Besluit van de raad van de gemeente Lelystad houdende regels in het kader van cliëntenparticipatie in het sociaal domein [Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Lelystad 2019]

 

Nummer: 180013349

 

De raad van de gemeente Lelystad,

 

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 16 oktober 2018;

 

gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2.1.3, lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

gezien de samenhang van de domeinen Jeugdhulp, Wmo en Participatie;

 

besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Lelystad 2019.

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Achterban: cliënten en/of hun vertegenwoordigers, belangengroeperingen en overige belanghebbenden in het sociaal domein.

    • b.

      Behandelend ambtenaar: de ambtenaar die deskundig is op het (sub)domein waarop de cliëntenraad adviseert.

    • c.

      Cliëntenraad: Cliëntenraad Sociaal Domein, zijnde het adviesorgaan, zoals bedoeld in deze verordening.

    • d.

      Cliënt: een jeugdige of zijn ouders of pleegouders als bedoeld in artikel 1 van de Jeugdwet, voor zover de jeugdige (conform de Jeugdwet) woonplaats heeft in de gemeente Lelystad;

      een persoon als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

      een persoon als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet.

    • e.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad.

    • f.

      Coördinerend ambtenaar: een ambtenaar die fungeert als contactpersoon tussen de cliëntenraad en de gemeente.

    • g.

      Huishoudelijk reglement: een document vast te stellen door de cliëntenraad waarin ter uitwerking van de taken van de cliëntenraad nadere praktische invulling wordt gegeven aan de werkwijze van de cliëntenraad en andere zaken die van belang zijn voor het goed functioneren van de cliëntenraad.

    • h.

      Inwoner: persoon die ingeschreven staat in de basisregistratie van de gemeente Lelystad.

    • i.

      Sociaal domein: de gemeentelijke taken zoals genoemd in de Participatiewet, Jeugdwet en Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015.

    • j.

      Raad: de gemeenteraad van Lelystad.

    • k.

      Vertegenwoordiging: inwoners die opkomen voor de belangen van cliënten als bedoeld in onderdeel d.

    • l.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

    • m.

      Zelforganisatie: organisatie bestaande uit inwoners die opkomen voor de belangen van een bepaalde groep in de Lelystadse samenleving.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, hebben de begrippen in deze verordening dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel 2 – Doelstelling cliëntenparticipatie

De cliëntenparticipatie heeft als doel te bewerkstelligen dat (ervarings)deskundige inwoners, vanuit een onafhankelijke positie, optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering, evaluatie en aanpassing van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo en de algemene publicaties hiervan. Door middel van gevraagd en ongevraagd advies hebben inwoners invloed op het beleid binnen het sociaal domein.

Artikel 3 - Werkwijze

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie sociaal domein vraagt het college de Cliëntenraad Sociaal Domein om advies over de onderwerpen als bedoeld in artikel 2. Zij doet dat op een zodanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2.

    De cliëntenraad brengt binnen 6 weken na de adviesaanvraag advies uit aan het college. Indien noodzakelijk kan de cliëntenraad gevraagd worden haar advies op kortere termijn uit te brengen. Deze termijn zal in overleg met de cliëntenraad worden afgesproken.

  • 3.

    De cliëntenraad is gerechtigd uit eigen beweging schriftelijk advies uit te brengen aan het college over de onderwerpen als bedoeld in artikel 2.

  • 4.

    Het college geeft binnen 6 weken nadat het advies is ontvangen een reactie op het uitgebrachte advies of informeert de cliëntenraad over de datum waarop deze reactie wordt gegeven.

  • 5.

    Het advies van de cliëntenraad wordt bij de besluitvorming waarop het advies betrekking heeft betrokken. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken.

  • 6.

    Het college voorziet de cliëntenraad van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen.

  • 7.

    Het college maakt jaarlijks afspraken met de cliëntenraad over:

    • a.

      de onderwerpen waarover de cliëntenraad om advies wordt gevraagd;

    • b.

      de wijze en het moment waarop de cliëntenraad in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

    • c.

      het jaarlijks beschikbare budget voor de cliëntenraad.

  • 8.

    Het college wijst een coördinerend ambtenaar aan als aanspreekpunt voor de communicatie met de cliëntenraad. De coördinerend ambtenaar heeft regelmatig overleg met (een afvaardiging van) de cliëntenraad.

  • 9.

    De cliëntenraad komt minimaal 8 keer per jaar bijeen in een regulier overleg dat wordt voorgezeten door de voorzitter, zoals genoemd in artikel 5 lid 3. Deze vergaderingen zijn openbaar, tenzij er sprake is van een stemming over personen.

  • 10.

