Wijziging Ambtenarenreglement en Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

Betreft: de wijziging op het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven en Grote Projecten van 20 november 2018 met kenmerk: 3086274;

 

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

besluit vast te stellen:

 

Wijziging Ambtenarenreglement en Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

Artikel I

Het Ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

 

In artikel 18d wordt ‘vijf’ vervangen door ‘drie’.

Artikel II

Het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a Inleenvoorschrift gelijke beloning payrolling

  • 1.

    In dit artikel en de op dit artikel berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      payroll werkgever: de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een gemeente, welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten, waarbij de werkgever die de werknemer ter beschikking stelt alleen met toestemming van die gemeente gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen;

    • b.

      payroll werknemer: de werknemer die in dienst is bij een payroll werkgever en door deze ter beschikking wordt gesteld aan de gemeente om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten;

    • c.

      inlenersbeloning: de wettelijk verplichte beloningselementen benoemd in de cao van de payroll werkgever, die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst met een payroll werknemer en corresponderen met de beloningselementen in de CAR-UWO van een ambtenaar in dienst van de gemeente werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders spreken schriftelijk met de payroll werkgever af dat de totale beloning van de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag van de ter beschikkingstelling bij de gemeente vergelijkbaar is met de totale beloning van de ambtenaar die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden.

  • 3.

    De totale beloning wordt bij de ter beschikkingstelling van de payroll werknemer vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de totale beloning, naast de wettelijk verplichte loonbestanddelen in de inlenersbeloning, in ieder geval verstaan:

    • a.

      de beloningselementen van het IKB, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdelen b en c van dit besluit; en

    • b.

      de werkgeverspremie ouderdomspensioen (OP), nabestaandenpensioen (NP) en arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) op basis van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • 4.

    Als de gelijke of gelijkwaardige beloningselementen niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult, spreken burgemeester en wethouders schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer een toelage ter compensatie ontvangt.

  • 5.

    De toelage ter compensatie van de beloningselementen wordt uitgedrukt in een percentage van het salaris van de payroll werknemer en is niet pensioengevend. De toelage is gelijk aan het verschil tussen:

    • a.

      de hoogte van gelijke of gelijkwaardige beloningselementen, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, die de payroll werknemer per maand opbouwt of ontvangt; en

    • b.

      de hoogte van de beloningselementen, genoemd in het derde lid, onderdeel a, die een ambtenaar per maand opbouwt of ontvangt.

  • 6.

    Als de payroll werknemer geen deelnemer is bij de Stichting Pensioenfonds ABP, spreken burgemeester en wethouders schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag pensioen opbouwt volgens de Plus-regeling bij de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten, vermeerderd met een toelage. Deze toelage bedraagt 7% van het salaris.

  • 7.

    Burgmeester en wethouders verstrekken de payroll werkgever schriftelijk alle informatie en middelen, waaronder de Matrix flexibiliteit en zekerheid, die nodig zijn om de totale beloning en eventuele toelage correct vast te stellen. De payroll werkgever informeert vervolgens bij aanvang van de terbeschikkingstelling de payroll werknemer schriftelijk als de payroll werknemer een toelage krijgt uitbetaald. Burgemeester en wethouders vergewissen bij de payroll werkgever of de payroll werknemer de correcte toelage ontvangt.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na dagtekening van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I terug tot en met 1 januari 2018 en ten aanzien van artikel II terug tot en met 1 oktober 2018.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 november 2018.

De secretaris,

V.J.M. Roozen,

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting

Artikel I

De aangebrachte wijziging heeft betrekking op het loopbaanadvies en houdt in dat medewerkers na elke drie jaar intern of extern loopbaanadvies kunnen inwinnen. Dat was om de vijf jaar. Deze wijziging vloeit voort uit de uitwerking CAO-Gemeenten 1 mei 2017-1 januari 2019 en heeft te maken met het feit dat het tempo waarin veranderingen elkaar opvolgen in de huidige tijd toenemen. Medewerkers moeten blijven leren en ontwikkelen.

Daarom wordt de periode waarbinnen medewerkers loopbaanadvies kunnen inwinnen verkort tot drie jaar.

Artikel II

In de Cao-Gemeenten 1 mei 2017-1 januari 2019 hebben sociale partners afgesproken dat medewerkers die op basis van payroll of soortgelijke constructies werken een totale beloning moeten ontvangen die vergelijkbaar is met de beloning van een ambtenaar werkzaam bij een gemeente. De afspraak geldt niet voor uitzendkrachten, gedetacheerden (vanuit (semi-) overheidsorganisaties) en zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers).

 

Om dit te formaliseren is in het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 een nieuwe bepaling opgenomen, artikel 2a. Dit artikel verplicht de gemeente Rotterdam om bij de inhuur van payroll werknemers naast de wettelijk verplichte beloningselementen (op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi)) drie beloningselementen af te spreken:

  • -

    de IKB-bron eindejaarsuitkering;

  • -

    de IKB-bron werkgeverstoelage levensloop;

  • -

    een met de ABP-pensioenregeling vergelijkbaar pensioen.

Als de gelijke of gelijkwaardige drie beloningselementen niet of niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer, spreekt de gemeente met het payrollbedrijf schriftelijk af dat ter compensatie van het verschil een toelage wordt berekend en wordt uitbetaald aan de payroll werknemer.

 

De in het zesde lid genoemde toelage heeft betrekking op payroll werknemers die geen pensioen opbouwen bij het ABP. Deze toelage dient ter compensatie van het verschil tussen de pensioenopbouw bij de Stichting Pensioenfonds ABP en die bij de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten. Deze toelage kan jaarlijks worden bijgesteld.

Dit gemeenteblad 2018, nummer 138, is uitgegeven op 21 november 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven