1e wijziging Verordening op de fractieondersteuning gemeente Kampen 2012

De Raad van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van het Presidium 19 november 2018;

gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    De tekst van het tweede lid van artikel 1 van Verordening op de fractieondersteuning gemeente Kampen 2012 als volgt te wijzigen:

    • 2.

      Deze bijdrage bestaat voor elke fractie ten hoogste uit het bedrag waarover de fiscus geen loonheffing vraagt, de zogenaamde “vrijwilligersregeling” , plus een extra bedrag van € 300,-.

  • 2.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019

  • 3.

    De totale structurele kosten van € 4.500,- ten laste te brengen van het raadsbudget

  • 4.

    In te stemmen met de voorgestelde begrotingswijziging nr. 11.2019

 

 

Kampen, 13 december 2018

De Raad van de gemeente Kampen,

drs. H.A. van der Meulen,

griffier

drs. mr. B. Koelewijn,

voorzitter

Artikelgewijze toelichting op de Verordening fractieondersteuning 2012

Artikel 1. Recht op en hoogte van financiële bijdrage

Aangesloten is bij het begrip fractie zoals dat is opgenomen in het Reglement van orde.

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning moet in de gemeentebegroting worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast bedrag. Dit garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen.

Voor de hoogte van de bijdrage is in eerste instantie aangesloten bij het bedrag waarover de fiscus geen loonheffing vraagt, de zogenaamde “vrijwilligersvergoeding”. Die bedroeg lange tijd € 1.500,00 op jaarbasis. Per 1 januari 2019 wordt die echter verhoogd naar € 1.700,00. De fracties zagen graag een verhoging tot een bedrag van € 2.000,00 op jaarbasis. Daarom is de bijdrage van de fractieondersteuning per 1 januari 2019 op jaarbasis bepaald op die vrijwilligersvergoeding plus een bedrag van € 300,00.

 

 

Artikel 2. Besteding financiële bijdrage

Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning wordt de fracties grotendeels de vrijheid gelaten. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet mag worden gebruikt. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning.

Algemene opleidingen voor raads- en commissieleden die meestal worden georganiseerd door de griffie(r) dienen bekostigd te worden uit de gemeentelijke bedrijfsvoering en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning. Deze cursussen worden veelal verzorgd door politiek neutrale instituten. Politiek georiënteerde cursussen zijn een aangelegenheid van de fracties en kunnen daarom bekostigd worden uit de fractieondersteuning en eigen bijdragen van fractieleden.

Daarnaast is het mogelijk een persoon die het secretariaat van de fractie vervult – meestal fractiesecretaris – een vergoeding te geven voor diens werkzaamheden. Uiteraard mogen fracties het gehele bedrag van de fractieondersteuning aan die fractiesecretaris overmaken. Het is echter goed om te beseffen dat de fiscus tot een bedrag van € 1.700,00 op jaarbasis geen loonheffing vraagt, maar daarboven wel. Natuurlijk zijn fracties vrij om een lager bedrag dan die € 1.700,- per jaar aan de fractiesecretaris betaalbaar te stellen.

Deze fractiesecretaris mag geen raadslid of commissielid zijn. Artikel 99 van de Gemeentewet bepaalt namelijk dat aan raads- en commissieleden geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen mogen worden toegekend, dan die waarin de wet voorziet (rechtspositiebesluit raads- en commissieleden).

Het komt voor dat een fractie een deel van de website van de partij gebruikt om haar informatie te plaatsen. Daar is niets op tegen. Immers, de kosten van het opstarten en onderhouden van een eigen website kunnen hoger uitvallen. Deze mogelijkheid is dan ook toegevoegd aan de verordening waarbij het maximum bedrag is bepaald op € 250,00. Het betreft hier een uitzondering op de bepaling in lid 3, aanhef en onder b, waar staat vermeld dat de bijdrage niet mag worden gebruikt voor betalingen aan politieke partijen.

 

 Artikel 3. Verzoek en voorschot

Voorafgaand aan het kalenderjaar kan een fractie een aanvraag voor fractievergoeding indienen. De fractie ontvangt een voorschot van € 2.000 op de jaarlijkse bijdrage. Als een fractie in het lopende kalenderjaar een aanvraag indient, ontvangt zij een evenredig deel van de vergoeding, te rekenen vanaf de maand van indiening. Er wordt dus niet met maandelijkse voorschotten gewerkt.

 

 Artikel 4. Verantwoording en definitief bedrag bijdrage

De controle van het verslag kan door de accountant meegenomen worden met de controle op de jaarrekening. De fracties wordt geadviseerd een goede administratie te voeren van de uitgaven die zij in het kader van de Verordening fractieondersteuning doen. Die kan dan meegenomen in of bij het verslag dat binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar moet worden ingediend. Uit het verslag en de accountantsverklaring kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt, zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen. In kleinere gemeenten waar het om een beperkte bijdrage voor fractieondersteuning gaat, kan wellicht accountantscontrole van het verslag van de fractie achterwege blijven. In dat geval kan het tweede lid vervallen en zal het derde lid aangepast moeten worden.

Het spreekt vanzelf dat de raad sanctiemogelijkheden kan hanteren voor het geval een fractie niet handelt conform de verordening. Bijvoorbeeld wanneer uitgaven worden gedaan waar de financiële bijdrage niet voor bedoeld is of die niet kunnen worden onderbouwd, wanneer de verantwoording niet tijdig of volledig wordt ingediend, of wanneer teveel ontvangen voorschotten niet tijdig worden terugbetaald. De vermelding in de verordening van de mogelijkheid van terugvordering is strikt genomen overbodig omdat die mogelijkheid ook al bestaat op grond van artikel 4:57 van de Awb. Bestedingen in strijd met deze verordening kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

 

Artikel 5. Intrekking oude verordening

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding

Om praktische redenen wordt ervoor gekozen om de verordening per 1 januari 2012 in werking te laten treden.

 

Artikel 7. Slotbepaling

Mochten zich situaties voordoen waarvoor deze verordening geen oplossing biedt, dan is het het presidium dat daarover een besluit neemt. Het presidium kan besluiten die beslissing aan de fractievoorzitters te laten.

 

Artikel 8. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Naar boven