Gemeente Landgraaf - besluit functieboek HR21, competenties en conversietabel

Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f;

gelet op het eerdere besluit om over te gaan naar het systeem HR21 voor functiebeschrijving en –waardering;

gelet op het positief advies van de Ondernemingsraad d.d. 8 juni 2017 ten aanzien van het functieboek;

gelet op de op 19 juni 2017 bereikte overeenstemming met het Georganiseerd Overleg inzake de conversietabel;

b e s l u i t e n :

1. het bijgevoegde functieboek HR21, inclusief beschrijving en waardering van een (1) lokale functie (beleidsuitvoering 0) en de module coördinatie, vast te stellen;

2. de competenties bij de betreffende functies vast te stellen conform bijgevoegd competentieoverzicht en het competentiewoordenboek;

3. de bijgevoegde conversietabel vast te stellen;

4. dat de medewerkers voor wie de salarisschaal na inpassing in HR21 lager wordt de oude salarisschaal blijven behouden, dan wel indien ze nog niet in de functieschaal geplaatst zijn, het uitzicht op deze salarisschaal behouden.

Landgraaf, 27 juni 2017

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeeste

ir. J.M.C. Rijvers mr. R.J.H. Vlecken

Functieboek HR 21 gemeente Landgraaf

Bijlage beschrijving van de lokale functie medewerker beleidsuitvoering 0

Bijlage: Waarderingsmotivering

Voor de functie wordt hieronder aangegeven waarom bepaalde keuzes gemaakt in de waardering.

Gegevens van de functie
Naam	:	Medewerker Beleidsuitvoering 0
Code	:
Functieschaal	:	10a

KUNNEN	MOGEN	Totaal score
Keuze & Creativiteit	Kennis & Inzicht	Sociale Interactie	Sub- score	Vrijheden	Verantwoorde-lijkheden	Rol	Sub score
maatwerk	Conceptueel	Anticiperen	254	beleidskaders	Proces+	Adviseren	354	608

KUNNEN Bij de invalshoek KUNNEN wordt het vereiste vermogen gemeten dat de functie van de functiehouder vraagt om de essentie van de functie, vanuit de doelstellingen van de organisatie, te kunnen waarmaken. Met andere woorden; dat wat de functie vraagt.
Keuze & Creativiteit (niveau 1-5) Bij Keuze en Creativiteit gaat het om de mate waarin naar eigen inzicht keuzes gemaakt , dan wel initiatieven ontplooid kunnen worden. Het gaat daarbij om de keuzevrijheid gekoppeld aan de taken van de functie.
Niveau	:	Maatwerk (K400)
Motivering	:	Er is sprake van advisering en het mede ontwikkelen van beleid op meerdere complexe en brede terreinen. Voert beleid uit waar sprake is van zeer grote interpretatieruimte. Op basis van analyse en conceptie worden maatwerk oplossingen gecreëerd. De keuzemogelijkheden vragen om nieuwe inzichten en een ontwikkelende aanpak. Hierdoor is er geen sprake van een keuze uit de mogelijkheden A t/m Z als van het ontwikkelen van een visie (nieuwe oplossingen).
Kennis & Inzicht (niveau 1-8) Kennis en Inzicht is het geheel aan relevante kennis, inzicht, ervaring en vaardigheden, die nodig zijn om een functie naar behoren te kunnen uitoefenen. Hierbij gaat het om de diepte (van basis kennis en inzicht tot innovatieve expertise) en breedte (verscheidenheid en hoeveelheid van vakgebieden, processen, technieken etc.) van de kennis die de functie vereist.
Niveau	:	conceptueel
Motivering	:	Volledige beheersing van het vakgebied met daarbij een gedegen oriëntatie op aanpalende vakgebieden en het inzicht in de organisatorische samenhang en maatschappelijke context zijn nodig om het werk te kunnen uitvoeren. Dit blijkt uit het mede-ontwikkelen van beleid en het adviseren op meerdere complexe en brede terreinen. Beheersing van een specialisme (o.a. technisch, juridisch of financieel) naast de inhoudelijke beheersing van het vakgebied is nodig om het werk te kunnen uitvoeren (gespecialiseerd) is onvoldoende voor de uitvoering van de functie. Anderzijds is een volledige beheersing van de theoretisch grondslagen van een vakgebied met een diepere oriëntatie op aanpalende vakgebieden en inzicht in de economische, bedrijfskundige, maatschappelijke en juridische complicaties (abstract) niet noodzakelijk voor deze functie.
Sociale Interactie (niveau 1-4) De soort van sociale interactie die nodig is om met individuen en/of groepen, zowel intern als extern, te communiceren.
Niveau	:	anticiperen
Motivering	:	Gezien de beleidsadvisering op meerdere complexe en brede terreinen is sprake van het inspelen op situaties en aanpassen van de actie aan de context. De communicatie/ interactie kenmerkt zich door een situationele aanpak die aansluit op de gesprekspartner of doelgroep. Deze beleidsadvisering op meerdere complexe en brede terreinen vraagt om meer dan het verkrijgen van begrip door beredeneren en beargumenteren (begrip). Er is echter geen sprake van het beïnvloeden van de gesprekspartner voor het winnen van steun om het doel te bereiken (invloed).

