Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2014

De Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 2:25 wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

    2. Het verbod van het eerste lid geldt niet voor ééndaagse evenementen, indien:

    a. het evenement een barbecue of straatfeest in de openlucht betreft;

    b. het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 200 personen;

    c. het evenement op maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 24.00 uur en op zondag van 13.00 tot 23.00 uur plaatsvindt;

    d. maximaal 6 aaneengesloten klokuren muziek ten gehore wordt gebracht op de volgende tijdstippen: maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 23.00 uur en zondag tussen 13.00 en 22.00 uur;

    e. het evenement geen belemmering vormt voor het verkeer of de hulpdiensten;

    f. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object en niet meer dan 2 objecten per straat;

    g. er een organisator is;

    h. de organisator de burgemeester er tenminste drie weken voorafgaand aan het evenement van in kennis stelt;

    i. het af te zetten gebied maximaal 40 m2 bedraagt;

    j. de burgemeester kan binnen 10 dagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

    3. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994;

    4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

    2. Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

    3. Het verbod van het eerste lid geldt niet, indien:

    a. het aantal bezoekers dat tegelijkertijd aanwezig is niet meer bedraagt dan 500 en

    b. het evenement niet langer dan 3 dagen duurt en

    c. het evenement op maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 24.00 uur en op zondag tussen 13.00 en 23.00 uur plaatsvindt en

    d. maximaal 6 aaneengesloten klokuren muziek ten gehore wordt gebracht op de volgende tijdstippen: maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 23.00 uur en zondag tussen 13.00 en 22.00 uur en

    e. er gedurende het evenement te allen tijde een minimale vrije doorgang van 3.50 meter op de weg voor voertuigen van de hulpverleningsdiensten gewaarborgd is, evenals een doorrijhoogte van 4.20 meter en

    f. het evenement niet plaatsvindt op de door de burgemeester aangewezen locaties en

    g. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 15 m2 per object en

    h. er een organisator is en

    i. de organisator tenminste 4 weken voorafgaand aan het evenement hiervan schriftelijk melding, middels het daartoe vastgestelde meldingsformulier, heeft gedaan aan de burgemeester en

    j. er bij de melding een plattegrond is toegevoegd met daarop alle objecten (bijvoorbeeld springkussen, partytent, barbecue etc.).

    4. Het bepaalde in lid 3 geldt niet voor:

    a. evenementen die plaatsvinden op Koningsdag, gedurende de feestweek in Katwijk aan Zee, op Bevrijdingsdag, gedurende de paardenmarkt in Rijnsburg, gedurende de feestweek in Rijnsburg, gedurende de feestweek in Valkenburg, gedurende het najaarsfeest in Katwijk aan den Rijn en op 31 december en

    b. evenementen die plaatsvinden op 4 mei na 18.00 uur, met uitzondering van herdenkingen in het kader van nationale dodenherdenking.

    5. De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding, als bedoeld in lid 3 onder i, besluiten dat in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu alsnog een vergunning is vereist voor een evenement als bedoeld in het tweede lid.

    6. De burgemeester kan binnen 10 werkdagen na ontvangst van de melding, als bedoeld in lid 3 onder i besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het derde lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

    7. Naar aanleiding van de gedane melding kunnen voorschriften en beperkingen worden opgelegd aan de organisator van het evenement. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de melding moet worden gedaan.

    8. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

    9. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

  • B.

    Artikel 6:1 wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de in deze verordening opgenomen artikelen, behoudens het bepaalde in artikel 2:10, vijfde lid, artikel 2:11, artikel 2:12 en artikel 4:11 en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

    2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, vijfde lid, 2:11, 2:12 en 4:11.

    1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de in deze verordening opgenomen artikelen, behoudens het bepaalde in artikel 2:10, vijfde lid, artikel 2:11, artikel 2:12 en artikel 4:11 en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

    2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, vijfde lid, 2:11, 2:12 en 4:11.

    3. In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid van de Wet veiligheidsregio’s.

Toelichting op de zevende Verordening tot wijziging van de “Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2014”

 

De Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 2:25 wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

    2. Het verbod van het eerste lid geldt niet voor ééndaagse evenementen, indien:

    a. het evenement een barbecue of straatfeest in de openlucht betreft;

    b. het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 200 personen;

    c. het evenement op maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 24.00 uur en op zondag van 13.00 tot 23.00 uur plaatsvindt;

    d. maximaal 6 aaneengesloten klokuren muziek ten gehore wordt gebracht op de volgende tijdstippen: maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 23.00 uur en zondag tussen 13.00 en 22.00 uur;

    e. het evenement geen belemmering vormt voor het verkeer of de hulpdiensten;

    f. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object en niet meer dan 2 objecten per straat;

    g. er een organisator is;

    h. de organisator de burgemeester er tenminste drie weken voorafgaand aan het evenement van in kennis stelt;

    i. het af te zetten gebied maximaal 40 m2 bedraagt;

    j. de burgemeester kan binnen 10 dagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

    3. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994;

