de Verordening tot tweede wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20  november 2018, nummer ;

 

Overwegende dat

  • bepalingen die kaderstellend zijn op basis van jurisprudentie niet in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Veenendaal mogen worden opgenomen, maar in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal;

  • dit betekent dat de bepalingen over de kwaliteitseisen waaraan hulpmiddelen, aanpassingen en diensten ingekocht met een PGB moeten voldoen worden opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal, omdat deze bevoegdheid niet gedelegeerd is naar het college;

  • de raad middels het amendement “Terugdringen stapeling door korting op bijdrage schoonmaakondersteuning” het klanttarief voor schoonmaakondersteuning voor het jaar 2019 op € 10,- wil houden waardoor artikel 20 op dit punt niet wordt gewijzigd;

  • het daarnaast wenselijk is de verordening te actualiseren vanwege de regionale samenwerking beschermd wonen;

 

Gelet op

artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 2.1.3 tot en met 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

 

Besluit

vast te stellen de Verordening tot tweede wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal (2e wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal).

 

Artikel I Wijziging verordening

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal wordt als volgt gewijzigd

  • A.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      na het begrip ‘hulpmiddel’ wordt een nieuw begrip ingevoegd:

      • -

        Ingezetene van Veenendaal: een natuurlijke persoon die zijn woonstede heeft in Veenendaal. Dit kan ook een ex-gedetineerde betreffen van wie duidelijk is dat hij zijn woonstede heeft in Veenendaal, althans voor zover niet blijkt dat hij door zijn wil en daden zijn woonstede in Veenendaal heeft willen opgeven (zie artikelen 1:10 en 1:11 BW):

    • b.

      het begrip instelling vervalt;

    • c.

      in het begrip mantelzorg wordt na de zinsnede ‘een hulpverlenend beroep’ de volgende tekst ingevoegd: Ook minder intensieve hulp, de hulp aan huisgenoten en de hulp aan instellingsbewoners vallen hieronder. Mantelzorg is hulp die verder gaat dan de zogenoemde ‘gebruikelijke hulp’;

    • d.

      In het begrip persoonsgebonden budget wordt het woord ‘pgb’ vervangen door: PGB;

  • B.

    In artikel 4 wordt in lid 2, sub a de tekst ‘Wet bescherming persoonsgegevens’ vervangen door: Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

  • C.

    In de artikelen 5, lid 1 sub j., 10, 13 titel, 15 titel en lid 1, sub g., 16, 17 en 29 wordt het woord ‘pgb’ vervangen door: PGB.

  • D.

    Na artikel 7 wordt een nieuw artikel 7A Plan van aanpak Beschermd Wonen ingevoegd:

    7A. Plan van aanpak Beschermd Wonen

    1. Indien de melding ziet op beschermd wonen stelt het college na het onderzoek een plan van aanpak op waarbij rekening wordt gehouden met het eventuele persoonlijk plan en verstrekt dat in tweevoud aan de cliënt.

    2. Het college betrekt bij het plan van aanpak zo nodig ook de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger.

    3. Opmerkingen of aanvullingen van de cliënt op het plan van aanpak kunnen aan het plan van aanpak worden toegevoegd.

  • E.

    Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 1 vervalt de zinsnede ‘eerste lid’;

    • b.

      lid 3 wordt vervangen door:

      • 3.

        Een cliënt, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger kan schriftelijk een aanvraag om een maatwerkvoorziening indienen bij het Wmo-loket door middel van:

        • a.

          een door het college vastgesteld aanvraagformulier;

        • b.

          de ondertekening van het onderzoeks- of gespreksverslag; of,

        • c.

          de ondertekening van het plan van aanpak in het geval van Beschermd Wonen.

  • F.

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In de aanhef van lid 4 wordt voor de zinsnede ‘persoonsgebonden budget’ ingevoegd: bruto verstrekte en wordt het woord ‘twee’ vervangen door: drie;

    • b.

      In lid 4, sub a. vervalt de tekst ‘het pgb wordt bruto verstrekt’;

    • c.

      In lid 4, sub b. vervalt de tekst ‘en voor logeeropvang het vaste bedrag van € 30,48 per etmaal. Het pgb wordt bruto verstrekt’;

    • d.

      Na sub. b. van lid 4 wordt een nieuw sub c. ingevoegd:

      c. De onkostenvergoeding voor logeren binnen het informele netwerk bedraagt het vaste bedrag van € 30,48 per etmaal.

    • e.

      de tekst van lid 9 wordt vervangen door:

      • 1.

        De sportvoorziening wordt als PGB vastgesteld: indien de cliënt voldoet aan de eisen voor een PGB, dan kan een sportvoorziening in de vorm van een PGB verstrekt worden. De hoogte van het PGB bedraagt maximaal € 3.000,- met een gebruiksduur van drie jaar.

  • G.

    In artikel 20 wordt na lid 2 een nieuw lid 3 ingevoegd onder vernummering van lid 3 naar lid 4:

    • 3.

      Het klanttarief wordt jaarlijks geïndexeerd, overeenkomstig het percentage waarmee de tarieven van de aanbieders wordt geïndexeerd.

  • H.

    Na artikel 21 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd:

    Artikel 21A. Kwaliteitseisen gesteld aan hulpmiddelen en aanpassingen ingekocht met een persoonsgebonden budget

    De kwaliteitseisen gesteld aan met PGB ingekochte hulpmiddelen en aanpassingen, geleverd door een professionele organisatie, zijn gelijk aan de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de gecontracteerde in natura leveranciers.

  • Artikel 21B. Kwaliteitseisen gesteld aan diensten ingekocht met een persoonsgebonden budget

    • 1.

      Wanneer een zorgaanbieder aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt hij beschouwd als professional:

      • a.

        opleidingseisen, gelijk aan de eisen die worden gesteld aan de medewerkers van de gecontracteerde in natura zorgaanbieders;

      • b.

        kennis van en ervaring met het bieden van de ondersteuning die een cliënt met problematiek van dergelijke zwaarte nodig heeft;

      • c.

        gebruik van een ondersteuningsplan of plan van aanpak;

      • d.

        een verklaring omtrent gedrag (art. 28 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens);

      • e.

        toepassing van de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling).

    • 2.

      Indien een cliënt een PGB wenst in te zetten voor diensten van niet-professionele ondersteuners (bijvoorbeeld personen uit het sociaal netwerk) worden hieraan de volgende voorwaarden gesteld:

      • a.

        de ondersteuning van de niet-professional overstijgt de algemeen gebruikelijke zorg en inzet voor elkaar;

      • b.

        de zorg aan de ontvanger van het PGB valt de niet-professionele ondersteuner niet te zwaar;

      • c.

        er is geen druk op de ontvanger uitgeoefend bij de besluitvorming om de ondersteuning uit te laten voeren door de niet-professionele ondersteuner;

      • d.

        er is een ondersteuningsplan of plan van aanpak aanwezig;

      • e.

        de ondersteuning door de niet-professional leidt naar het oordeel van het college aantoonbaar tot het geïndiceerde resultaat.

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

 

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 2e wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Veenendaal

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 22 november 2018,

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk

griffier

P.A. Zoon

voorzitter

Naar boven