Wijziging verordening maatschappelijke ondersteuning MVS 2018, gemeente Maassluis

Artikel I  

A

Bijlage 1 (Pgb-tarieven) te vervangen door:

Voorziening

Artikel

Tarief

huishoudelijke ondersteuning

(informeel/particulier)

10 lid 4 sub a

 

€ 12,85 per uur (urenindicatie)

€ 6,44 per punt (resultaatindicatie)

kind-/maaltijdverzorging

(informeel/particulier)

€ 3,22 per punt

begeleiding/SPF (informeel/particulier niet opgeleid)

10 lid 4 sub b

 

€ 19,58 per uur (urenindicatie)

€ 9,79 per punt (resultaatindicatie)

persoonlijke verzorging

(informeel/particulier)

€ 3,26 per punt

begeleiding/SPF

(particulier opgeleid/zzp-er)

10 lid 4 sub c

€ 25,76 per uur (urenindicatie)

€ 12,87 per punt (resultaatindicatie)

huishoudelijke ondersteuning

(zorgaanbieder)

10 lid 4 sub d

 

 

 

 

 

€ 25,57 per uur (urenindicatie HH1 en HH2)

€ 12,78 per punt (resultaatindicatie basis en

speciaal)

kind-/maaltijdverzorging

(zorgaanbieder)

€ 6,39 per punt

begeleiding/SPF

(zorgaanbieder)

€ 38,74 per uur (urenindicatie basis)

€ 50,15 per uur (urenindicatie speciaal)

€ 19,37 per punt (resultaatindicatie basis)

€ 25,08 per punt (resultaatindicatie speciaal)

persoonlijke verzorging

(zorgaanbieder)

€ 47,84 per uur (urenindicatie)

€ 7,46 per punt (resultaatindicatie)

dagbesteding & vervoer

(zorgaanbieder)

categorie licht: € 39,45 per dagdeel

categorie midden: € 50,89 per dagdeel

categorie zwaar: € 63,62 per dagdeel

vervoer: € 7,53 per dag

rolstoelvervoer: € 20,59 per dag

logeren

(zorgaanbieder)

€ 193,20 per etmaal

Beschermd wonen

(instelling/woonvorm, cliënt betaalt zelf geen huur)

10 lid 4 sub e

Per etmaal:

ZZP 3 GGZ-C excl. dagbesteding: € 138,62

ZZP 3 GGZ-C incl. dagbesteding: € 171,25

ZZP 4 GGZ-C excl. dagbesteding: € 164,65

ZZP 4 GGZ-C incl. dagbesteding: € 199,55

ZZP 5 GGZ-C excl. dagbesteding: € 178,84

ZZP 5 GGZ-C incl. dagbesteding: € 213,93

ZZP 6 GGZ-C excl. dagbesteding: € 221,04

ZZP 6 GGZ-C incl. dagbesteding: € 257,22

Beschermd wonen

(cliënt betaalt zelf huur)

10 lid 4 sub f

Per etmaal:

Per etmaal:

ZZP 3 GGZ-C excl. dagbesteding: € 107,40

ZZP 3 GGZ-C incl. dagbesteding: € 140,04

ZZP 4 GGZ-C excl. dagbesteding: € 128,05

ZZP 4 GGZ-C incl. dagbesteding: € 155,67

ZZP 5 GGZ-C excl. dagbesteding: € 138,89

ZZP 5 GGZ-C incl. dagbesteding: € 166,68

ZZP 6 GGZ-C excl. dagbesteding: € 172,56

ZZP 6 GGZ-C incl. dagbesteding: € 201,18 

verhuizen

10 lid 4 sub g

€ 1.550,00

primaat verhuizen

10 lid 4 sub h

€ 3.100,00

taxi

10 lid 4 sub j

 

maximaal € 1.650,00 per kalenderjaar

rolstoeltaxi

maximaal € 2.125,00 per kalenderjaar

sportvoorziening

10 lid 4 sub l

€ 3895,00 (afschrijving 3 jaar)

 

B

Bijlage 2 (Bijdrage in de kosten van algemene - en maatwerkvoorzieningen) te vervangen door:

Voorziening

Artikel

Tarief

huishoudelijke hulp

11 lid 1

 

 

€ 27,50 per uur

was- en strijkservice

Bezorgkosten tot aan de deur: € 6,12 per keer

 

