Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2019

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 9 oktober 2018, organisatieonderdeel BCC-Concernzaken, no. 2018-31480;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

 

Artikel 2 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

  • b.

    Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

 

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieven tabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieven tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieven tabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieven tabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde afvalstoffenheffing

  • 1.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieven tabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel is verschuldigd bij het aanbieden van het huishoudelijk afval.

 

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet jaarlijks geheven afvalstoffenheffing

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later

  • 3.

    De afvalstoffenheffing moet worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan.

  • 4.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.

 

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 13 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van het inzamelen van bedrijfsafval bij onroerende zaken waarvan de gemeente of een van haar instellingen gebruiker is.

 

Artikel 14 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieven tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieven tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 15 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 16 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1. van de tarieven tabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieven tabel wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieven tabel, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.2. van de tarieven tabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 18 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    De reinigingsrechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 16, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 19 Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.

 

Artikel 20 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

 

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2018’ van 14 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2019”.

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 13 november 2018.

 

De Griffier,

J. Goossens.

 

De Voorzitter,

J.M. Penn - te Strake

 

Tarieven tabel

behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2019”.

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

 

Bedrag 2018 in €

Bedrag 2019 in €

1.1.1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

266,64

273,31

1.1.2

Indien het huishoudelijk afval wordt gestort in een stortkoker of container niet voorzien van toegangsregulatie, bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar

323,48

334,27

1.1.3

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.1 en 1.1.2, bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een gemeentelijke restafvalzak

 

 

 

Van 50 liter

0,85

0,96

 

Van 25 liter

0,50

0,56

1.1.4

Indien het huishoudelijk afval wordt gestort in een ondergrondse container voorzien van toegangsregulatie, geldt per tik het tarief voor een gemeentelijke restafvalzak van 50 liter

0,85

0,96

 

Hoofdstuk 1.2 overige maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

 

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieven tabel bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats (brenglocatie) zonder weegvoorziening

Hoeveelheid

 

Bedrag 2018 in €

Bedrag 2019 in €

Elektronische apparatuur (afgedankte)

onbeperkt

 

0

0

Wit en gekleurd glas

onbeperkt

 

0

0

Vlakglas, schoon

onbeperkt

 

0

0

Metaal

onbeperkt

 

0

0

Textiel

onbeperkt

 

0

0

Papier en karton

onbeperkt

 

0

0

PMD (plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons)

onbeperkt

 

0

0

Grof tuinafval (snoeiafval, bladeren, gras, onvervuilde boomschors)

Max 2 m³ per bezoek

 

0

0

Grof tuinafval (hooi, stro, riet en bamboe worden geaccepteerd als grof huishoudelijk afval).

 

 

 

 

Frituurvet

onbeperkt

 

0

0

Klein Chemisch Afval (accu’s, batterijen, etc.)

onbeperkt

 

0

0

Afgewerkte olie

Max 5 liter

 

0

0

Asbest, verpakt in stevig, luchtdicht, dubbel naad-overlappend plastic van minimaal 0,2 mm dikte.

Max 15 m2

 

0

0

Oud gereedschap

(“Gered Gereedschap” zamelt oud gereedschap in en schenkt dit aan derde wereldlanden www.geredgereedschap.nl).

onbeperkt

 

0

0

Banden (auto, motor en scooter) met of zonder velg

 

Maximaal 4 per keer

 

0

0

Harde kunststoffen zoals plastic tuinmeubelen, plastic speelgoed, etc. (dat niet vervuild is met stof, hout, ijzer, etc.)

onbeperkt

 

0

0

Gasflessen

Max. 2 per bezoek

 

0

0

Matrassen;

Matrassen schoon en droog te worden aangeboden. Matrassen niet schoon of niet droog worden geaccepteerd als grof huishoudelijk afval

Max. 2 per bezoek

 

0

0

Polystyreen

Max. 1 m3 per bezoek

 

0

0

Gips, niet vervuild (met tegels of hout vervuild gips aanbieden bij een erkend verwerkingsbedrijf)

Max. 2 m3 per bezoek

 

0

0

Huishoudelijk afval in gemeentelijke restzak

Zak 25 liter

(max 3,5 kg)

0

0

 

Zak 50 liter

(max 7 kg)

0

0

Groente-. Fruit- en Tuinafval (GFT) (aantal zakken niet beperkt)

Zak 50 liter

(max 7 kg)

1,50

1,25

 

Zak 100 liter

(max 14 kg)