    4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

    2. Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

    3. Het verbod van het eerste lid geldt niet, indien:

    a. het aantal bezoekers dat tegelijkertijd aanwezig is niet meer bedraagt dan 500 en

    b. het evenement niet langer dan 3 dagen duurt en

    c. het evenement op maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 24.00 uur en op zondag tussen 13.00 en 23.00 uur plaatsvindt en

    d. maximaal 6 aaneengesloten klokuren muziek ten gehore wordt gebracht op de volgende tijdstippen: maandag tot en met zaterdag tussen 09.00 en 23.00 uur en zondag tussen 13.00 en 22.00 uur en

    e. er gedurende het evenement te allen tijde een minimale vrije doorgang van 3.50 meter op de weg voor voertuigen van de hulpverleningsdiensten gewaarborgd is, evenals een doorrijhoogte van 4.20 meter en

    f. het evenement niet plaatsvindt op de door de burgemeester aangewezen locaties en

    g. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 15 m2 per object en

    h. er een organisator is en

    i. de organisator tenminste 4 weken voorafgaand aan het evenement hiervan schriftelijk melding, middels het daartoe vastgestelde meldingsformulier, heeft gedaan aan de burgemeester en

    j. er bij de melding een plattegrond is toegevoegd met daarop alle objecten (bijvoorbeeld springkussen, partytent, barbecue etc.).

    4. Het bepaalde in lid 3 geldt niet voor:

    a. evenementen die plaatsvinden op Koningsdag, gedurende de feestweek in Katwijk aan Zee, op Bevrijdingsdag, gedurende de paardenmarkt in Rijnsburg, gedurende de feestweek in Rijnsburg, gedurende de feestweek in Valkenburg, gedurende het najaarsfeest in Katwijk aan den Rijn en op 31 december en

    b. evenementen die plaatsvinden op 4 mei na 18.00 uur, met uitzondering van herdenkingen in het kader van nationale dodenherdenking.

    5. De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding, als bedoeld in lid 3 onder i, besluiten dat in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu alsnog een vergunning is vereist voor een evenement als bedoeld in het tweede lid.

    6. De burgemeester kan binnen 10 werkdagen na ontvangst van de melding, als bedoeld in lid 3 onder i besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het derde lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

    7. Naar aanleiding van de gedane melding kunnen voorschriften en beperkingen worden opgelegd aan de organisator van het evenement. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de melding moet worden gedaan.

    8. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

    9. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Toelichting: op grond van artikel 2.1 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (hierna: het Besluit) is het onder bepaalde omstandigheden verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksmelding bij het bevoegd gezag een plaats of gedeelte daarvan in gebruik te nemen of te gebruiken, tenzij daarvoor een evenementenvergunning vereist is in het kader waarvan de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit, overgelegd moeten worden. Gemeenten kunnen er dus voor kiezen om in hun APV te bepalen dat bedoelde gegevens bij de aanvraag van een evenementenvergunning overgelegd moeten worden. Op grond van artikel 2.1, derde lid van het Besluit hoeft dan geen afzonderlijke gebruiksmelding meer gedaan te worden. Hiertoe is een nieuw tweede lid aan artikel 2:25 van de APV toegevoegd.

     

  • B.

    Artikel 6:1, wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de in deze verordening opgenomen artikelen, behoudens het bepaalde in artikel 2:10, vijfde lid, artikel 2:11, artikel 2:12 en artikel 4:11 en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

    2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, vijfde lid, 2:11, 2:12 en 4:11.

    1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de in deze verordening opgenomen artikelen, behoudens het bepaalde in artikel 2:10, vijfde lid, artikel 2:11, artikel 2:12 en artikel 4:11 en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

    2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, vijfde lid, 2:11, 2:12 en 4:11.

    3. In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid van de Wet veiligheidsregio’s.

    Toelichting: de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen ter handhaving van de voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s, blijft ook na inwerkingtreding van het Besluit in stand. Nu het Besluit echter voorziet in regeling van de onderwerpen die voorheen in de Brandbeveiligingsverordening gemeente Katwijk 2012 geregeld waren, kan de bestuurlijke boete niet meer opgelegd worden wegens overtreding van de bepalingen uit de verordening maar wegens overtreding van de bepalingen uit het Besluit. Nu de Brandbeveiligingsverordening gemeente Katwijk 2012 per 1 januari 2018 van rechtswege is komen te vervallen, met uitzondering van artikel 8 op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, wordt de bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen ondergebracht in artikel 6:1 van de APV. Hiermee wordt voorkomen dat de Brandbeveiligingsverordening gemeente Katwijk 2012 in stand moet worden gehouden voor alleen het artikel dat voorziet in het opleggen van een bestuurlijke boete.

    De Brandbeveiligingsverordening gemeente Katwijk 2012, die vanaf 1 januari 2018 alleen nog bestaat uit artikel 8 dat ziet op de bestuurlijke boete, kan gelijktijdig met onderhavige aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2014 worden ingetrokken.

Naar boven