Badhanddoek (50x100 cm): € 0,35 per stuk

Washand: € 0,19 per stuk

Dekbedovertrek: € 1,84 per stuk

Hoeslaken: € 1,38 per stuk

Laken: € 0,87 per stuk

Kussensloop: € 0,41 per stuk

Keukenhand- en theedoek: € 0,32 per stuk

Tafellaken: € 1,40 per stuk

Zakdoek: € 0,27 per stuk

Bustehouder (BH): € 0,38 per stuk

Panty: € 0,38 per stuk

Rok: € 1,69 per stuk

Onderbroek: € 0,33 per stuk

Onderhemd: € 0,33 per stuk

Overhemd/blouse: € 1,60 per stuk

Pantalon/broek: € 1,70 per stuk

Pyjamadeel/Nachtjapon: € 0,96 per stuk/deel

Sokken: € 0,53 per paar

Trui/vest: € 1,46 per stuk

collectief vervoer

Opstaptarief: € 4,00 + kilometertarief: € 2,00

Minimumtarief per rit: € 10,00

huishoudelijke hulp

11 lid 2

€ 5,00 per uur

was- en strijkservice

11 lid 3

1 persoon: € 5,00 per week

2 personen: € 7,00 per week

3 (of meer) personen: € 9,00 per week

ongehuwde personen/alleenstaanden tot pensioenleeftijd

€ 21.825,00;

ongehuwde personen/alleenstaanden na pensioenleeftijd

€ 19.791,00;

alleenstaande ouder tot pensioenleeftijd € 27.255,00;

alleenstaande ouder na pensioenleeftijd € 24.989,00;

gehuwden personen tot pensioenleeftijd € 28.350,00;

gehuwden personen na pensioenleeftijd € 27.240,00.

collectief vervoer

11 lid 4

Bestemmingen binnen MVS:

Opstaptarief: € 0,90

+ kilometertarief: € 0,14

Minimumtarief per rit: € 1,30

Bestemmingen buiten MVS:

Opstaptarief: € 0,90

+ kilometertarief: € 0,28

Minimumtarief per rit: € 1,80.

Huishoudelijke ondersteuning

(Zorg in Natura en pgb)

11 lid 6

 

 

 

Urenindicatie:

categorie HH1: € 21,00 per uur

categorie HH2: € 23,00 per uur

Resultaatindicatie

ondersteuning licht: € 15,00 per week

ondersteuning midden en middelzwaar: € 30,00 per

week;

ondersteuning zwaar: € 60,00 per week;

ondersteuning extra zwaar: € 75,00 per week.

Begeleiding/ondersteuning SPF

(Zorg in Natura en pgb)

Urenindicatie:

€ 14,20 per uur

Resultaatindicatie

ondersteuning licht: € 18,00 per week

ondersteuning midden t/m extra zwaar: € 36,00 per week

Dagbesteding

(Zorg in Natura en pgb)

€ 14,20 per dagdeel

Logeren

(Zorg in Natura en pgb)

€ 31,00 per etmaal

Inkomensbedragen Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

11 lid 8

Ongehuwde cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd

nog niet heeft bereikt: € 26.027,00;

Ongehuwde cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd

heeft bereikt: € 19.588,00;

Gehuwde cliënt waar één of beiden de pensioen-

gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt:

€ 40.249,00

Gehuwde cliënt waar beiden de pensioengerechtigde

leeftijd hebben bereikt: € 27.053,00.

 

C

Bijlage 3 (Tegemoetkoming meerkosten) te vervangen door:

Betreft:

Artikel

Tarief

Inkomensgrens

16 lid 1

ongehuwde personen/alleenstaanden tot pensioenleeftijd

€ 18.915,00;

ongehuwde personen/alleenstaanden na pensioenleeftijd

€ 17.152,00;

alleenstaande ouder tot pensioenleeftijd € 23.621,00;

alleenstaande ouder na pensioenleeftijd € 21.656,00;

gehuwden personen tot pensioenleeftijd € 24.570,00;

gehuwden personen na pensioenleeftijd € 23.608,00.

Tegemoetkoming

 

16 lid 2 sub a

€ 200,00 per kalenderjaar

16 lid 2 sub b

€ 200,00 per kalenderjaar

 

D

De toelichting op artikel 11 van de verordening wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 11. Bijdrage in de kosten van algemene - en maatwerkvoorzieningen

