Verordening van de raad van gemeente Amstelveen tot wijziging van de Verordening werkwijze van de raad en de raadscommissies

Z-2018/035873

 

De raad van de gemeente Amstelveen,

gelezen het voorstel van presidium van 18 oktober 2018;

gelet op de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Amstelveen 2018;

besluit vast te stellen de volgende Verordening van de raad van gemeente Amstelveen tot wijziging van de Verordening werkwijze van de raad en de raadcommissies 2016.

Artikel I  

De Verordening werkwijze van de raad en de raadcommissies 2016 wordt als volgt gewijzigd:

Artikelen 50, lid 3, 59 en 60 vervallen.

Artikel 61 wordt vernummerd naar artikel 59.

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2018.

De griffier,

Marnix Philips

De voorzitter,

Bas Eenhoorn

Bijlage relevante artikelen Verordening werkwijze van de raad en de raadscommissies

Artikel 50

  • 3.

    In voorkomende gevallen doet de commissie door tussenkomst van de griffier een beroep op de gemeentesecretaris om voor de duur van het onderzoek één of meerdere medewerkers beschikbaar te stellen.

Artikel 59

Elke fractie krijgt ten behoeve van haar functioneren een fractievergoeding.

Artikel 60

  • 1.

    Verzoeken om ambtelijke bijstand worden gericht aan de griffier.

  • 2.

    De griffier verleent de gevraagde bijstand of verwijst naar het dienstonderdeel dat gehouden is de gevraagde bijstand te leveren.

  • 3.

    De gevraagde bijstand wordt als regel bij voorrang verleend. Indien het gaat om een verzoek, dat een omvangrijke inzet van het ambtelijk apparaat vraagt en het belang van de dienst dat niet toelaat, deelt de gemeentesecretaris dit mee aan de verzoeker onder opgave van redenen. Hij doet hiervan mededeling aan de voorzitter van de raad.

  • 4.

    Indien verzoeker bezwaar heeft tegen een beslissing van de gemeentesecretaris tot het niet of niet bij voorrang verlenen van bijstand om redenen als bedoeld in lid 3, verstaat hij zich daarover met de voorzitter van de raad. Indien deze geen aanleiding ziet om het besluit te herzien, staat het de verzoeker vrij een raadsbesluit in de vorm van een motie te bevorderen, waarin door de raad prioriteit wordt uitgesproken voor het onderwerp waarop de gevraagde bijstand betrekking heeft.

Naar boven