Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2018, 263937 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2018, 263937 | Verordeningen |
Verordening precario standplaatsen 2019
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Overeenkomstig de bepalingen in deze verordening wordt onder de naam 'precariobelasting standplaatsen' een belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, voor zover die voorwerpen van een standplaats deel uitmaken.
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, dan wel degene te wiens behoeve deze voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, worden aangetroffen en aan wie op grond van artikel 2:10, dan wel artikel 5:18 of artikel 5:21d van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 standplaatsvergunning is verleend.
Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Berekening van de precariobelasting standplaatsen
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven voor de periode en naar het aantal volle vierkante meters van de oppervlakte waarvoor de vergunning is verleend met dien verstande dat:
De precariobelasting standplaatsen wordt geheven aan het einde van het kwartaal door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een factuur, nota of een ander document.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld, aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Indien het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel de loop van het kwartaal is beëindigd, wordt op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet ontheffing verleend over zoveel derde deel als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle maanden overblijven.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting standplaatsen.
Tarieventabel behorende bij de Verordening precario standplaatsen 2019
De genoemde tariefbedragen gelden voor voorwerpen die deel uitmaken van standplaatsen in de straten of straatgedeelten aangewezen onder letter a in een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld openbaar besluit van 23 september 2008 Aanwijzing straten of straatgedeelten tariefklassen II en III Precarioverordening standplaatsen Gemeenteblad 2008, nummer 163. Voor standplaatsen in straten of straatgedeelten aangewezen onder letter b van dat besluit worden de tariefbedragen met een derde verhoogd. Voor standplaatsen in overige straten of straatgedeelten worden de tariefbedragen met een derde verlaagd.
Toelichting op de Verordening precario standplaatsen 2019
De verordening precario standplaatsen is gebaseerd op artikel 228 van de Gemeentewet zoals die luidt vanaf 1 januari 1995 (Staatsblad 1994, 762). Dit is de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen (Stb. 1994, 419 en 420) (hierna: Wet materiële belastingbepalingen). De precariobelasting is in zoverre nieuw dat deze in de Wet materiële belastingbepalingen is aangeduid als ‘echte’ belasting. Voorheen was de precarioheffing nog opgenomen onder de rechten. Voor de naam ‘precariobelasting’ is blijkens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet materiële belastingbepalingen gekozen, omdat bij deze heffing de nadruk ligt op het belastingkarakter. In de memorie van toelichting wordt er op gewezen dat bij de precariobelasting, in tegenstelling tot bij retributies (rechten), er niet altijd een direct aanwijsbare tegenprestatie van de overheid aanwezig is. Ook ontbreken voor de gemeente vaak de kosten.
In feite is bij de heffing van precariobelasting echter altijd sprake van een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente die bestaat uit het bij wege van gunst toestaan dat iemand voorwerpen heeft onder, op of boven de grond welke in eigendom is van de gemeente.
Dit gemeenteblad 2018, nummer 152, is uitgegeven op 30 november 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-263937.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.