De wet maakt een onderscheid tussen de bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen mag de gemeente bepalen en dit mag kostendekkend zijn. In de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 34, blz. 95) staat hierover dat de regering gemeenten beleidsruimte geeft door hen de mogelijkheid te bieden om in de verordening te bepalen welke eigen bijdrage een cliënt verschuldigd is voor een algemene voorziening. Bij het bieden van deze beleidsruimte gaat de regering ervan uit dat gemeenten hier verstandig mee omgaan en voorzieningen, zoals laagdrempelige informatievoorziening uit zal sluiten van eigen bijdragen. Gemeenten hebben er zelf belang bij om een algemene voorziening (financieel) laagdrempelig te maken, zodat de druk op vaak duurdere maatwerkvoorzieningen wordt beperkt. Bovendien is een vereiste – om een passende bijdrage te kunnen leveren aan de zelfredzaamheid of participatie van een cliënt – dat een algemene voorziening financieel toegankelijk is voor de cliënt. In individuele gevallen is het mogelijk dat dit niet het geval is ondanks de geldende kortingsregeling In dat geval is verwijzing naar de bijzondere bijstand niet mogelijk en komt de cliënt – als de ondersteuning noodzakelijk is – in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. De hoogte van de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt door het CAK vastgesteld en opgelegd op basis van het individuele inkomen en vermogen.

Artikel 11, lid 1 tot en met 4, geeft uitvoering aan artikel 2.1.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in artikel 2.1.4, tweede lid, aanhef, van de wet geboden mogelijk om de hoogte van de bijdrage voor de verschillende soorten van voorzieningen vast te stellen (eerste lid). Ook wordt gebruik gemaakt van de in artikel 2.1.4, tweede lid, aanhef en onder a, van de wet geboden mogelijkheid om te bepalen dat voor bepaalde groepen een korting op de bijdrage van toepassing is (tweede, derde en vierde lid).

De regio MVS heeft sinds 1 april 2015 een was- en strijkservice. De was- en strijkservice is een algemene voorziening en deze is voorliggend op ondersteuning bij het voeren van een huishouden voor de wastaken. Voor cliënten met een langdurige beperking die structureel zijn aangewezen op de was- en strijkservice en die een laag inkomen hebben, kan de bijdrage in de kosten van deze algemene voorziening, die is vastgesteld op de kostprijs, te hoog zijn. Om deze cliënten tegemoet te komen, komen zij in aanmerking voor een gereduceerd tarief, welke op basis van de NIBUD-kostprijs voor het thuis wassen, drogen en strijken is vastgesteld. Het tarief dat betaald moet worden hangt af van het aantal personen binnen een huishouden. Er zit aan de was- en strijkservice een limiet van 5 kilo wasgoed per persoon per week (uitzondering met toestemming). De volgende bedragen en aantallen zijn op basis van het NIBUD (2018) aangehouden:

  • -

    Een 40° was kost € 0,81 (inclusief stroom, water, wasmiddel en afschrijving).

  • -

    Een 60° was kost € 0,91.

  • -

    Een droger kost € 1,20 per keer (inclusief stroom en afschrijving)

  • -

    Strijk (stroom/afschrijving en alleen het hoogst noodzakelijke strijkwerk) € 0,12 per was

  • -

    1 persoon: 1 maal 40 en 1 maal 60 graden was, 2 keer drogen en 2 keer strijk

  • -

    2 personen: 2 maal 40 en 1 maal 60 gaden was, 3 keer drogen en 3 keer strijk

  • -

    3 of meer personen: 2 maal 40 en 2 maal 60 graden was, 4 keer drogen en 4 keer strijk

 

Huishouden

Kosten per week

Redelijk prijs

1 persoon

€ 4,36

€ 5,00

2 personen

€ 6,49

€ 7,00

3 of meer personen

€ 8,72

€ 9,00

 

Artikel 11, lid 4 tot en met 11, geeft uitvoering aan de artikelen 2.1.4, eerste lid, aanhef en onder b, tweede lid, aanhef en onder b, en het derde en zevende lid, en 2.1.5, eerste lid, van de wet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in artikel 3.8, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geboden mogelijk om de bijdrage voor de in artikel 3.8, eerste lid, van dat besluit genoemde categorieën personen te verlagen (zie het achtste lid).]

Het totaal van de bijdragen in de kosten van maatwerkvoorzieningen dan wel pgb’s is gelimiteerd tot een bedrag gelijk aan de kostprijs van de voorzieningen (deze limitering volgt uit artikel 2.1.4, derde lid, eerste zin, van de wet). Een bijdrage ter hoogte van de kostprijs is verschuldigd als dat bedrag lager is dan het overeenkomstig hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en het achtste lid berekende maximum. Als dat maximum echter lager is dan de kostprijs, dan is een bijdrage overeenkomstig het op grond van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en het achtste lid berekende maximum verschuldigd.

De wet verplicht tot het vaststellen van de kostprijs van een maatwerkvoorziening (artikel 2.1.4, derde lid, tweede zin). Dat kan op drie manieren en deze zijn vastgelegd in de drie onderdelen van het zevende lid, onder a.

Naar boven