Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

de raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 9 oktober 2018,

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef, onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning:

 

Artikel I

De Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning wordt gewijzigd als volgt:

 

De tarieventabel behorende bij de Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning komt te luiden:

 

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Afdeling 1 Begripsomschrijvingen

Art.

Omschrijving

 

 

1.1

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt verstaan onder:

 

 

1.1.1

bouwkosten:

 

 

 

Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom, exclusief omzetbelasting) of voor zover deze ontbreekt, een raming van kosten exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken.Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs exclusief omzetbelasting die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

1.2

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

1.3

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

Afdeling 1A Beoordeling beginselaanvraag

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

1A

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een beginselaanvraag omgevingsvergunning:

 

€ 100,00

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 2 Omgevingsvergunning

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in afdeling 2. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

2.1

Bouwactiviteiten

 

 

2.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.1.1.1

indien de bouwkosten € 250.000,- of minder bedragen van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 100,00.

1,5%

1,0%

2.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 250.000,- bedragen van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00

3,36%

3,19%

 

en een maximum van

€ 1.000.000

€ 1.000.000

 

 

 

 

2.1.2

Indien na gereed melding door het college is vastgesteld dat gebouwd is conform de “Regeling vermindering leges voor duurzame bouwplannen 2018”, raadsbesluit van 2 november 2017, (hierna: de Regeling), wordt het op grond van de onderdelen 2.1 t/m 2.1.1.2 van deze tarieventabel verschuldigde legesbedrag als volgt verminderd:

 

 

2.1.2.1

Indien gebouwd is conform het bepaalde in artikel 2 van de Regeling, wordt het verschuldigde legesbedrag verminderd met 75% met een maximum van € 25.000 per aanvraag.

 

 

2.1.2.2

Indien gebouwd is conform het bepaalde in artikel 3 van de Regeling, wordt het verschuldigde legesbedrag verminderd met 100% met een maximum van € 25.000 per aanvraag

 

 

2.1.2.3

Indien gebouwd is conform het bepaalde in artikel 4 van de Regeling, wordt het verschuldigde legesbedrag verminderd met 100% met een maximum van € 25.000 per aanvraag.

 

 

2.1.2.4

Indien gebouwd is conform het bepaalde in artikel 5 van de Regeling, wordt het verschuldigde legesbedrag verminderd met 100% met een maximum van € 25.000 per aanvraag.

 

 

2.2

Aanlegactiviteiten

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 212,30

€ 212,30

2.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1:

 

 

2.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking)

€ 595,45

€ 300,00

2.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking)

€ 595,45

€ 595,45

2.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking)

1,89%

1,89%

 

van de bouwkosten als bedoeld in onderdeel 2.1.1 , met een maximum van

€ 8.000

€ 8.000

2.3.4

vervallen

 

 

2.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan)

€ 595,45

€ 595,45

2.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en het betreffende project niet tevens een bouwactiviteit omvat of zal omvatten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking)

€ 594,45

€ 300,00

2.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking)

€ 595,45

€ 595,45

2.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking)

€ 595,45    

€ 595,45

2.4.4

vervallen

 

 

2.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan)

€ 595,45  

€ 595,45

2.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.5.2

in geval van nieuwbouw

€ 611,00

€ 611,00

2.5.2.1

 

 

er is sprake van nieuwbouw, indien er 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo een omgevingsvergunning bouwactiviteit is aangevraagd of afgegeven.

 

 

2.5.3

in geval van bestaande bouw

vermeerderd met, indien sprake is van:

101 m² – 4999 m² bruto vloeroppervlak per m² bruto vloeroppervlak

€ 1.527,00

 

€ 1,55

 

€ 1.527,00

 

€ 1,55

 

 

5000 m² bruto vloeroppervlak en meer

€ 7.637,00

€ 7.637,00

 

Voor de berekening van het legesbedrag wordt in aanmerking genomen de bruto-vloeroppervlakte in m² van de betreffende bouwwerken en gedeelten van bouwwerken waarvan de inrichting en/of het gebruik worden gewijzigd.

 

 

2.5.4

voor een aanvraag tot aanpassing van een verleende vergunning als bedoeld in 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo

€ 202,90

€ 202,90

2.6

Uitweg/inrit

 

 

2.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 254,30

€ 262,55

2.7

Kappen

 

 

2.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 2.87 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 37,15

€ 50,00

2.8

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.8.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.8.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

Afdeling 3 Teruggaaf

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

3.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en brandveilig gebruik

 

 

3.1.1

Als een aanvrager een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en/of brandveilig gebruik, zoals bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en 2.5 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken en bedraagt:

 

 

3.1.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan:

 

80%

 

van de op grond van de onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en/of 2.5 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft

 

 

3.1.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van twee weken:

 

50%

 

van de op grond van de onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en/of 2.5 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft;

 

 

3.2

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en brandveilig gebruik

 

 

3.2.1

Na het niet-ontvankelijk verklaren of buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en/of brandveilig gebruik, zoals bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en 2.5, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft

 

 

3.2.2

De teruggaaf betreft alleen de activiteiten waarvoor de aanvraag buiten behandeling is gelaten en bedraagt:

 

80%

 

van de op grond van onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en/of 2.5 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft.

 

 

3.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren dan wel intrekken van een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en brandveilig gebruik.

 

 

3.3.1

Na weigering of intrekking van een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en/of brandveilig gebruik, zoals bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en 2.5, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft

 

 

3.3.2

De teruggaaf betreft alleen de activiteiten waarvoor de vergunning is geweigerd dan wel ingetrokken en bedraagt:

 

50%

 

van de op grond van onderdelen 2.1, 2.3, 2.4 en/of 2.5 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft.

 

 

3.4

Voor teruggaaf als bedoeld in afdeling 3 geldt dat per activiteit ten minste een minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft.

 

 

3.5

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf, als bedoeld in de voorgaande leden, wordt ingediend later dan één kalenderjaar nadat de omstandigheid, genoemd in die leden, zich heeft voorgedaan. Deze termijn van één jaar vangt aan op de datum waarop het besluit tot buiten behandeling laten dan wel weigering van de vergunning onherroepelijk wordt. Als een verleende vergunning ongebruikt wordt gelaten en vervolgens ingetrokken, vervalt het recht op teruggaaf als één jaar is verstreken na het onherroepelijk worden van de vergunning.

 

 

Afdeling 4 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Art.

Omschrijving

 

 

4.1

Een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning wordt voor de heffing van leges behandeld als een nieuwe aanvraag, met dien verstande dat enkel de bouwkosten van de te wijzigen aspecten en onderdelen in aanmerking worden genomen. De leges voor de oorspronkelijke vergunning blijven verschuldigd en worden vermeerderd met de leges verschuldigd voor de aanvraag tot wijziging van de omgevingsvergunning.

 

Afdeling 5 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

€ 198,85

€ 198,85

 

Artikel II

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019, met dien verstande dat de bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2018.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Pauline Krikke

Naar boven