indeling in branches en beschikbare ruimte. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

    • b.

      gegadigde die voldoet aan de in artikel 6 van de Marktverordening Oldenzaal 2012 gestelde vereisten.

 

F

Artikel 2.7 komt te luiden:

  • 1.

    In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde of zijn kind.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een medewerker van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

 

G

Artikel 2.8 komt te luiden:

  • 1.

    Een dagplaats kan worden toegewezen aan gegadigden die zich daarvoor op de bewuste marktdag aanmelden bij de marktmeester op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    Een aanvraag kan worden afgewezen indien deze niet past binnen de indeling in branches of geen bijdrage levert aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt, dit ter beoordeling van de marktmeester.

  • 3.

    Indien er meer aanvragen dan beschikbare dagplaatsen zijn, geschiedt toewijzing aan de hand van de criteria genoemd in lid 2 van artikel 2.6, dit ter beoordeling van de marktmeester.

 

H

Artikel 2.9, tweede lid komt te vervallen.

 

I

Artikel 3.5, derde lid komt te luiden:

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

 

J

Artikel 3.6 komt te luiden:

Het is de vergunninghouder in ieder geval verboden:

  • a.

    zich, behoudens ontheffing van het college, langer dan één uur van zijn standplaats te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • c.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • d.

    zich, behoudens ontheffing van het college, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • e.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

  • f.

    zijn waren aan te prijzen of de aandacht van het publiek te trekken op een wijze die de orde van de markt verstoort of anderen in hun verkoop belemmert;

  • g.

    luifels, zeilen en parasols lager dan twee meter vanaf de grond, aanwezig te hebben op de markt.

 

K

Artikel 3.11 komt te luiden:

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid gestelde verboden; aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

 

L

Artikel 3.14 komt te vervallen.

 

M

De tekeningen A en B met daarop de inrichting van de markten worden vervangen door de in de bijlage opgenomen tekeningen A en B.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van 16 januari 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal,

de secretaris,

de burgemeester,

Naar boven