Eerste wijziging Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

 

gelet op artikel 25 Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen,

de twee collegebesluiten van 18 oktober 2018 (zaaknummers 1089187 en 1089205) inzake gegrondverklaring van twee bezwaarschriften,

de nota van toelichting bij het besluit van 22 juni 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, houdende aanpassing van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000,

besluit:

 

de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeenten Barneveld, zoals vastgesteld op 1 februari 2018 als volgt te wijzigen:

Artikel I

Artikel 25 lid 1 als volgt te wijzigen:

Artikel 25 Vergoeding griffiekosten en eigen bijdrage rechtsbijstand

  • 1.

    Bij doorverwijzing door het Juridisch Loket en een toevoeging op grond van de Wet op de rechtsbijstand kan uitsluitend voor de verschuldigde griffiekosten en voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor rechtsbijstand, bijzondere bijstand worden verstrekt.

  • 2.

    Voor de overige kosten van rechtsbijstand en kosten die samenhangen met de juridische procedure en het bijwonen van zittingen wordt geen bijzondere bijstand verstrekt.

Artikel II

De toelichting bij artikel 25 als volgt te wijzigen:

Artikel 25 Griffiekosten, inkomensafhankelijke eigen bijdrage rechtsbijstand

Lid 1

Degene die om rechtsbijstand verzoekt dient ingevolge de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) eerst een advies te vragen bij het Juridisch Loket. Pas bij een positief advies zal een toevoeging worden verleend door de Raad voor de Rechtsbijstand (RvR). Zonder advies, of bij een negatief advies, zal de toevoeging in de regel worden geweigerd: de RvR acht de procedure dan niet noodzakelijk.

In het geval van een toevoeging worden de kosten van de advocaat vergoed op grond van de Wrb. De Wrb is voor die kosten dan ook een voorliggende voorziening in de zin van artikel 15 lid 1 PW. De Wrb is voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage en voor de griffiekosten geen voorliggende voorziening. Voor die kosten kan eventueel bijzondere bijstand worden verleend als wordt voldaan aan de criteria van artikel 35 lid 1 PW.

 

Wanneer een toevoeging is verleend, wordt de noodzaak voor de procedure aanwezig geacht en kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de griffiekosten en voor de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Wanneer de toevoeging is geweigerd, dient ook een aanvraag voor bijzondere bijstand voor deze kosten te worden geweigerd om dat dan de noodzaak niet aanwezig is.

Het kan ook voorkomen dat aan een belanghebbende op grond van artikel 55 PW de extra verplichting is opgelegd om een procedure te gaan voeren. Vaak gaat het om het vorderen van alimentatie. Vanwege de opgelegde verplichting wordt de noodzaak reeds aanwezig geacht en kan bijzondere bijstand voor deze kosten worden verstrekt. Ook in deze gevallen dient echter wel eerst advies ingewonnen te worden bij het Juridisch Loket. Na een doorverwijzing door het Juridisch loket is leidt dit tot een extra korting op de inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

Nadere toelichting inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor rechtsbijstand

 

Het kan voorkomen dat een belanghebbende op grond van meerdere regelingen meerdere inkomensafhankelijke eigen bijdragen is verschuldigd. In de gemeente Barneveld is het beleid dat als die bij elkaar op jaarbasis meer dan 6% van de toepasselijke bijstandsnorm bedragen, voor het meerdere bijzondere bijstand kan worden verstrekt. Het totaal van die bijdragen wordt dan geacht niet meer te kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm.

 

De door de RvR vastgestelde eigen bijdrage voor de kosten van rechtsbijstand is ook inkomensafhankelijk maar valt niet onder die 6%-regeling. De reden daarvan is dat die regeling ziet op inkomensafhankelijke eigen bijdragen die behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten die in beginsel uit de bijstandsnorm kunnen worden voldaan. Na een toevoeging door de RvR op grond van de Wrb wordt de gevraagde inkomensafhankelijke eigen bijdrage aangemerkt als noodzakelijke kosten voortvloeiende uit bijzondere omstandigheden. De 6%-regeling is daardoor niet van toepassing op de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor rechtsbijstand en de aanvraag dient dan ook te worden beoordeeld op grond van de criteria van artikel 35 lid 1 PW.

Lid 2

Niet in aanmerking voor bijzondere bijstand komen alle overige kosten van rechtsbijstand noch de kosten die samenhangen met een juridische procedure, zoals:

  • vertaalkosten (advocaten kunnen kosteloos gebruik maken van een gesubsidieerd tolkencentrum);

  • reiskosten van belanghebbende voor het bijwonen van rechtszittingen (het is niet noodzakelijk dat belanghebbende in persoon aanwezig is op de rechtszitting nu hij vertegenwoordigd wordt door een advocaat, zodat reiskosten ten behoeve van belanghebbende niet noodzakelijk zijn);

  • de kosten gemaakt in de bezwaarfase anders dan de inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie.

 

Aldus vastgesteld op 16 november 2018.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

H.F.B.van Steden

Secretaris

dr. J.W.A. van Dijk,

Burgemeester

Naar boven