MOGEN Bij de invalshoek mogen wordt de formele functionele ruimte gemeten die vanuit de organieke kaderstelling aan de functiehouder geboden wordt. Met andere woorden; dat wat de functie biedt.
Vrijheden (niveau 1-5) De functionele vrijheid geeft de mate aan waarin een functie wordt vrijgelaten bij de aanpak en invulling van de werkzaamheden en waar de grenzen liggen in werkinstructies, -procedures, richtlijnen, wet- en regelgeving e.d. In werkinstructies, -procedures en richtlijnen kan ook zijn voorzien door directe sturing, toezicht en terugvalmogelijkheden.
Niveau	:	beleidskaders
Motivering	:	Er zijn beleidskaders en targets beschreven, die het doel en de grenzen van het werk bepalen en zorgen voor structuur. Aangezien er sprake is van zeer grote interpretatieruimte bij de beleidsuitvoering, is richtlijnen (er zijn richtlijnen of handreikingen beschreven, die het doel en de grenzen van het werk bepalen en zorgen voor houvast) niet van toepassing. Er is wel sprake van een begrenzing van het werk door beleidskaders, dus doelstelling (er zijn alleen de eigen positie, en doelstellingen gegeven, die als kader/richting voor het werk gelden) is niet aan de orde.
Verantwoordelijkheden (niveau 1-8) Functies dragen verantwoordelijkheden voor uit te voeren werkzaamheden en te ondernemen acties die voortvloeien uit de taakstelling. Bij verantwoordelijkheden van de functie gaat het om de te realiseren taakstelling binnen de doelstelling van de organisatie en het hierbij behorende afbreukrisico. Dit is afhankelijk van de toebedeelde rol.
Niveau	:	Proces+
Motivering	:	Verantwoordelijk binnen de directe eigen invloedsfeer in processen waarbij meerdere aanpalende vakgebieden betrokken zijn, waarbij de gevolgen van eventuele fouten een aanmerkelijk belang schaden. Er is enkel een verantwoordelijkheid binnen de eigen invloedssfeer en niet (ook) buiten de eigen invloedssfeer. Ook zijn er meerdere aanpalende vakgebieden betrokken. Om die reden is er geen sprake van samenhang (verantwoordelijk buiten en binnen de directe eigen invloedsfeer in processen waarbij meerdere vakgebieden betrokken zijn, waarbij de gevolgen van eventuele fouten een beperkt belang schaden). Omdat eventuele fouten wel een aanmerkelijk belang kunnen schaden is er geen sprake van proces (verantwoordelijk binnen de directe eigen invloedsfeer in processen waarbij meerdere aanpalende vakgebieden betrokken zijn, waarbij de gevolgen van eventuele fouten een beperkt belang schaden)
Rol (niveau 1-4) De rol van de functie geeft de soort bijdrage weer in samenhang met de niveaubepalende verantwoordelijkheden die bij de functie worden belegd.
Niveau	:	adviseren
Motivering	:	Gezien de beleidsadvisering op meerdere complexe en brede terreinen, is sprake van adviseren (het adviseren, waaronder het analyseren en afwegen, waarbij de uiteindelijke (formele) beslissing bij een ander ligt). Toeleveren (het toeleveren, waaronder het interpreteren en beoordelen ten behoeve van directe toepassing) past niet bij de beleidsadvisering. Omdat de uiteindelijke beslissing bij een ander ligt, is er ook geen sprake van beslissen (het nemen van beslissingen en het maken van keuzes en/of het dragen van verantwoordelijkheid voor de keuzes van anderen).

Bijlage De competentiematrix

Bijlage Conversietabel