    Er vindt tenminste 1 keer per jaar een overleg plaats tussen de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) en de cliëntenraad. Dit kan gecombineerd worden met een reguliere vergadering van de cliëntenraad. Agendapunten voor dit overleg kunnen door zowel de cliëntenraad als de gemeente worden aangeleverd. Op verzoek van één van beide partijen kan desgewenst extra overleg plaatsvinden.

  • 11.

    Jaarlijks voor 1 april brengt de cliëntenraad aan het college verslag uit van haar activiteiten in en haar bevindingen over het voorgaande jaar.

  • 12.

    De samenwerking tussen de gemeente en de cliëntenraad wordt jaarlijks geëvalueerd door beide partijen.

  • 13.

    De cliëntenraad werkt volgens een door de cliëntenraad opgesteld en vastgesteld huishoudelijk reglement waarin onder meer de volgende zaken zijn geregeld: werkwijze, terugkoppeling achterban, taakverdeling, besluitvorming, rooster van aftreden, beëindiging lidmaatschap, schorsing, verdeling forfaitaire onkostenvergoeding over de leden. Het huishoudelijk reglement wordt vóór vaststelling ter goedkeuring aan het college voorgelegd.

Artikel 4 – Faciliteiten

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:

  • a.

    stelt het college een vergaderruimte ter beschikking;

  • b.

    stelt het college een ambtenaar van de gemeente aan als ambtelijk secretaris voor het verzorgen van de notulen van de vergaderingen van de cliëntenraad;

  • c.

    stelt het college ambtenaren van de gemeente beschikbaar om een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als daarom door de cliëntenraad is verzocht;

  • d.

    stelt het college jaarlijks een budget beschikbaar, bestemd voor een forfaitaire onkostenvergoeding voor de deelnemers aan de cliëntenraad en voor overige te maken kosten, zoals deskundigheidsbevordering of een spreker, kantoorkosten en (digitale) communicatie/presentatie. Leden kunnen voor hun werk in de cliëntenraad aanspraak maken op een jaarlijks te bepalen vergoeding per vergadering. De hoogte van deze bedragen wordt bepaald in het huishoudelijk reglement.

Artikel 5 – Samenstelling cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad dient zoveel mogelijk evenredig te zijn samengesteld uit de doelgroep van de Participatiewet, Jeugdwet en de Wmo en of hun vertegenwoordigers binnen het sociaal domein.

  • 2.

    De cliëntenraad bestaat uit minimaal zes leden en maximaal 12 leden.

  • 3.

    De cliëntenraad wijst een voorzitter uit zijn midden aan, evenals een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de gebruikers en/of cliënten van de Participatiewet, Jeugdwet en Wmo, waarin de volgende groepen vertegenwoordigd zijn, met 1 afgevaardigde per categorie (a t/m h):

    • a.

      55-plussers

    • b.

      Inwoners met verstandelijke beperking

    • c.

      Inwoners met GGZ problematiek

    • d.

      Mantelzorgers/vrijwilligers

    • e.

      Inwoners met lichamelijke beperking/NAH

    • f.

      Inwoners in een verblijfsvoorziening op grond van de jeugdwet

    • g.

      Inwoners met een kind in het gedwongen kader

    • h.

      Inwoners met een uitkering van de gemeente Lelystad

    • i.

      Overige plaatsen te vullen met inwoners die in algemene zin betrokken zijn bij het sociaal domein.

  • 5.

    Het college kan bepalen dat voor bepaalde groepen leden worden voorgedragen door zelforganisaties.

  • 6.

    Het college kan, na overleg met de cliëntenraad, nadere regels stellen over de vertegenwoordiging.

Artikel 6 – Leden cliëntenraad

  • 1.

    De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college, op voordracht van de cliëntenraad.

  • 2.

    De leden nemen plaats in de cliëntenraad op persoonlijke titel zonder last.

  • 3.

    De voorzitter en de leden maken maximaal vier jaar deel uit van de cliëntenraad, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal vier jaar. De benoeming en verlenging wordt bij voorkeur zodanig geregeld dat telkens slechts maximaal de helft van het aantal leden van de cliëntenraad tegelijkertijd aftreedt.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de cliëntenraad wordt tussentijds beëindigd:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door intrekking van de benoeming door het college, nadat de cliëntenraad hierover een gemotiveerd voorstel heeft ingediend;

    • d.

      bij het niet meer voldoen aan de benoemingsvereisten, zoals genoemd in deze verordening.

Artikel 8 – Intrekking bestaande verordeningen

Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de Verordening cliëntenparticipatie Jeugdhulp Lelystad 2015 en Verordening cliëntenparticipatie Wmo Lelystad 2008 ingetrokken.

Artikel 9 – Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college na consultatie van de cliëntenraad.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Lelystad 2019.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

 

Lelystad, 20 november 2018.

De raad van de gemeente Lelystad.

De griffier, de voorzitter,

Naar boven