Gemeenteblad van Berkelland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berkelland | Gemeenteblad 2018, 255393 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berkelland | Gemeenteblad 2018, 255393 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst Oost Achterhoek houdende regels omtrent de participatiewet Beleidsregels taaleis Participatiewet 2018 Sociale Dienst Oost Achterhoek
Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek;
gelet op artikel 18b van de Participatiewet,
overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen inzake de taaleis Participatiewet;
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
taalplan: een door het Dagelijks Bestuur opgesteld plan waarin wordt vermeld welk niveau belanghebbende beheerst, welk taaltraject hij gaat volgen, welke reële termijn wordt nagestreefd voor het behalen van referentieniveau 1F en op welke momenten en op welke wijze de voortgang en het resultaat wordt getoetst;
De taaltoets zal worden afgenomen door een daarvoor bevoegde organisatie. Zij zullen op locatie Loopbaanplein de toetsen komen afnemen voor ten minste 4 belanghebbenden en maximaal 8 belanghebbenden per toetsmoment. De toets bestaat uit mondelinge onderdelen (spreekvaardigheid, luistervaardigheid en gespreksvaardigheid) en schriftelijke onderdelen (schrijfvaardigheid en leesvaardigheid).
De onderdelen van de taaltoets worden afgenomen door gekwalificeerde toetsers. De mondelinge onderdelen spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid worden individueel afgenomen. Het onderdeel luistervaardigheid wordt mondeling afgenomen. De onderdelen schrijfvaardigheid en leesvaardigheid worden op papier afgenomen. Binnen vijf werkdagen na de afname van de taaltoets zal een rapportage met de resultaten van de belanghebbende worden verstuurd naar de SDOA en de belanghebbende.
Artikel 5 Uitkomst eerste taaltoets
Indien de belanghebbende volgens de uitkomst van de taaltoets de vaardigheden in de Nederlandse taal niet voldoende beheerst:
wordt hij uitgenodigd voor een gesprek dat plaats zal vinden binnen 4 weken. Tijdens dit gesprek wordt hij geïnformeerd over de uitkomst van de taaltoets en de gevolgen daarvan en wordt hij in de gelegenheid gesteld zich bereid te verklaren aan te vangen met het verwerven van de vaardigheden in de Nederlandse taal.
Indien de belanghebbende zich bereid verklaart aan te vangen met het verwerven van de taalvaardigheden, ondertekent hij een bereidverklaring. Het Dagelijks Bestuur bevestigt de ontvangst van de bereidverklaring en deelt de belanghebbende tevens mee dat de bijstand niet zal worden verlaagd volgens het bepaalde in artikel 18b, eerste lid, van de wet, zolang hij voldoet aan de voortgang die van hem verwacht mag worden.
Indien de belanghebbende zich niet bereid verklaart aan te vangen met het verwerven van de taalvaardigheden, of de bereidverklaring niet binnen 1 maand na het gesprek heeft ondertekend, verlaagt het Dagelijks Bestuur de bijstand voor de duur van zes maanden met 20% van de bijstandsnorm, met ingang van de datum waarop de belanghebbende in kennis is gesteld van de uitkomst van de taaltoets.
Artikel 6 Taalplan en ondersteuning
In het taalplan wordt verder vastgelegd op welke momenten het Dagelijks Bestuur opnieuw een taaltoets zal afnemen. Dit zal in ieder geval plaatsvinden 6 maanden én 12 maanden nadat belanghebbende is meegedeeld dat het redelijk vermoeden bestaat dat hij niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst.
Het taalplan wordt door de belanghebbende ondertekend. Indien de belanghebbende zijn taalplan niet ondertekent, neemt het Dagelijks Bestuur aan dat hij zijn bereidverklaring intrekt. Dit betekent dat het Dagelijks Bestuur een besluit neemt waarbij het de bijstand verlaagt volgens artikel 18b, eerste lid, van de wet, met ingang van de datum waarop het de belanghebbende heeft meegedeeld dat het redelijk vermoeden bestaat dat hij niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst.
Artikel 7 Voortgang en verlaging na eerste besluit tot verlaging
Indien de belanghebbende zich na ontvangst van het besluit waarmee het Dagelijks Bestuur de bijstand met 20% heeft verlaagd (als bedoeld in artikel 5, vierde lid) alsnog bereid verklaart een taaltraject te volgen, beëindigt het Dagelijks Bestuur de verlaging van de bijstandsuitkering met ingang van de eerste van de maand die volgt op de datum waarop de belanghebbende zich alsnog bereid heeft verklaard.
Indien de belanghebbende zich na de ontvangst van het besluit waarmee het Dagelijks Bestuur de bijstand heeft verlaagd (als bedoeld in artikel 5, vierde lid) niet alsnog bereid heeft verklaard, neemt het Dagelijks Bestuur vóór het bereiken van de einddatum van de verlaging van de bijstandsuitkering, opnieuw een taaltoets af.
Indien uit de uitkomst van de tweede taaltoets blijkt dat de belanghebbende de vaardigheden in de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, verlaagt het Dagelijks Bestuur de bijstand volgens het bepaalde in artikel 18b, tiende lid, van de PW voor de duur van zes maanden met 40% van de bijstandsnorm aansluitend op de eerdere verlaging van de bijstandsuitkering.
Artikel 8 Voortgang taaltraject en verlaging
De belanghebbende die een taaltraject volgt, legt na een periode van 6 maanden na het gesprek als bedoeld in artikel 5, tweede lid, opnieuw een taaltoets af. Voordat de belanghebbende de tweede taaltoets aflegt, heeft het Dagelijks Bestuur hem minimaal één keer gesproken over de voortgang. Afhankelijk van de voortgang en de inspanningen die van de belanghebbende mogen worden verwacht, spreekt het Dagelijks Bestuur de belanghebbende meerdere keren.
Indien de belanghebbende weer voldoende voortgang maakt met zijn taaltraject, beëindigt het Dagelijks Bestuur de verlaging met ingang van de eerste van de maand volgend op de datum waarop het Dagelijks Bestuur heeft geconstateerd dat de belanghebbende weer voldoet aan de inspanningen die van hem mogen worden verwacht.
De belanghebbende die voldoende voortgang maakt met zijn taaltraject, legt na een periode van 12 maanden na het gesprek als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wederom een taaltoets af. Voordat de belanghebbende de derde taaltoets aflegt, heeft het Dagelijks Bestuur hem minimaal één keer gesproken over de voortgang. Afhankelijk van de voortgang en de inspanningen die van de belanghebbende mogen worden verwacht, spreekt het Dagelijks Bestuur de belanghebbende meerdere keren.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels taaleis Participatiewet 2018 Sociale Dienst Oost Achterhoek en treden in werking op de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels taaleis Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-255393.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.