3,00

2,50

Huishoudelijk afval in andere zak dan gemeentelijke restzak (aantal zakken niet beperkt)

Zak 50 liter

(max. 7 kg)

1,50

1,25

 

Zak 100 liter

(max. 14 kg)

3,00

2,50

Grof huishoudelijk afval (aangeboden bij een ander milieupark dan milieupark ‘Het Rondeel’)

Max 2m³ per bezoek

0,25m³

6,50

6,25

 

 

0,50m³

13,00

12,50

 

 

1,00m³

26,00

25,00

 

 

1,50m³

39,00

37,50

 

 

2,00m³

52,00

50,00

Grof tuin afval (hooi, stro, riet en bamboe worden geaccepteerd als grof huishoudelijk afval)

Max 2m³

0,25m³

6,50

6,50

 

 

0,50m³

13,00

13,00

 

 

1,00m³

26,00

26,00

 

 

1,50m³

39,00

39,00

 

 

2,00m³

52,00

52,00

C-hout: Geïmpregneerd hout, hout dat verontreinigd is door bijvoorbeeld dakleer, plastic, stof, etc., rot of beschimmeld hout, hout dat plaatmateriaal of ijzeren delen bevat anders dan schroeven of spijkers, bielzen, tuinschuttingen

Max 2m³

1e keer

 

gratis

 

 

2e keer

 

gratis

 

 

3e en volgende keer

 

 

 

 

0,25m³

6,50

3,75

 

 

0,50m³

13,00

7,50

 

 

1,00m³

26,00

15,00

 

 

1,50m³

39,00

22,50

 

 

2,00m³

52,00

30,00

Dakleer (aangeboden bij een ander milieupark dan milieupark ‘Het Rondeel’)

Max 0,5 m³

Van 0 tot 0,25 m³

6,50

6,25

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,50 m³

13,00

12,50

Houtafval (A- en B-hout)

A-hout: schoon en onbehandeld hout.

B-hout: geverfd en gelakt hout, zoals plaatmaterialen

Max 2m³

1e keer

gratis

gratis

 

 

2e keer

gratis

gratis

 

 

3e en volgende keer

 

 

 

 

Van 0 t/m 0,25 m3

3,75

3,75

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

7,50

7,50

 

 

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

15,00

15,00

 

 

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

22,50

22,50

 

 

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

30,00

30,00

Gemengd steenachtig materiaal: niet vervuild met bv. Mergel, Gips, tegels en dergelijke. Vervuild materiaal aanbieden bij erkende verwerker

Max 2 m³ per bezoek

Van 0 t/m 0,25 m3

2,50

2,50

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

5,00

5,00

 

 

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

10,00

10,00

 

 

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

15,00

15,00

 

 

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

20,00

20,00

Schone grond

(vervuilde grond aanbieden bij een erkende verwerker)

Max 2 m³ per bezoek

Van 0 t/m 0,25 m3

2,50

2,50

 

 

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

5,00

5,00

 

 

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

10,00

10,00

 

 

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

15,00

15,00

 

 

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

20,00

20,00

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieven tabel bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats (brenglocatie) met een weegvoorziening:

Hoeveelheid

 

Bedrag 2018 in €

Bedrag 2019 in €

Grof huishoudelijk afval, niet gescheiden in afzonderlijke componenten

Per kg

 

0,17

0,16

Dakleer

Per kg

 

0,07

0,07

Houtafval (A-Hout): Schoon en onbehandeld hout

Per kg

 

0,08

0,08

Houtafval (B-Hout): geverfd en gelakt hout zoals bv. plaatmaterialen

Per kg

 

0,08

0,08

Houtafval (C-Hout): geïmpregneerd hout; hout dat verontreinigd is door bijv. dakleer, plastic, stof, etc.; rot of beschimmeld hout; hout dat plaatmateriaal of ijzeren delen bevat anders dan schroeven of spijkers; bielzen; tuinschuttingen.

Per kg

 

0,10

0,06

Puin

Per kg

 

0,01

0,02

Grond

Per kg

 

0,01

0,01

Restafval

Per kg

 

0,19

0,19

 

Hoofdstuk 2. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

 

 

Bedrag 2018 in €

Bedrag 2019 in €

2.1

De rechten bedragen per perceel belastingjaar

 

266,64

excl. BTW

273,31

excl. BTW

2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een afvalzak

 

 

 

Van 50 liter

0,85

0,96

 

Van 25 liter

0,50

0,56

 

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 13 november 2018.

 

De Griffier,

J. Goossens.

 

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake

Naar boven