Derde wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Barneveld

De raad van de gemeente Barneveld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 18-5;

 

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, derde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

besluit:

 

vast te stellen de Verordening tot derde wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Barneveld

Artikel I
  • A.

    Aan artikel 1 wordt toegevoegd:

    • -

      pgb-plan: door of namens cliënt opgesteld plan waarin (in omvang, doelen, kosten en werkzaamheden) staat gespecifieerd hoe en waar het pgb besteed gaat worden;

  • B.

    Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Het tweede lid onder b komt als volgt te luiden:

      • b.

        er geen of onvoldoende mogelijkheden zijn om in zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning te voorzien op eigen kracht, met gebruikelijke hulp en medische zorg, mantelzorg of hulp vanuit het sociaal netwerk, de inzet van algemeen gebruikelijke of voorliggende voorzieningen.

    • 2.

      Onder vernummering van het vierde, vijfde en zesde lid tot zesde, zevende en achtste lid, wordt het vierde en vijfde lid als volgt toegevoegd:

      • 4.

        Van een situatie genoemd in het derde lid is in ieder geval sprake:

        • a.

          indien de cliënt niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment meest geschikte beschikbare woning, tenzij daarvoor vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college.

        • b.

          indien de mogelijkheid van een succesvolle behandeling van de beperkingen van cliënt nog open staat.

      • 5.

        Er wordt geen gemeentelijke vangnetvoorziening, in de vorm van een woningaanpassing verstrekt, als cliënt zijn hoofdverblijf heeft in een niet voor permanente bewoning geschikte woonruimte.

  • C.

    Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Het derde lid wordt vervangen door:

      • 3.

        De hoogte van een pgb wordt vastgesteld op het tarief, vermeld in het pgb-plan, voor zover:

        • a.

          dit tarief de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate vangnetvoorziening in natura niet overstijgt; en

        • b.

          met de prijs of tarief redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de vangnetvoorziening behoren, van derden te betrekken, en is, indien nodig, aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.

    • 2.

      Het vijfde lid wordt vervangen door:

      • 5.

        Bij besteding van het persoonsgebonden budget aan een dienstverlener vanuit het sociaal netwerk, of een dienstverlener zonder kwaliteitsstandaard bedraag het:

        • a.

          uurtarief € 20,00, van toepassing op de ondersteuning waarbij voor de aanbieders van de ondersteuning in natura een uurtarief geldt;

        • b.

          dagdeeltarief € 20,00, van toepassing op de ondersteuning waarbij voor de aanbieders van de ondersteuning in natura een dagdeeltarief geldt.

        • c.

          etmaaltarief € 30,00, van toepassing op de ondersteuning waarbij voor de aanbieders van de ondersteuning in natura een etmaaltarief geldt.

    • 3.

      Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, wordt het zesde lid als volgt toegevoegd:

      • 6.

        Het college kan van het bepaalde in het vijfde lid afwijken wanneer de dienstverlener aantoont dat het pgb niet toereikend is.

  • D.

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In het vierde lid onder a en c wordt <<€ 1.224,00>> vervangen door <<€ 1.235,00>>.

    • 2.

      In het vierde lid onder c wordt <<€ 1.447,00>> vervangen door <<€ 1.460,00>>.

    • 3.

      In het vierde lid onder b en d wordt <<€ 1.780,00>> vervangen door <<€ 1.793,00>>.

    • 4.

      In het vierde lid onder d wordt <<€ 2.104,00>> vervangen door <<€ 2.119,00>>.

    • 5.

      Na het negende lid wordt toegevoegd:

      • 10.

        In afwijking van lid 9 is wel een eigen bijdrage verschuldigd als het (lichamelijk) letsel is veroorzaakt na 1 januari 2018.

      • 11.

        De hoogte van de eigen bijdrage die verschuldigd is voor maatschappelijke opvang wordt vastgesteld door het college en in geval van:

  • E.

    Artikel 19 eerste lid wordt vervangen door:

    • 1.

      Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college een vaste prijs vast, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan overeenkomst met derde;

    • 2.

      Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt het tweede lid als volgt toegevoegd:

      • 2.

        Het college baseert de vaste prijs op de volgende kostprijselementen:

        • a.

          de kosten van de beroepskracht;

        • b.

          redelijke overheadkosten;

        • c.

          kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg;

        • d.

          reis en opleidingskosten;

        • e.

          indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst; en

        • f.

          overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op 8 februari 2018.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 31 januari 2018.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven