11e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Venlo

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 23 oktober 2018, registratienummer 1371584;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

I. de navolgende 11e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Venlo.

  • A.

    Hoofdstuk 2, Afdeling 10 wordt gewijzigd als volgt:

Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden

Artikel 2:38a Begripsomschrijvingen

1. In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.

2. In deze afdeling voorkomende begrippen die in de Wet op de kansspelen zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in die wet.

Artikel 2:39 Speelgelegenheden

1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren.

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet op de kansspelen [of de [citeertitel speelautomatenhallenverordening]].

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als:

a. naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid; of

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan.

Artikel 2:40 Kansspelautomaten

1. In hoogdrempelige inrichtingen zijn twee kansspelautomaten toegestaan.

2. In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan.

  • B.

    Na artikel 2:65d wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 2:65e Extreme koude

Het is verboden zich bij een gevoelstemperatuur van –10 ºC of kouder tussen 21.00uur en 07.00uur op te houden in de buitenlucht met het kennelijke doel een aanzienlijk deel van de nacht in de buitenlucht door te brengen.

  • C.

    Artikel 4:2, eerste en tweede lid, worden gewijzigd als volgt:

    • 1.

      De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

    • 2.

      De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • D.

    Artikel 4:3, eerste en tweede lid, worden gewijzigd als volgt:

    • 1.

      Het is een inrichting toegestaan maximaal 9 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de waarden bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste 2 weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

    • 2.

      Het is een inrichting toegestaan maximaal 9 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste 2 weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • E.

    Artikel 4:10, onder c. wordt gelezen als volgt:

c. dunnen: vellen ter bevordering van het voortbestaan van een houtopstand die bestaat uit struiken en/of bomen, waarbij de verschijningsvorm van de houtopstand behouden blijft, of zich - naar aannemelijk is - binnen een jaar gaat herstellen;

  • F.

    Artikel 4:10, onder j. wordt gelezen als volgt:

j. register waardevolle bomen en houtopstanden: door het college vastgesteld register waardevolle bomen en houtopstanden inclusief de daarbij behorende verbeelding via de (digitale) bomenkaart.

  • G.

    Artikel 4:11a, vierde lid, onder a. wordt gewijzigd als volgt:

a. periodiek knotten ter uitvoering van regulier onderhoud bij hakhout, knotbomen, leibomen of gekandelaberde bomen, dan wel het dunnen van een houtopstand, niet zijnde waardevolle of monumentale bomen;

  • H.

    Artikel 4:12b, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:

3. Indien binnen de vervaltermijn,

a. geen gebruik gemaakt is van de ontheffing, vervalt de ontheffing;

b. niet volledig gebruik gemaakt is van de ontheffing, vervalt de ontheffing voor dat deel van de houtopstand waarvoor de ontheffing niet is gebruikt.

  • I.

    Artikel 5:24, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

4. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wet-boek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, de Havenverordening Venlo , de Telecommunicatiewet of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Venlo 2018.

  • J.

    Artikel 5:25 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aange-wezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen ge-deelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wo-ningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, of de Havenverordening Venlo.

  • 4.

    Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aan-zien van de gemeente.

  • 5.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door het college gegeven aan-wijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

  • K.

    De artikelen 5:26 en 5:27 vervallen.

II. te bepalen dat deze wijziging daags na bekendmaking in werking treedt

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2018.

De griffier De voorzitter

Geert van Soest Antoin Scholten

Naar boven